Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Rooms prentenboek

De Vastentijd, die zes en een halve week duurde, gold als voorbereiding op het hoogfeest van Pasen. Tijdens de mis droeg de priester een paars kazuifel en in de liturgie ging het vooral over zonden en boete doen. Logisch dus dat er juist in deze tijd van het jaar veel mensen gingen biechten.

Ook in de huiselijke kring merkten we goed dat de vastentijd aan de gang was. De volwassenen, vader en moeder dus, aten minder: zij mochten maar één volle maaltijd per dag gebruiken en bovendien op Aswoensdag en de vrijdagen geen vlees. De volle maaltijd was doorgaans het  - warme – middageten. Bejaarden en kinderen waren hiervan vrijgesteld, maar voor de jeugd gold wel een andere regel: er mocht niet worden gesnoept. Zo ontstond het vastentrommeltje.

Ook al kocht moeder thuis tijdens de vasten geen zoete lekkernijen, die kregen we als kind heel gemakkelijk, wanneer we voor een boodschap naar de bakker of de kruidenier werden gestuurd. Terwijl het water ons bij wijze van spreken uit de mond liep, namen we het lekkers mee naar huis, waar elk kind zijn of haar trommeltje op een veilige plek bewaarde. Koekjes en snoepjes, alles werd door elkaar erin gestopt. Toch ontdook ons moeder enigszins het snoepvasten: van rietsuikerstroop maakte ze stroopbrokken. Die mochten we van haar wel eten, want dat was volgens haar geen snoep.



Foto: BHIC / Paul Huismans
Foto: BHIC / Paul Huismans

Op de vierde zondag na Aswoensdag was het Halfvasten. Dat kon je zien aan het roze kazuifel dat de priester dan droeg tijdens de mis. De teksten en gezangen waren die dag wat lichter en vrolijker van toon: wees blij, want het is bijna Pasen! Thuis mocht het vastentrommeltje worden aangesproken. Wie er zuurtjes in had gestopt, kon er donder op zeggen dat deze waren verkleefd met koekjes en toffees. Maar het gaf een goed gevoel de bodem van het trommeltje in zicht te krijgen. ’s Avonds ging het deksel weer erop, want er waren tot Pasen nog drie weken te gaan.

Herinneringen aan de vastentijd

W. van Unen uit Oud-Gastel

Mijn ouders waren streng katholiek en er werd zeer goed opgelet wat er allemaal op tafel kwam en ook wat er in de knapzak ging. Er werd dagelijks maar één volle maaltijd geserveerd. En dat was knap lastig als je een behoorlijk zwaar beroep had in een ijzergieterij. Maar er was geen pardon. Ik kan me nog herinneren dat we een half ei kregen en een stukje bukkum (bokking).

E. Voermans uit Zaamslag

Als kind kregen we aan het begin van de vastentijd altijd een trommeltje. De snoepjes die we gedurende de zes weken kregen, moesten we daarin bewaren. Ik weet nog dat ik iedere woensdagmiddag na school voor een mevrouw in de buurt bij een bakkertje boodschappen ging doen. Als beloning ontving ik dan een lolly. Die ging braaf in het trommeltje. We waren met vijf kinderen en het was een sport om zoveel mogelijk snoepgoed bij elkaar te sparen. Op zondag mocht je er af en toe iets uithalen, maar als je sterk was, bleef je er ook dan vanaf. Dan had je op paaszaterdag, als het deksel er definitief af mocht, lekker veel.

J. van Beek-Dijkstra uit Dongen

De hoofdzuster van de bewaarschool in Waalwijk had veertig kinderen in de klas en ik hield ze soms een beetje bezig. De kinderen leerden onder meer een liedje dat speciaal was afgestemd op de vasten. De tekst luidde: ‘Vasten is een blij vermaak. Het zal ons in de hemel helpen, want vasten is een heilige zaak.’

P. Lijmbach-Suijkerbuijk uit Woensdrecht

Op de eerste zondag van de vasten las de pastoor de namen voor van degenen die niet hoefden te vasten. Als kind vond ik die lijst heel mooi. Wat wisten we toen van het beroep van gevangenisbewaarder. Ook de politie was vrij van vasten. Er werden veel beroepen genoemd, zoals dat van veldwachter. Ook dienstmeisjes die toevallig bij een niet-katholieke familie werkten, kregen dispensatie. En vrouwen die in ver­wachting waren of die zelf hun kind voedden.

J. van de Eijnden-Breugelmans uit Zegge

Politiemensen en sommige ambtenaren hoefden niet te vasten, omdat ze nachtdienst hadden. Ze hoefden toch geen zwaar werk te doen, in tegenstelling tot een boer die in het voorjaar hele dagen achter de ploeg door de losse grond ploeterde, maar die wel moest vasten. Net als metselaars, opperlieden en stratenmakers.

