Bruidje in de processie
Als klein meisje kon je je opgeven om mee te lopen met de processie. De zeer strenge Zuster Jezualda ging over de bruidjes. Een paar weken voor de grote sacramentsprocessie kreeg je een briefje waarop stond wanneer en hoe laat je moest passen.
Maar eerst hadden je ouders daarvoor al een bedrag van - ik meen - 10 gulden moeten betalen. Alleen dan mocht je bruidje zijn. En dan was het afwachten: werd je een roze of gewoon een wit bruidje? Of mocht je misschien de bloedrode kussens met daarop Geloof, Hoop en Liefde dragen? Daar waren drie meisjes voor nodig.
Engel met echte vleugels
Het allerhoogste dat je kon bereiken was een engel zijn. Met echte vleugels. Daar waren er zes van. De engelen mochten aan het eind van de processie op 2 x 3 treden bij het altaar staan, met de handen gevouwen en de ogen gesloten. En vooral niet bewegen! Als je op de hoogste trede stond, was dat toch wel het indrukwekkendste. Ik heb het maar gebracht tot de tweede trede.
Terug naar het passen. Op de grote lange zolder van de lagere school hingen de jurken en stonden de gympies in dozen. Ik herinner me nog altijd de zeer typische geur die er hing. De zolder had iets mysterieus. Het passen ging razendsnel, de zuster hing een briefje met jouw naam aan de jurk en klaar was je.
Bloemen
Als de grote dag daar was, krioelde het in de gang beneden van de kleine meisjes. De bruidjes gingen in de rij en onder begeleiding van Jezualda ging het richting kerk. De hele route door de Kerkstraat naar het eindpunt - de tuin van de familie waarvan ik de naam niet meer weet - liep in een punt met in het midden een grindpad. De engelen mochten daarover lopen, de bruidjes moesten gewoon om de tuin heen lopen.
De hele route was bestrooid met bloemen. Bij Dokter Theunissen voor de deur lag altijd een bloemencreatie waar we heel voorzichtig langs liepen. Alleen het Allerheiligste mocht eroverheen lopen. De fanfare bepaalde het looptempo. Eigenlijk was het meer schrijden.
Vreemd genoeg herinner ik me niet meer hoe we na afloop terugliepen en al helemaal niet hoe de jurkjes dan weer op de zolder terecht kwamen. Ze moesten wel weer gewassen en gestreken worden. Een leuk karweitje voor de Zusters Franciscanessen, waarvan er toen nog genoeg waren. Ach ja, tijden veranderen, maar er zijn dingen die je voor altijd bij blijven.
Reactie toevoegen