Crisis, oorlog en wederopbouw
De ouderen waren getekend door een hard en moeilijk leven: de economische crisis van de jaren dertig, gevolgd door een vijfjarige bezetting door onze Oosterburen. Daarna moest Nederland economisch weer worden opgebouwd, wat neerkwam op vijftien jaar keihard werken tegen een bescheiden (en strak beteugeld) salaris. Pas tegen 1960 kwam er enige luxe en welvaart in hun leven, die vanaf 1964 sterk toenamen. Gezien deze ontberingen verbaast het niet, dat de ouderen een strak normen- en waardenpatroon hanteerden. Ook waren zij vastbesloten om hun kinderen een beter leven te geven dan zij zelf hadden gehad.
In dit laatste slaagden zij wonderwel: er is in de geschiedenis van Nederland geen generatie, die het financieel en materieel zo goed had (en heeft) als de ‘babyboomers’ - de kinderen geboren tussen 1945 en 1955. Toonden de ‘babyboomers’ zich dankbaar? Nee. Zij zetten zich in hun tiener- en adolescententijd sterk af tegen de gedragsvoorschriften van hun ouders.
Ontkerkelijking en de kunst
De ontkerkelijking in Nederland gebeurde in de jaren zestig zowel bij de protestanten als bij de rooms-katholieken. Met name de centraal vanuit Rome bestuurde rooms-katholieke kerk reageerde traag op de Nederlandse ontkerkelijking. En toonde in de jaren zestig weinig tot geen waardering voor haar grenzeloos populaire bisschop Bekkers, die via het (toen nieuwe) medium televisie talloze volgelingen bereikte met zijn menselijke benadering van huwelijk en geboorteregeling. Bekkers’ overlijden in 1966 was een nationale gebeurtenis: het publiek stond met duizenden langs de ruim 20 kilometer van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch (uitvaartdienst) naar de begraafplaats van Sint-Oedenrode.
Wel schreef het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) een versobering voor in de rijke decors van rooms-katholieke kerken en kloosters. Wat onder meer tot gevolg had, dat talloze gipsen heiligenbeelden werden verwijderd. Deze afgedankte heiligenbeelden trokken de aandacht van diverse pop-art kunstenaars. Waarvan de Bosschenaar Jacques Frenken (geboren in 1929) de bekendste is. Pop-art is een wijdverbreide kunststroming uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Eén van haar bekendste vertegenwoordigers is Andy Warhol, die uitblonk in het repetitief afbeelden van alledaagse gebruiksvoorwerpen uit de consumptiemaatschappij.
Terug naar Jacques Frenken: een kunstenaar van naam, die diverse prestigieuze prijzen won. Zijn werk is veelzijdig, en bevat onder meer glas-in-lood ramen voor diverse kerken. Frenkens verwerking van rooms-katholieke heiligenbeelden als pop-art kunst werd beroemd en berucht: de Nederlandse kunstwereld waardeerde het, de Rooms-Katholieke kerk reageerde geschokt.
Oordeelt u zelf aan de hand van de afbeeldingen:
1. Crucifix / Target, 1966;
2. Het gebaar, 1968, en
3. Spijkermadonna, 1968.
Frenken verloor met deze pop-art kunst de gunst (en de opdrachten) van de rooms-katholieke kerk en werkte van 1970-1992 als docent Vrij schilderen aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch.
Het Noordbrabants Museum in Den Bosch wijdde in 2017 een tentoonstelling aan ‘het gebruik van heiligenbeelden in de Nederlandse beeldhouwkunst’. Waaronder de beelden hierboven.
Reactie toevoegen