Op Kerstmis en Allerzielen (2 november) mag iedere priester drie missen celebreren, zonder verplichting. Dat noemt men dan trineren. De missen werden aaneensluitend gelezen.
Aan deze laatste mogelijkheid moest ik terugdenken bij lezen van de verhalen over het rijke roomse leven in Brabant 1900-1970. Als kind kregen we van onze ouders de keuze voor het vervullen van de zondagsplicht: oftewel naar twee H. Missen achter elkaar, of naar één H. Mis en dan ‘s middags naar het Lof. De zondagsplicht op zaterdagavond vervullen kon toen nog niet.
De kapel in Huize Padua (Boekel) met hoofdaltaar en twee zijaltaren
In de jaren dat ik op de lagere school in Berkel zat, was ik misdienaar. Later, in mijn juvenaatsjaren in Tilburg, was ik zowel misdienaar als lid van het kerkkoor. Tijdens mijn verblijf op het postulaat/noviciaat in Boekel (Huize Padua) was ik ook weer misdienaar en lid van het kerkkoor. Als postulant/novice werden we niet meteen als verpleger (Huize Padua is een psychiatrisch ziekenhuis) ingezet.
De eerste tijd werden onze dagen naast gebed gevuld met lessen, huishoudelijk werk in het noviciaat en het hoofdgebouw van Huize Padua, bedden opmaken op een verpleegafdeling, alle kousen van Padua die in grote kisten uit de eigen wasserij kwamen weer tot paren sorteren, kussens vullen met veren en dan dichtnaaien, om de drie maanden vrij wandelen in de omgeving, enz.
Maar ook fungeren als misdienaar en eventueel als lid van het kerkkoor. In de eigen kapel van het postulaat/noviciaat, maar ook voor de priesters/patiënten, die meestal op de “Eerste Klas” woonden. Omdat in de kapel van het hoofdgebouw een hoofdaltaar was met daarnaast twee zijaltaren, konden meerdere priesters gelijktijdig mislezen. En waren daarom meerdere misdienaars nodig. En wij als jonge broeders waren daarvoor goed inzetbaar.
Kapel van het Noviciaat in Huize Padua (Boekel)
Op de dagen dat de priesters mochten trineren kwam voor mijzelf de volgende situatie voor: ’s morgens eerst op het noviciaat drie missen bijwonen, gecelebreerd door de pater Kapucijn van het zeer nabijgelegen klooster in Handel. En dan later op de dag als misdienaar naar de kapel van het hoofdgebouw voor weer drie missen door één van de priesters.
Op Kerstmis was er nog later op de dag natuurlijk ook nog een Hoogmis met ondersteuning van het kerkkoor. De celebrant van de Hoogmis zal ook wel “getrineerd” hebben. Zo telde dat toch wel aardig op.
Ook mijn vrouw Margaret herinnert zich het gebruik nog goed uit haar jeugd. Daar werd met Kerstmis de Nachtmis in combinatie met twee andere missen gevierd. Ze had pas geelzucht gehad. De huisarts vond het goed dat ze naar de Nachtmis ging, maar niet naar alle drie de missen.
Reactie toevoegen