‘t Withof
In 1820 stichtten de Zusters van Dongen een pensionaat in Etten. Het werd gehuisvest in Huize Adama, een verwaarloosd herenhuis op het Moleneind. Het was de bedoeling dat het een zelfstandige congregatie werd. De congregatie werd in de volksmond ‘t Withof genoemd omdat het herenhuis wit geverfd werd. In de 19de en 20ste eeuw ontstond er een gigantisch gebouwencomplex als gevolg van de toename van het aantal pensionaires en externe leerlingen. Dit kwam mede door uitbreiding van het onderwijsaanbod. Het oorspronkelijke pensionaat voor lager onderwijs werd in de loop der tijd uitgebreid met lager onderwijs voor externen, een ULO, een kweekschool en een MMS. Aan deze uitbreiding heeft Mère Xavier tijdens haar moederschap een belangrijke bijdrage geleverd.
Mère Xavier Schutjes
Jeannette Schutjes werd op 4 november 1840 in het Limburgse Meijel geboren. Zij was de dochter van Adrianus Schutjes en Maria Theresia Swinkels. Beide ouders kwamen uit een vroom katholiek gezin waarvan verschillende leden hun leven in dienst stelden van God en Maria.
Na de lagere school bezocht Jeannette ’t Frans pensionaat in Vaals. Om haar tante Elisabeth, soeur Baptiste, de zus van haar moeder, te plezieren, ging zij op haar vijftiende naar de kostschool ’t Withof in Etten. Gedurende de jaren die zij hier doorbracht, groeide bij haar het verlangen naar het kloosterleven. Dit werd nog gestimuleerd door haar heeroom, Jan Baptist Swinkels, provinciaal der Redemptoristen.
Op 6 april 1862 legde zij bij Mgr. J. van Genk haar H. Geloften af als soeur Xaveria van de Onbevlekte Ontvangenis. Zij haalde haar hulpakte voor onderwijzer, hoofdakte voor hoofdonderwijzer en een akte Frans. Daarna ging zij aan de slag als hoofd van een school op de Beek (nu Prinsenbeek). Op 12 juni 1872 keerde zij terug naar ’t Withof in Etten om les te geven aan de pensionaires. Zij werd door haar medezusters verkozen tot decretine en vicaresse. Moederoverste benoemde haar tot Maîtresse Générale van het pensionaat en directrice van de Normaalschool. Nu konden haar talenten tot volle bloei komen. Met haar helder verstand, grote mensenkennis, brede blik en haar organisatietalent dwong zij alom respect af.
Het lag dan ook voor de hand dat zij Mère Birgitte, na haar overlijden in 1898, als moederoverste opvolgde. Zij ontpopte zich als een ware moeder voor haar zusters. Altijd konden zij bij haar aankloppen en voor ieder had zij een luisterend oor. Zij was de eenvoud en bescheidenheid zelf, steeds steunend op Gods hulp in wie zij een onuitputtelijk vertrouwen koesterde. Mgr. Eygenraam noemde haar ooit: ‘een klein vrouwke, met een doekje om. Maar o, dat kleine vrouwke is zo’n wijze, zo’n wijze vrouw.’
Uitbreidingen onderwijs
Een godsdienstige opvoeding en goed onderwijs waren haar levensdoel. Bij haar aantreden als moederoverste schreef ze voor haar zusters het boekje Bizonder Doel der Congregatie. Hierin zette ze duidelijk uiteen de waarde en noodzakelijkheid van een godsdienstige opvoeding en goed onderwijs. Het diende als handvat hoe hieraan op het pensionaat vorm gegeven kon worden. Tijdens haar moederschap veranderde er veel op onderwijsgebied door de leerplichtwet van 1900. Voor het moederhuis en de zusterhuizen veranderde er weinig, daar praktisch alle katholieke meisjes al lager godsdienstig onderwijs genoten.
Anders was het voor het herhalingsonderwijs, de avondscholen voor aanvullend onderwijs. De bijzondere scholen, zoals ‘t Withof, kregen nu ook subsidie van het Rijk, waardoor de zusters nu een salaris kregen.
De Normaalschool genoot haar bijzondere aandacht omdat ze hier zelf les had gegeven. Mede door haar inspanningen zette ze de Normaalschool op 30 december 1904 om in de Katholieke Kweekschool ’t Withof. Dat ze vooruitstrevend was, mag blijken uit het feit dat ze naast zusters ook mannelijke lekenleraren aanstelde.
Bouw en verbouwingen
Door de groei van het aantal leerlingen en zusters was de fraaie kleine gotische kapel te klein geworden. Het was een lang gekoesterde wens van Mère Xavier ooit nog eens een grootse kapel met uitstraling voor de congregatie te bouwen. Na overleg met Mgr. Leyten, geestelijken en deskundige leken mocht in 1907, onder architectuur van Petrus van Genk, een nieuwe kapel worden gebouwd. Gelijktijdig werd ook een nieuw noviciaat en een nieuwe linkerachtervleugel gebouwd, die de oude en de nieuwe kapel met elkaar verbonden. De oude kapel werd gesplitst in een congregatiekapel en kloosterrefter. In 1908 werd ‘Withofs kathedraal’ plechtig door Mgr. Leyten ingewijd.
Amper twee jaar later, in 1910, moest het instituut wegens ruimtegebrek weer uitbreiden. Er werd een nieuwe vleugel aan het pensionaat gebouwd met een recreatiezaal, handwerklokaal, een slaapzaal en een wasplaats en badkamers.
Nieuwe zusterhuizen
Met de invoering van de leerplichtwet in 1900 moesten meisjes, die ouder waren dan 7 jaar, in plaatsen waar geen zusterschool was naar de openbare school. Dit was voor Mère Xavier aanleiding om in de regio nieuwe zusterscholen te stichten. De zusters die daar onderwijs gaven, werden opgeleid in ’t Withof. De plaatselijke parochies zorgden voor de bouw van de zusterhuizen. Zo kwam er het Bernardusgesticht in Oud-Gastel, het Sint Gerardusgesticht op de Baronielaan in Breda, Sint Josephgesticht in Den Hout en het Sint Anthoniusgesticht in Lepelstraat.
Vreugdevolle en trieste dagen
1912 was voor Mère Xavier een vreugdevol jaar. Op paaszaterdag 6 april vierde ze haar gouden professiejubileum. Voor haar verdiensten op onderwijsgebied werd zij op 31 augustus, destijds Koninginnedag, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Groot was het verdriet onder haar zusters toen zij op 11 april 1919, na een godvruchtig leven, overleed.
Bronnen:
Sr. M. Annette P.R., Geschiedenis van de Congregatie der Penitenten-Recollectinen van Etten (NBr.), 1951.
Website Wiewaswie, geraadpleegd op 4 januari 2020.
Wikipedia, geraadpleegd diverse onderwerpen op 5 januari 2019.
Foto Mère Xavier Schutjes, ’t Withof Etten-Leur.
Reactie toevoegen