Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Donderpreken en andere rooms-katholieke gebruiken

Rooms prentenboek

Het was in de periode dat paters van de Orde der Redemptoristen kwamen prediken in alle kerken van onze stad. Zij werkten als missionaris in diverse missielanden. En die preken waren lang niet mals, het leek soms wel of er nooit geen eind aan kwam, zo lang kon een preek duren.

De Pater had het dan vol vuur over de Hemel en het Vagevuur. In het ergste geval konden we ook nog in de Hel terecht komen. Nou, dat zag er helemaal niet goed uit en ik probeerde me dat enigszins voor te stellen. De Hemel leek me wel de beste plek om naar toe te gaan. Heidense gedachten moesten uitgebannen worden, zo vertelde hij.

Het Laatste Oordeel was ook een geliefd onderwerp in de preek om de gelovigen aan te sporen het roomse leven te koesteren. Maar op de vraag wanneer en hoe de wereld dan zou vergaan, daar kon de pater ook geen antwoord op geven!

Zo waren de paters ook naar onze parochiekerk van het Heilig Hart getogen om het geloof te versterken en probeerden ze met preken en biecht horen de parochianen nog roomser te maken dan ze al waren. Omdat we als misdienaars weleens uitgewisseld werden om te vervangen in een andere kerk, kwam ik ook in het vizier van zo’n missiepater. Ik kreeg meteen een paar boeken mee naar huis om ze eens “door te nemen”.

Ja, de pater probeerde op alle mogelijke manieren het geloof te verheerlijken en mij enthousiast te maken. Ze zorgden er ook voor dat er jongens naar het seminarie gingen om opgeleid te worden tot geestelijke.

In de wijk Kalsdonk, waar ik woonde, was alles gericht op het katholieke geloof. De Heilig Hartschool voor meisjes, de Sint Georgeschool voor jongens. In het patronaat, het tegenwoordige buurthuis, mochten alleen maar jongens komen. Een kapelaan of onderpastoor hield ons zootje daar in het oog.

De verkennerij stond net zo onder toezicht van een geestelijke en ook bij voetbalclub R.B.C. hield kapelaan Lanen als 'Geestelijk Adviseur' de touwtjes strak. Hij maakte uit wanneer er gevoetbald mocht worden. ‘s Zondags mocht er pas ná de laatste mis gespeeld worden.

Wanneer we onze pastoor of een van de vier kapelaans tegenkwamen met ‘Ons Heer’ moesten we knielen op straat, een kruisteken maken en een weesgegroetje bidden of een kort schietgebedje opzeggen. Ze waren dan op weg naar een zieke of een stervende. Die had ge-vraagd om het sacrament der Stervenden, Heilig Oliesel of ziekenzalving, te mogen ontvangen en tevens te biechten.

Wij woonden schuin tegenover de Heilig Hartkerk en wellicht had dat te maken met het rotsvast vertrouwen in het katholieke geloof. Alles stond in het teken van het Roomse gebeuren. Christ Buijk was koster van de Heilig Hartkerk. De familie Buijk woonde recht tegenover de kerk, hoek Parklaan-Gastelseweg waar ze een kruidenierswinkel hadden. Op de zolder van hun grote huis hadden ze een altaar staan met de nodige attributen. We speelden daar dan de Heilige Mis na. Op die manier deden we veel roomse wijsheid op.

Iedere morgen moesten we naar de kerk. Nadat we gebeden hadden op school, was het eerste wat de schoolmeester vroeg, wie er naar de vroegmis in de kerk was geweest. Hij hield dat bij in een boek om het de pastoor te laten zien wanneer die catechismusles kwam geven. Bij binnenkomst van onze pastoor of kapelaan moesten we netjes naast de schoolbank gaan staan in het gelid en begroeten.

Bij mijn weten heb ik nooit verzuimd om naar de kerk te gaan. En ik heb ook nooit met enige tegenzin of problemen te maken gehad in mijn lagere-schoolperiode. Het was een mooie tijd en orde en discipline hoorde gewoon bij onze opvoeding!

Eerder verschenen in de Verhalenbank van het Tongerlo Huys,  januari 2015.

30

Reacties (30)

Marilou Nillesen zei op 8 juni 2018 om 20:29 uur

Mooi verhaal Cees! Vast herkenbaar voor heel veel jongens die in die periode zijn opgegroeid. Zeker omdat je je herinneringen heel beeldend verwoord; het brengt die periode echt weer tot leven!

