Begin 19e eeuw waren de gedrukte bidprentjes algemeen in gebruik. De oudste bidprentjes waren van perkament, soms met een getekend en gekleurd heiligenbeeldje. Daarna had men kopergravures die omstreeks 1860 werden verdrongen door steendrukplaatjes. Deze werden opgevolgd door staalgravures.
Gebeden rondom de tekst. 500 dagen aflaat toegeleverd aan de geloovige zielen.
In de 20e eeuw kwam het gebruik in zwang om op de voorzijde van het bidprentje de foto van de overledene af te drukken. De bidprentjes worden tijdens de uitvaartmis of andere afscheidsdienst voor de overledene aan familieleden, vrienden en bekenden uitgereikt.
Op de achterkant van het bidprentje staan naam, voornaam, plaats en datum van geboorte, plaats en datum van overlijden (of begraven). Soms wordt ook het beroep of ambt vermeld, of maatschappelijke functies en onderscheidingen.
Indien gehuwd geweest, dan staat ook de naam van de overleden man of vrouw of nagelatene vermeld. De datums zijn meestal betrouwbaar, daar ze vaak uit het trouwboekje zijn overgenomen.
Ik heb wel eens gezien, dat iemand volgens de burgelijke stand op een andere dag was gestorven dan volgens het bidprentje het geval was. Het overlijden was net rond middernacht.
Bidprentjes van mijn grootouders van de Wouw (met aflaat).
Het waren dus “bid”prentjes, omdat er korte gebedjes op stonden, waarmee kwijtschelding van tijdelijke straffen na de dood van de overledene bereikt kon worden (zogenaamde aflaten). Nu noemen we het eerder “gedachtenis”prentjes, omdat we inmiddels toch wel anders tegen aflaten aankijken.
Eerder gepubliceerd als “Bidprentjes en aflaten” in de Familiebrief Witlox.
Reactie toevoegen