L. Geers uit Halsteren

Mijn vader zaliger werkte in ploegen in een van de ijzergieterijen in Bergen op Zoom. Moordend werk in damp, stof en hitte veroorzaakt door het gloeiende metaal. Heel zwaar en uitputtend en voor een paar grijpstuivers. Vermoeid tot op het bot kwam hij thuis na zijn nachtdiensten. Na een paar karige boterhammen verdween hij in de bedstee en viel doodmoe in slaap. Als je zo hard moest ploeteren voor een hongerloon, was je nog blij met een ranzig stukje vet spek. Dat was ook zo op een zekere vrijdag en dus onthoudingsdag. Mijn moeder had niks anders in huis dan wat aardappelen, roggebrood en een beetje spekvet. Moeder bakte dat spek op de plattebuiskachel. Vader kon een bord aardappelen naar binnen werken met sla uit zijn eigen tuin en wat spekvetsaus. De uitgebakken speklapjes, kripkes noemden wij die, lagen op de rand van zijn bord. Op dat moment kwam de pastoor onverwacht op huisbezoek. Moeder verstijfde van schrik. 'Gauw dat spek weg', gilde ze, want het was vrijdag. Het werd vliegensvlug op de tafelschuif gegooid. De pastoor, eenmaal binnen, snoof eens en keek bedenkelijk. Gelukkig zei hij niks over de lucht van gebakken spek. Nadat de pastoor vertrokken was, kon vader zijn spek opeten en vervolgens weer zo mager als een lat en lijkbleek aan zijn nachtdienst beginnen.

Bron van deze herinneringen

Ad Rooms, Het Rijke Roomse Leven: Herinneringen met weemoed en weerzin, Raamsdonksveer 2002-2006

12

Reacties (12)

Louis Bouwman zei op 3 oktober 2018 om 09:03 uur

Vastentrommeltje. Sprekend voorbeeld van de scheve relatie tussen geloven en godsdienstpraktijk. Mijn ouders (1902 en 1908) drukten met hun deelname aan het "rijke Roomse leven' een stempel op het gezin. Hun visie op het leven als mogelijkheid èn als opdracht. "Wij doen gewoon rustig mee." In een ontspannen sfeer hebben zij -voor mij(1935) - een dimensie geopend: achter de praktijk en de regels.
"Probeer wat jou aantrekt in het leven jouw eigen vorm te geven. Als dat niet strijdt met liefde, eerlijkheid en God. Dan leef gerust: de rest is ballast, overdreven."

Ton van Riet, Gemert zei op 19 maart 2019 om 17:50 uur

Vasten en andere plagerijen.
"Offers" en "offertjes brengen", om maar te zwijgen van "zelfkastijding", iets wat blijkbaar erg belangrijk was in het geloof, daar heb ik nooit iets van begrepen. Mooi voor mysantropen en masochisten, maar niet voor mij. Kortom, wat had je daaraan of wie had daar wat aan. Later begon ik te denken dat het misschien een psychologisch effect had, bedoeld om iedereen nog beter in het gareel te houden.
Bij ons thuis werd wel eens een halfhartige poging gedaan om vastentrommeltjes in te voeren. (Als je dat niet deed, viel dat op en dat kon je ook niet hebben, niet waar!). De hoeveelheid versnaperingen in die tijd niet erg overvloedig. Als je al iets kreeg, was dat op zondag en dan mocht je het meteen opmaken. Nu ben ik iemand die voornamelijk koddige meemaaksels opslaat in mijn geheugen. Een neefje uit Rotterdam was op bezoek tijdens de vastentijd. Wij vroegen hem of hij een vastentrommeltje had daar in Rotterdam. Hij antwoordde vrolijk: "Nee, want mam vreet toch alles op". Kijk dat maakt nog eens indruk! De vleesloze onthoudingsvrijdag ging bij ons nogal al eens ongemerkt voorbij. (Wij hadden ook geen kalender.) Mijn moeder had wel wat anders aan haar hoofd, zoals ze wel eens opmerkte. Zo kon het gebeuren, ik zat toen op de Mulo in Grave, dat we "tussen de middag" onze boterhammen zaten op te eten rond de kachel achter in het leslokaal. Plotseling begon er een jongetje met uitpuilende ogen en een uitgestoken wijsvinger te wijzen naar mijn boterham, al roepend OEH.... OEH....enz. Ik Keek verbaasd naar mijn boterham, denkend dat er een vies beest op zat of zoiets. Er zat spek op en het was vrijdag. Iedereen keek natuurlijk en ging vervolgens door met eten, ik ook . Ook de frater reageerde niet. Dat jongentje, hij woonde in hetzelfde dorp als ik, ging later met mij naar school in Nijmegen. Hij was er zo een die het leuk vond om iemand te betrappen op iets waarvan hij geleerd had dat het “zondig” was. Het feit dat wij in het weekend naar de bioscoop in Cuijk gingen was voor hem het toppunt van boosheid. . Dat gaf hem blijkbaar een alibi om te pesten. (Hij had blijkbaar de gewenste godsdienstige opvoeding genoten: ik niet.) Heel veel jaren later ontmoette ik hem toevallig in een nachtbar. Hij wist zich geen houding te geven. Blijkbaar had hij het gevoel dat ik hém betrapte.