Cor Koene zei op 2 oktober 2018 om 16:20 uur

Onderstaand verhaaltje kreeg ik van Theo Jacobs

Theo Jacobs - Korte preken
Bij ons in de kerk in Achthuizen werden vroeger vaak lange preken gehouden. Ik was daar geen liefhebber van. Hoe korter hoe beter. Korte preekjes onthield ik het best. Eentje heb ik zelfs helemaal onthouden. Het was er een van pastoor Buijs uit Volendam. Na een collecte op zaterdagavond ten bate van de parochiepriester, beperkte hij zich de andere morgen op de preekstoel tot het volgende commentaar: ‘Van de collecte van gisteravond ben ik niet rijker geworden, en jullie niet armer.’

Ook herinner ik me een stukje uit de preek van pastoor Dessing. Het moet op Tweede Kerstdag 1942 zijn geweest. Hij was behoorlijk kwaad. Tijdens de nachtmis waren bij hem op de pastorie de kalkoenen uit de pan gestolen. Hij zag er de humor niet van in. Hoe anders zou bisschop Muskens gereageerd hebben: ‘Wie met kerst niet te eten heeft, mag gerust een kalkoentje stelen.’

wj pantus zei op 2 oktober 2018 om 16:39 uur

kleine correctie: de redemptoristen vormen geen orde maar een congregatie. Vreemd genoeg is de vrouwelijke tak, de redemptoristinnen, juist wel een orde.

Bart van Schijndel zei op 2 oktober 2018 om 18:31 uur

Dit doet me denken aan het volgende vers, dat ik ooit van buiten leerde:

De vaastenpreek van Elzendonk

D'r waar bè ons 's vaastenpreek.
En umdè de pastoor dè beter leek,
kwam 'r unne poater Capucijn.
Vur hum waar 't preken gin Latijn.

En Pietje van d'n herbergier,
zo'n klotjong van un joar of vier,
die wô wè dè z'n moeder ôk zee
dur duvel en geweld mi voaders mee.

En voader zin: "Nee, 't wordt te loat.
En zonne poater wurt gruwelijk koat."
Mar toch toen zag ie ut ventjes' smart
en streek ten leste over z'n hart.

Toen ha de kleine man goei weer,
want 't waar vur hum d'n urste keer
dettie unne Capucijner zaag.
Hij stelde voader vraag noar vraag.

En voader zin: "Zunne pij is bruin
en op zunne kop hi tie unne kruin.
Alted lupt ie op bloote voet
en preken kan ie verdimmus goewd".

En toen ie op de prilstoel stond,
zaag Pietje ôk un touw d'r rond.
En Pietje docht, vergif me 't woord,
dettie vaast laag oan un koord.

Wè gong dieje poater toch te keer.
En sloeg ie mè z'n vuisten neer,
dan sloeg Pietje de schrik um 't lijf.
Dan hield ie voaders vaast, heel stijf.

De poater blif mar domineren
en Pietje kon 't hoast nie mer keren.
En toen inins doar sloeg ie wir
z'n vuisten op de prikstoel nir.

Z'n koord sloeg hillemaol umhoog
en 't waar of ie mè z'n mouwes vloog.
En Pietje riep al wè ie kos:
"Och voader help, want hij is los."

Marilou Nillesen zei op 3 oktober 2018 om 11:51 uur

Dank Cor, W.J. Pantus en Bart voor jullie reacties! En Bart, dat je dit hele vers nog kent; bijzonder hoor! (en erg leuk ;)

M.v.Dooren zei op 3 oktober 2018 om 12:28 uur

Regelmatig werden er Donder Preken gehouden , soms door de eigen Pastoor maak ook dikwijls door vreemde Paters die droegen een bruine toog met een wit koord en met blote voeten in de schandalen. als jongens noemde wij ze de Blote voeten paters.
Maar al te dikwijls werden de parochianen met een Schuldgevoel opgezadeld , dat wij het zo goed hadden en die arme nikkertjes geen eten . dat Schuldgevoel kon je dan afkopen door klink te offeren als de school rond ging.
Menigmaal heb ik mensen die geen RK zijn horen zeggen Rooms Geloof Geld gelooft

Marilou Nillesen zei op 4 oktober 2018 om 10:11 uur

"Blote voeten paters"; treffende omschrijving, M. van Dooren. Ik kan me voorstellen dat als jongen ontzagwekkende verhalen waren om te horen - en dat je dat schuldgevoel er dan ook direct bij kreeg.

'Rooms Geloof Geld gelooft', die kende ik nog niet maar er zijn hier vast mensen die dit wel vaker hebben gehoord. Dank voor de herkenbare herinneringen, M. van Dooren.

