Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Laatste redmiddelen

Rooms prentenboek

Het zijn maar 21 woorden en ze kunnen het verschil maken tussen eeuwige gelukzaligheid en eeuwige verdoemenis. Ze vormen samen de “acte van volmaakt berouw”, die je rustig kunt beschouwen als een paspoort tot de hemel. Op de omslag staat in een apart kadertje dan ook niet voor niets: “Draag dit altijd bij U.”

Want je zult maar onverwachts van het balkon vallen, aangereden worden door de tram of op een andere manier acuut in levensgevaar komen te verkeren. Als er dan geen priester in de buurt is om je de biecht af te nemen en je al je doodzonden kwijt te schelden, dan staat er nog maar één weg open na je dood: linea recta naar de hel, waar je voor eeuwig zult branden.

Maar ben je nog bij machte om met je laatste adem - en in volle overtuiging, want het moet wel van harte gemeend zijn - deze akte van berouw uit te spreken (of te prevelen), dan kom je “onmiddellijk in staat van genade” en gaat de hemelpoort voor je open. Neem je voor om - mocht je het alsnog overleven - onmiddellijk bij een priester te biecht te gaan. Het is een bewijs van je oprechte berouw.

Komt je laatste uur minder onverwacht, dan bestaat er nog een ander redmiddel voor de onsterfelijke ziel: het Laatste Heilige Oliesel, een van de zeven sacramenten. Zieken in stervensgevaar kunnen een beroep doen op een priester om hen te zalven met gewijde olijfolie, ter verzachting van hun lichamelijk en geestelijk lijden, maar vooral ter vergeving van hun zonden, zodat ze niet naar de hel zullen gaan.

De Brief van Jakobus (5, 14-15) beschrijft het aldus: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden.”

Sinds het Tweede Vaticaans Concilie ligt de nadruk niet meer op het laatste moment, maar op de troostende en versterkende werking voor de zieke. Sindsdien wordt ook liever de term ziekenzalving gebruikt. Tijdens die zalving wordt een hele rij lichaamsdelen gezalfd met bijbehorende gebeden:

Ogen: ‘God, de Onzienlijke, moge uw ogen brengen tot de aanschouwing van het heil dat Hij voor alle volken bereid heeft’.
Lippen: ‘God, de Onvolprezene, moge uw lippen openen, opdat uw mond Zijn lof kan verkondigen’.
Borst: ’God, de Allerheiligste, moge in uw hart ontsteken het vuur van Zijn liefde en het doen branden tot in eeuwigheid’.
Rechterhand + linkerhand: ‘God, de Schepper van het al, moge het goede werk van uw handen bewaren en voltooien en wat door uw handen gebroken werd, helen en genezen’.
Voeten: ‘God, de Barmhartige, moge u wegroepen uit het duister en de schaduw van de dood om uw voeten te zetten op de weg van vrede’.

Met dank aan Rini de Groot voor de scans van de "Acte van volmaakt berouw".

2

Reacties (2)

Rini de Groot. zei op 13 februari 2019 om 13:37 uur

Ja Rien, ik moet denken aan het moment dat bij Vader het laatste sacrament toegediend werd. En de gehele familie thuis rond zijn ziekbed stonden hij na afloop de Pastoor erop attent maakte op de overgeslagen voeten. Want hij wilde voor vertrek gepakt en gezakt zijn en z’n voeten daarbij hard nodig had, de Pastoor stelde hem gerust, waarop Vader antwoordde: ‘nu heb ik m’ne reispenning verdient’

Marilou NillesenBHIC zei op 14 februari 2019 om 10:07 uur

Wat een ontroerende herinnering, Rini. Ik kan me voorstellen dat zoiets grote indruk op je heeft gemaakt.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.