Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Rooms prentenboek

In de Achterhaag woonde een alleenstaand vrouwke, Tùtje. Tùtje ging altijd naar de kerk als er een begrafenis was en dan beloofde ze de nabestaanden een rozenkrans voor de overledene te bidden. Ze kreeg meestal wat toegeschoven, en daar was het ook om begonnen, want het was algemeen bekend dat ze die belofte niet nakwam.

Een paar jongens hadden zich op het kerkhof achter een zerk verscholen. Toen Tùtje passeerde riep een van de knapen in een blikken bus, zodat het heel hol klonk, “ik ben den Duivel, gij bent nog veel rozenkransen achter! Ik kom jou halen en stop jou in de hel!”

Tùtje schrok enorm en ging er als een haas vandoor. De dag daarop heeft ze de hele dag in de kerk zitten bidden. Langs het kerkhof is ze nooit meer geweest, ze nam de weg via de Nieuwstraat - Haageik - Voorhaag.

In Gemert is een gezegde:  beloofd is beloofd. En daar moet je je aan houden.

1

Reacties (1)

Marilou Nillesen zei op 10 oktober 2019 om 13:56 uur

Mooi verhaal, Martien. Het hele voorval geeft ook een prachtig tijdsbeeld; dat die gelovigheid toch weer wel zo diep zit dat Tùtje dit soort kwajongenswerk voor waar aanneemt. Veelzeggend hoor.

Maar beloofd is beloofd is ook in deze tijd nog altijd een ijzersterk gezegde. Binnen en buiten Gemert ;) Bedankt voor je bijdrage!

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.