Johan van Hirtum zei op 13 oktober 2018 om 14:24 uur

De ervaringen met 'bloten voeten' paters doen ook bij mij herinneringen opborrelen. Eens per jaar kwam er eentje bij ons thuis en het hoogst haalbare voor je was dat je mee op route mocht met deze pater om zijn tas te dragen, deze was gevuld met vooral prentjes om de gulle gevers te bedanken. Deur na deur ging de pater al zalvend en zegenend en intussen ook ontvangend want de tas werd steeds zwaarder, doordat de gevers alleen maar kleingeld konden missen. Klagen was er niet bij, want zo'n indrukwekkende pater met blote voeten koord, kale kruin en indrukwekkende baard maakte daardoor te veel indruk. Voordeel was wel dat er onderweg ook koekjes en snoepjes te scoren waren!

Marilou Nillesen zei op 13 oktober 2018 om 16:39 uur

Prachtig verhaal Johan! Heel beschrijvend waardoor je nu - als lezer - bijna alsnog met jou en de pater meeloopt.

Heb je vaker 'het hoogst haalbare' weten te bereiken, en met de tas mee mogen gaan?

Johan Van Hirtum zei op 13 oktober 2018 om 19:14 uur

Laten we zeggen 'een aantal keren', precies weet ik dat niet meer, maar meer dan genoeg.

Marilou Nillesen zei op 14 oktober 2018 om 15:09 uur

Aha duidelijk Johan ;)

Ton van Riet, Gemert zei op 5 november 2018 om 12:37 uur

Mijn vader vertelde.
Er kwam een pater een boetepreek houden in de parochie-kerk . Een vader zat daar met zijn zoontje, dat voor het eerst mee mocht, naar te luisteren. Het was zo'n pater in een bruine pij met een wit koord om zijn middel. Hij preekte vol vuur, met luide stem en zwaaiende armen, zodat de loshangende uiteinden van het witte koord over de rand van de preekstoel vlogen.
Het angstige zoontje zei toen: "Hij is los pappa, kom vlug, we moeten naar huis".

jo van deursen zei op 5 november 2018 om 14:40 uur

het gehele Christelijke geloof is vol van dergelijke dingen. Voor Rooms katholieken kwam het rijke roomse leven daarbij. Maar dit is ook meteen de reden dat de kerken verlaten worden. Er zijn veel concilies besteed aan allerlei bijzaken. De kern van ons geloven is vergeten.

Lisette Kuijper zei op 7 november 2018 om 13:43 uur

Wat een grappige anekdote, Ton! Die preek heeft in elk geval grote indruk gemaakt :)

Bedankt voor jouw reactie, Jo. Het Rijke Roomse leven werd inderdaad niet door iedereen als positief ervaren en uiteindelijk brak later in de 20e eeuw dan ook de periode van de ontkerkelijking aan...

Ton van Riet, Gemert. zei op 7 november 2018 om 14:06 uur

Dan nog maar een. Ook van mijn vader.

Een jongentje mocht met zijn vader voor het eerst naar de mis.
De collecte-schaal werd voorlangs doorgegeven, zoals gebruikelijk.
Toen dat gebeurd was vroeg de jongen zachtjes aan zijn vader:
"Papa, wat heb jij gepakt, ik heb een dubbeltje."

Lisette Kuijper zei op 8 november 2018 om 12:04 uur

Altijd leuk die verhalen, Ton! Het zou me overigens niets verbazen als dit meer dan eens is voorgevallen in de kerk :)

Ton van Riet, Gemert zei op 30 november 2018 om 16:32 uur

Lisette, zo'n knopje als op jullie site "geluid uit" zou toen wel makkelijk
geweest zijn.

Mariët Bruggeman zei op 1 december 2018 om 09:42 uur

@Ton, haha, dat zou het inderdaad !

