Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Striper rouwdompen (2)

Rooms prentenboek

In het gehucht Strijp stond een luidhuis of bellefort met daarin sedert onheuglijke tijden drie enorme klokken. De Trudo-klok, de Maria-klok en de Anna-Klok. Deze klokken hingen in een zware eikenhouten, taps toelopende constructie en hadden een prachtige harmoniërende nagalm.

Lees eerst deel 1

Een dierbaar erfdeel

Klokke Trudo was een dierbaar dorpsbezit. De dorpelingen koesterden haar als doeltreffend preventief middel tegen spokerijen. Spokerijen herkomstig van de verdoolde ziel van een mens die “niet goed afgestorven” heette, omdat de dorpelingen de indruk hadden gekregen dat de Woenselse rector die “d’n lètste ollie” had moeten toebrengen vergissingen in het rituaal had begaan.

In de tijd tussen 1440 tot 1468 had het Kempenland kunnen delen in de algehele welvaart die het hertogelijk bestuur vanuit Den Bosch de hele regio had doen geworden. De beurtvaart op Eindhoven floreerde, de Eindhovense markt was trefpunt geweest voor vele kopen op handslag, de goederentransporten vanaf Hasselt en Turnhout konden veilig worden onderhouden, tijdig en regelmatig.

De Brabantse welvaart

Vanaf Eindhoven was daarna ook veilige gang naar Den Bosch geborgd waar scheep gegaan kon worden stroomafwaarts naar de immer lonkende stapelplaats Dordrecht. En vandaar was het mogelijk te verladen op de zeekarvelen naar de Mer-Wede, de enorme Zee-Mond, de Noordzee, Mare Germanicus, op waar via kustvaarten verre oorden konden worden bereikt onder de hoede van de Portugese kraken die de kustlijnen precies konden volgen in veilige geulen.

Al lag Strijp wat afgelegen van deze routes in een langgerekt beekdal van overlopen van de Gender, het deelde toch in deze welvaart die via de die Eindhovense markt zich over de regio ontplooide mede via de privileges die het stadsrecht van 1232 dat stadje gunde. Er was een moeizame tocht mogelijk op een wat verhoogde zandbaan, waarlangs het bellefort met de roemruchte klokke Trudo hing.

Strijp op een kaart uit 1801 (BHIC, nr. 343-002263)
Strijp op een kaart uit 1801 (BHIC, nr. 343-002263)

Een driegelui

En er waren in 1452 en 1460 waarachtig nog twee flinke klokken bijgekomen: de Maria-klok en de Annaklok. Ze hingen laag bij de grond. En vooral om de Trudoklok naar de eis te doen luiden waren steeds minstens drie man nodig, vooral als de klok “a sinistra” (op links) moest dompen. Staccato, zonder veel nagalm, een dof, dreunend geluid voortbrengen dat ook het zielement van de levenden doortrilde.


De drieslag van klokke Trudo, het driegelui dat voortgebracht wordt door de klokkespijs van de middeleeuwse Trudoklok. Pastoor Werners liet van deze spijs deze klokken smelten in 1936. Daarmee vernielde hij dus de middeleeuwse klok en haar bronzen stem.

De satan kon daar niet tegen, tegen een dergelijk geluid. En de zielen die hij opjoeg als zijn kerkrechtelijk eigendom, personeel voor de hellekrochten, dus evenmin. De klok beveiligt tegen alle onrust, ziekte en maatschappelijke onzekerheid. Ze staat symbool voor de bestaanszekerheid die het kabinet via zijn Akkoord op Hoofdlijnen van mei 2024 de bevolking borgt. En ze is dus een onwaardeerbaar verenigde kracht voor de gemeenschap, daar op de Streep in dat Genderdal.

Demonologie

Disquisitionum magicarum libri VI (bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)
Disquisitionum magicarum libri VI (bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)

In deze tijd heeft Leuven een aparte faculteit demonologie. Het gaat hier, naar de tijdgeest vindt, om echte proefondervindelijk te toetsen wetenschap. De werkhypothese ervan is, dat satan op allerlei manieren werkdadig probeert in te grijpen op de aardse heilsgeschiedenis, teneinde de goede afloop te frustreren.

Daarbij heeft die satan hulpjes. Lucifer en Beëlzebub zijn vanzelfsprekende trawanten, maar de zielen die proberen hun hellelot te ontlopen en blijven ronddolen op de plaats waar ze stierven zijn ook uitstekende medeplichtigen in deze toeleg. De Leuvense Hoogleraar Martinus Delrio heeft de verschillende spoken, die door de satan worden gebruikt als hulpjes, doeltreffend schematisch in kaart gebracht. Er zijn er heel wat.