Martie van Dooren zei op 19 maart 2019 om 21:25 uur

Geboren in 1933 in een Boeren Peel Dorp
En heb al die taferelen meegemaakt .
De Kerk c,q, Pastoor preekte dat er veel kinderen moesten komen .
Stierf een pasgeboren kind en de tijd was te koert om het te dopen
werd het NIET op geweide grond begraven .
Dat moet op de ouders een geweldige verdrietige gebeurtenis zijn geweest
het kind verloren en de schande die ze jaren meegedragen hebben .
De mensen spraken er schande van , doch de angst zat er zo in dat ze niet rechtstreeks bij de Pastoor durfde te kagen .
Wel en zeiden in huiselijk kring .
Dat onschuldige kind is net als een hond in de grond gestopt .
Het is moeilijk voor mensen die zulke tijd niet hebben meegemaakt om zich in zulk situatie te verplaatsen .
De kerk preekte dat het geloof een ,, vrijheid ,, .
Doch discipline vierde hogtie .
M . v, Dooren

Ton van Riet, Gemert. zei op 20 maart 2019 om 00:16 uur

Inderdaad erg harteloos van de aanbidders van het "heilig hart".

Marilou NillesenBHIC zei op 20 maart 2019 om 19:32 uur

Bedankt Ton en Martie, voor jullie bijdragen. Kostelijk verwoord, Ton, hoe jij de vastentijd - en alles wat daarbij komt kijken - hebt beschreven. Het is misschien niet altijd je intentie maar ik heb het glimlachend gelezen.

Dat er ook een heel donkere tijd aan die tijd zat, beschrijf jij op een intense manier, Martien. Aangrijpend en indrukwekkend.

Beide veel dank!

Ton van Riet, Gemert zei op 20 maart 2019 om 19:44 uur

Marlou, ik moest zelf nog grinniken toen ik het schreef.

Marilou NillesenBHIC zei op 20 maart 2019 om 19:55 uur

;)

Ton van Riet zei op 30 mei 2020 om 16:51 uur

Je had een 4-daagse,
maar ook een 40-daagse.
Je zou het bijna vergeten,
dat je niet zo veel mocht eten.
En zeker niet in één keer.
Voor wat, of wie ook weer?
Het heette dan versterving,
Zodat er niet zoveel uit ging,
Als er normaal wel in ging.
Maar het scheelde in ontlasting!

Marilou NillesenBHIC zei op 1 juni 2020 om 16:49 uur

Dat laatste wil ik graag geloven, Ton :)

Het zei me zelf heel weinig, deze versterving dus ik heb een snelle zoektocht online gedaan. En daar vond ik onder meer dit: https://www.kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/v/vasten (en dan een beetje naar beneden scrollen...)

Ton van Riet. zei op 1 juni 2020 om 17:43 uur

Ja, Marilou daar werd je op school al veel mee "om de oren geslagen", zoals dat heet. Ik kan me niet herinneren dat er bij ons thuis iets aan gedaan werd. Het was zo-wie-zo al niets voor kinderen en onderhevig aan mijn moeders favoriete uitdrukking: "Ik heb wel wat anders aan mijn hoofd" of woorden van gelijke strekking. Het is wel leuk om terug te kijken naar dat "nu vreemde wereldbeeld" van toen, opgroeiend in zo'n klein dorpje Beers.

Marilou NillesenBHIC zei op 2 juni 2020 om 09:57 uur

Dat is het zeker, Ton, al is het alleen maar om aan te tonen hoe zaken kunnen veranderen. Overigens kan ik me prima vinden in de favoriete uitdrukking van je moeder ;)

Ton van Riet zei op 2 juni 2020 om 13:41 uur

Zo'n persoonlijke noot is ook nooit weg. Mooi. Je moet ook bedenken dat het de tijd was van WOII en de jaren daarna. (Ik ben van 1937). Dat was eigenlijk al een "Grote Vasten" voor de meeste mensen, vergeleken met de voorspoed die ze gekend hadden daarvoor. Het is nu bijna niet meer voor te stellen.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.