In de eerste helft van de twintigste eeuw werd het strooike in diverse Brabantse dorpen nog veelvuldig gebruikt en in 2011 is deze traditie door de Buurtvereniging Vrilkhoven in Liempde “nieuw leven” ingeblazen. Helaas is het sindsdien al diverse keren van zolder gehaald en de reacties erop zijn, ondanks het grote verdriet, erg positief. Symboliek kan troost bieden, zo bleek weer.
In Uit ’t Rijke Roomsche leven van Sint Albertus, over het Liempdse boerenleven, wordt een uitvoerige beschrijving gegeven over het correct gebruik van de takkenbundels, stenen, plankjes en de plaatsing. Want voor ieder ‘soort’ overledene – man, vrouw, volwassenen, kind, getrouwd of vrijgezel – golden andere regels. Was een man overleden, dan werd het strooike rechts voor de deur geplaatst. Was het een vrouw, dan kwam het strooike links. Aanvankelijk bestond het strooike uit een laagje stro met daarop vijf ruwe stenen. Was de overledene niet getrouwd, dan werden tussen de stenen twee bosjes palmtak gestoken. Na verloop van tijd werd het strooike een strobundel op een houten schraag die met zwarte linten bijeen werd gehouden. Aan de voorkant van de schraag leunden drie, en aan de achterkant twee zwarte plankjes met ieder een witte rand. Bij ongehuwden stopte men tussen het stro ook weer twee palmtakjes. Voor overleden kinderen werden drie stenen gebruikt, waartussen twee groene palmtakjes met papieren slingertjes prijkten.
Daarbij hoorde ook dat het bericht van overlijden in de buurt werd overgebracht door de zogenaamde "aanzeggers". Meestal brachten twee aanwonende buurmannen de droeve boodschap rond. Dat kon nog wel eens wat tijd in beslag nemen omdat ze bijna op elk adres een borreltje kregen. Hoe bedroefd ze nog bij het laatste adres waren valt niet te zeggen, maar er zijn verhalen dat de gang van de aanzeggers weer op weg naar huis soms niet licht viel....
Reactie toevoegen