Maar de zielen van de imperfect afgestorvenen spelen in zijn classificaties van deze schijngestalten, die slecht inwerken op de stoffelijke realiteit, een belangrijke rol. In zijn laatste samenvatting Disquisitionum magicarum libri VI geeft Delrio hun uitwerkingen verbluffend uitputtend weer en ook de passende bestrijdingsmethodes, die eigenlijk voorwerp van aanhoudende overheidszorg moeten zijn.

Wat Delrio hier ten beste geeft is het resultaat van onafgebroken veldonderzoek. Het is gezaghebbend in Brabant en Limburg. Ook lagere priesters, die dat gewichtige proza niet konden lezen, hebben het voetstoots op overlevering aangenomen. 

Satanische zielen als maatschappelijk verschijnsel

De ziel die het niet goed afgestorven lichaam moest verlaten probeert de levenden te verleiden hem alsnog in het vagevuur te bidden. Hij komt als dwaallicht, spookverschijning, schimmig afgietsel van een levend wezen, de mensen die nog hun pelgrimage moeten vervolmaken teisteren, waarbij ze vooral allenige nooddruftige vrouwen uitkiezen als slachtoffer. In Strijp zijn die ruim voorradig.

Ze huizen in de broeken waar de gagels bloeien en waar kraaienvluchten de bomen bijna onzichtbaar maken. Vaak zijn het vrouwen die gelden als nutteloze eters. Verjaagd van huis en haard, omdat hun man gestorven is of omdat ze te oud zijn. De door satan opgejaagde zielen trachten juist hen te verleiden tot hekserij: het boeleren (geslachtsgemeenschap hebben) met satan. Dan kunnen deze wijfjes toveren.

Ruiters bij een boom en een heks (anoniem, 1490-1537. Bron: Rijksmuseum, nr. RP-P-1874-11-39-2. Publiek domein)
Ruiters bij een boom en een heks (anoniem, 1490-1537. Bron: Rijksmuseum, nr. RP-P-1874-11-39-2. Publiek domein)

Strijp heeft er veel last van. De klokke Trudo jaagt ook hen weg. Ze bromt met gonzende klanken een gewijd lied dat hart en nieren doet trillen, zoals de hedendaagse zware elektronische baskasten het doen op door ecstasy vergeven danspartijen en brengt onoorbare extases teweeg die de onstandvastige tot alles in staat stellen.

Val van Luik

En het werkt. De heksen durven de broeken niet meer uit. Hun toverijen worden verlamd. Beter bewijs is er niet. Rondom deze klokke Trudo zal de Strijper bevolking heul zoeken als na de val van Luik in 1468 een eind komt aan de welvaart in de streek. De Bourgondiërs weten de kerkvorst die vanuit het citadel het Maasdal moeten beheersen en beveiligen verpletterend te verslaan.

Maar daarmee verstoort deze machtsbeluste dynastie ook de ganse openbare orde in Brabant. De beurtvaarten worden gestremd, want de wegen zijn onveilig. Krediet wordt niet meer gegeven en stapeling leidt tot onrechtmatige inbeslagnemingen bij de marktplaatsen. De Hertog van Gelre komt Kempenland binnenvallen om de Lage Landen intens te destabiliseren.

Daartegen richt de gonzende klokke Trudo niets uit, maar spoken en heksen houdt ze nog steeds op afstand. Haar klank doet de tijden van bestendige welstand herinneren. En daarom zullen de inheemsen haar verdedigen tegen iedere aanslag of aanranding die in de barre zestiende eeuw wordt ondernomen tegen bellefort en klokkengelui.

Tachtigjarige oorlog

De klok zal in de tachtigjarige oorlog veel maal gonzen. Want dan zijn  alle pastoors, kapelaans en rectoren veilig naar elders gevlucht. Dus wordt er veel defect afgestorven. En komen er steeds meer spoken. Geen wonder dat er nu katterale koortsen over het land flakkeren, vreemde soldaten de akkers verwoesten en geen mens meer veilig is, terwijl uitzonderlijke regenval zorgt voor intense muizenplagen op de drogere verhevenheden van de akkers. Hier zitten heksen achter. Dat kan niet anders. Die plagen kwamen vroeger immers nooit voor? Hongersnood is de Striper deel. Maar zijn klok blijft hem beschermen. Hij zal alles doen om dat gelui te onderhouden, óók als geuzen bellefort en kerk bezetten en niet meer teruggeven. Het is een levensnoodzaak. Waartoe de Strijpenaar alles besteekt wat hem invalt.

Lees het hele verhaal

1

Reacties (1)

Marilou NillesenBHIC zei op 17 juli 2024 om 16:43 uur

Fascinerend verhaal, Gerard, en wat leuk om het gelui van de klokken erbij te horen! Dat geeft een mooie extra dimensie eraan.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.