Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Sanctissima Trinitas

Rooms prentenboek

Ik ben de negende uit een gezin van tien. Een katholiek gezin, dus. De pastoor kwam minstens twee keer per jaar op bezoek: een keer om de beste stukken van het geslachte varken te scoren en een keer om te zien of er nog niet een nieuw katholiekje op komst was. Maar het is natuurlijk het een of het ander! Als je een echtpaar aanspoort om heen te gaan en zich te vermenigvuldigen, dan kan je niet ook nog verwachten dat ze zo’n belangrijke voedselbron en bron van inkomen als een varken met je te delen, meneer pastoor. Ik denk ook dat mijn ouders daarom een lauwwarme relatie hadden met de kerk.

Bron: M.C. Versteeg, Het prentenboek van de kinderbiecht (1927)
Bron: M.C. Versteeg, Het prentenboek van de kinderbiecht (1927)

Ik deed natuurlijk wel netjes mijn Eerste Communie. Ter voorbereiding kregen we een aantal keren een pater op bezoek in de klas die ons kwam voorbereiden op de grote dag. Zo leerde hij ons hoe je De Oefening van Berouw kon afraffelen en gaf hij voorbeelden van wat je zoal kon biechten. Wat een clichézonden verzon die man: ”Uit de suikerpot gesnoept.” Wel handig, want dan hoefde je niet je hersens te pijnigen over wat je nu weer eens zou gaan zeggen en wat zeker niet.

Maar de les over de Heilige Drievuldigheid was een heel ander chapiter. Wie kan zich nou als zevenjarige een voorstelling maken van het begrip Drievuldigheid? In zijn inleiding noemde hij het befaamde voorhoede van het goddelijk team: De Vader, De Zoon en de Heilige Geest. Je kunt als kind wel een grenzeloze voorstellingsvermogen hebben, maar dit ging toch echt boven onze petjes. Geen nood, die pater stond in direct contact met de hele Santekraam hierboven. Had hij ergens jeuk? Zijn hand verdween onder zijn pij – heeft een pij eigenlijk wel zakken; zitten die dan aan de binnenkant? - en diepte er een doosje Zwaluw lucifers uit op. Säkerhets tändstickor, stond erop ter verduidelijking, veiligheidstandenstokers. Huh? Het waren gewoon lucifers. Rare Zweden om met lucifers in tanden te gaan zitten pulken. Behoedzaam schuift hij het doosje met het geel-rood-zwarte etiket open en haalt er plechtig en tergend langzaam drie lucifers uit. Ademloos kijken wij toe. Hij pakt de drie lucifers bij elkaar en in één beweging strijkt hij de lucifers aan. Dan formuleert hij het even simpele als ingenieuze zinnetje: “Drie lucifers, één vlam: de Heilige Drievuldigheid!”

Foto: Sav.Ove. Bron: Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0
Foto: Sav.Ove. Bron: Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Ik heb veel vuurtje gestookt in mijn jonge leven. Als ik dan die takken bij elkaar flikkerde ontstond er ook een grote vlam. Nooit heb ik daarbij de gedachte gekoesterd dat dit De Heilige Drievuldigheid symboliseerde. Of dat dat kunstje met drie lucifers volksverlakkerij was.

Ik heb veel gelezen in mijn latere leven, maar het beeld van de drie-lucifers-een-vlam is altijd sterker gebleven dan welke theologische verklaring ook. En de geschiedenis herhaalt zich. Nu vertel ik dit verhaaltje aan mijn kleinkinderen en zij lachen er hartelijk om.

1

Reacties (1)

Marilou NillesenBHIC zei op 3 juli 2020 om 13:36 uur

Dat kan ik me voorstellen, Cor: een fraai staaltje 'aanschouwelijk onderwijs'. En hoewel ik begrijp dat je weinig fiducie hebt in de theorie erachter, is het wel bijzonder dat het je na al die jaren zo is bijgebleven. Mooi dat je dit verhaal ook weer doorgeeft aan de volgende generatie ;)

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.