Rini de Groot zei op 1 december 2018 om 18:24 uur

Ton, er waren collecteschalen, bakjes, waarin een plankje zat zodat je kon wisselen, misschien was dat met dat zoontje ook. In een museum heb ik er ook gezien met een kaarshouder, misschien wanneer het te donker was, als bijverlichting, nee niet om alvast de sigaar aan te steken !
De mooiste collecteschaal vond ik waarvan de stok een geelkopenpijp, telkens wanneer de schaal geheven werd rammelde het muntgeld naar beneden.
Met papiergeld zou de pijp verstopt raken.
Op een zondagmorgen zat ik met m'n broer een paar banken achter ons Moeke. Er werd gecollecteerd door, Broeder Jan bij de Kruisheren in Uden, hij tilde voor de volgende rij kerkgangers het zakje waaronder ook nog een belletje zat niet hoog genoeg, verder lezen!
Natuurlijk bleef Moeke's hoed achter het belletje steken en pakte de collectant de hoed van het zakje af en zette het hoofddeksel met 2 handen op haar hoofd maar viel er toch weer af. Wij zagen het gebeuren en schaterde het uit.
Geld inzamelen vond ik op deze manier mooier dan tegenwoordig met de doorgeefzak of schaal, afgekeken bij de Protestanten?

Ton van Riet, Gemert zei op 1 december 2018 om 19:04 uur

Rini, waar ik vandaan kom gebruikten ze een stok met een zakje (zonder bel).Er waren nogal wat geruchten dat er veel knopen in terecht kwamen. Dat was de reden, volgens sommigen, dat er schalen in omloop kwamen, dan kon iedereen
zien wat erop terecht kwam en wie de milde gever was.

Rini de Groot. zei op 1 december 2018 om 19:32 uur

En dan die donderpreken, om de tien jaar werd er in Uden een Missieweek gehouden door 3-4 Paters van de Abdij van Heeswijk.
Die begonnen al vroeg in de morgen voor de arbeiders. Het begon met Hel en Verdoemenis hoe verder de week volgde werd dat minder op de laatste dag waren wij ‘bekeerd’ en waren er complimenten natuurlijk voor de gevulde collecteschaal. De grootste gevers, zakenlieden werden met naam vanaf de preekstoel bedankt. En werden aan de uitgang herinneringsprentjes uitgedeeld waarop de namen van de Paters.
Voor alle leeftijden waren er door de week avond diensten een avond voor de opgroeiende jongens ik werd verplicht door mijn ouders deel te nemen. Natuurlijk volgde het vermijden van onze ‘natuurdrift’ bij het slapen gaan handjes boven de dekens !! De volgende dag vertelde ik het op school, waarbij de leerlingen het jammer vonden van de gemiste avond.

Ton van Riet, Gemert zei op 1 december 2018 om 19:52 uur

Tot mijn verbazing lees ik hier en daar dat er mensen zijn die zich preken of gedeelten daarvan kunnen herinneren. Nu ben ik de tachtig al gepasseerd. Het kan dus daaraan liggen, dat ik me geen woord kan herinneren van die honderden preken waar ik dus niet het slachtoffer van ben geweest. Bovendien heb ontdekt dat ik wel een wiskundeknobbel schijn te hebben, maar met een “vroomheidsknobbel” ben ik niet gezegend. Om eerlijk te zijn; ik verveelde me altijd stierlijk in de kerk, en wat doe je dan. Je zoekt afleiding. Ik heb dus andere herinneringen.
Wat ik nog voor me zie. Voor mij zat een man op een bidstoeltje. Zo een die je omdraait om tijdens de preek te kunnen zitten. Hij dommelde langzaam in, zijn hoofd ging langzaam zijwaards naar beneden en tegelijkekrtijd kwam zijn rechterhand automatisch langzaam naar boven om zijn hoofd te stutten. Ik zat te wachten tot hij om zou vallen. Daar gaat hij ja ja ja......... Maar dan schoot hij plotseling wakker, keek verwilderd om zich heen en ging rechtop zitten. Het geheel met enkele herhalingen. Na de preek was blijbaar het geknield zitten voldoende om hem wakker te houden.
Een ander “avontuur”. In de half-negense mis op zondag, zat er altijd een beetje zonderlinge oude man aan de zijkant in de korte banken. Daar ging bijna niemand naast zitten; daar ging ik dus zitten. Hij had altijd een pet op, maar die moest hij natuurlijk in de kerk afzetten. Op een zondag zag ik dat hij een aantel kleine kippenveertjes tussen zijn haren had zitten. Bijna een wonder!
De gregoriaanse melodieen ken ik ook nog en een heleboel latijnse teksten. Toch positief, niet?
Hier zal ik maar ophouden voordat jullie allemaal in slaap vallen.

Mariët Bruggeman zei op 4 december 2018 om 16:47 uur

Bedankt Rini en Ton, voor jullie mooie herinneringen. Deze vervelen ons zeer zeker niet! :)

Ton van Riet zei op 29 december 2018 om 18:21 uur

"Beminde" gelovigen.
Het gebeurde toen van der Heijden nog pastoor was in Beers. Hij had het (weer eens?) te bont gemaakt volgens zijn parochianen. Onder de hoogmis
begon hij met een preek, maar de gelovigen kregen plotseling last van
keelkriebels; ze begonnen gezamenlijk te hoesten, iedere keer als hij weer
wilde beginnen. Hij zei: "Ja, hoesten jullie maar, ik wacht wel, ik heb tijd
genoeg." Natuurlijk hielden ze er na een tijdje mee op, maar ze hadden
wel hun punt gemaakt. Wie het me vertelde weet ik niet meer, maar het
zou mijn vader kunnen zijn.

Rini. zei op 30 december 2018 om 07:29 uur

Na een zeer drukke werkdag, toch weer achter de pc om de herinneringen vast te leggen. Dat zijn er dan 3, met Geert V. die de tachtig gepasseerd zijn en belevenissen mailen. Hoe zouden de herinneringen zijn bij andere Godsdiensten, jammer krijgen we alleen reacties van Roomse zijde.
Korte banken, bij ons ‘De Staties’ genoemd, ge kon de schilderstukken aanraken, uit m,n geschreven verhaal, in: Pesjonkelen.

Als kind nam vader mij mee naar de kerk om te gaan pesjonkelen. Hij plaatste mij rechts in de staties; de bankjes geplaatst langs de kruiswegstaties. 'Blijf jij hier maar zitten' en legde zijn pet in het kerkbankje naast mij neer. Na voor mij - te lange afwezigheid van vader - dacht ik dat hij naar huis vertrokken was, mij alleen achterlatend. Ik pakte zijn pet en vertrok. Buiten trof ik hem buurtend aan. Hij stuurde mij weer terug het gebedshuis in. Terug in de bankjes bedacht ik me dat ik beter via een andere uitgang het hazenpad had kunnen kiezen.

Mijn ogen waren onder de mis gericht in het missaal. Toen een tante bij m,n Pl. Communie vroeg wat wilde geld of een kerkboek zei ik, een missaal. Wat moest ik met geld?
Uit de nachtdienst komende, ondertussen Hemelvaart 1961, verplichte mis bijwoning, viel ik in slaap onder de preek met het gedraaide stoeltje. Ik werd na de preek gewekt door de buurman

Ton van Riet, Gemert zei op 30 december 2018 om 20:25 uur

Rini, dat over reacties van andere godsdiensten sprak mij aan. Kijk eens bij Son en Breugel, Genovevakerk. Daar heb ik me proberen te verplaatsen in sommige van mijn gereformeerde voorouders. Veel Brabantse anders-gelovigen die over vroeger kunnen vertellen zijn er (nog) niet. Of bedoel je ook iets-isten en niet-gelovigen?

Patrick den Ouden zei op 4 mei 2019 om 18:49 uur

Mooi om uw verhaal dit verhaal te lezen Cees Sep. Chris Buijk was mijn opa. Dan zult u mijn moeder ook wel gekend hebben, Toos(je) Buijk en haar broer Toni, Theo en Piet. Heb vernomen dat opa koster was. Echter, ik ben van1970 dus jammergenoeg vrij weinig van meegekregen. Nogmaals leuk verhaal......

Cees Sep zei op 20 december 2019 om 22:00 uur

ja ik heb de hele familie gekend . Jou opa was koster in de Heilig Hartkerk in Roosendaal. De familie woonde op de Gastelseweg -hoek Parklaan . Ze hadden daar een kruidenierswinkel. Mijn ouders hadden een slagerij ,hoek Parklaan -Gastelseweg.Schuin tegenover de Heilig hartkerk.

Julian zei op 29 augustus 2020 om 19:23 uur

Een pastoor heeft mij wel eens verteld dat er ook kerken waren, waar tijdens de preek het hele zangkoor naar een kamertje achter het koor ging... waar ook een krat bier stond. Dat is tegenwoordig gelukkig niet meer denkbaar. Degenen die nu naar de kerk gaan, komen uit overtuiging en niet omdat het moet.

Rini Groot de zei op 29 augustus 2020 om 21:48 uur

Donderdag bezocht ik de Parochiekerk van Hilvarenbeek voor de Begrafenisdienst van een familielid. Ruim voor de aanvang maakte ik een rondgang door het Godshuis en zag op de omloop van de Preekstoel een grote zandloper. Hiermee konden ook kerkgangers het ‘Amen’ van de Donderpreek volgen. Op het Priesterkoor bevond een wierookstandaard bestemd voor twee vaten.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.