Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Nieuwe theologie in Brabant (1): Onrust in de zielzorg

Rooms prentenboek

Na de Tweede Wereldoorlog begon er een nieuwe wind te waaien in de katholieke kerk, ook in Noord-Brabant. Gerard Strijards schreef er een drieluik over, toegespitst op zijn toenmalige parochie van de H. Theresia.

Een diplomatieke monarchale paus

Paus Pius XII (foto: Michael Pitcairn, 1951. Bron: Wikipedia. Publiek domein)
Paus Pius XII (foto: Michael Pitcairn, 1951. Bron: Wikipedia. Publiek domein)


Paus Pius XII Pacelli had de kerkelijke rooms-katholieke organisatie diplomatiek en listig door de wereldkrijg weten te voeren die we nu Tweede Wereldoorlog noemen. Anders dan zijn veel meer geharnaste voorganger Pius XI Ratti had hij het openbare conflict met de totalitaire staten Nazi-Duitsland, Fascistisch Italië en militaristisch Japan weten te vermijden, ook als het om de actuele toepassing van de rassenleer was gegaan. Want de drie staten hadden alle drie hun nationale draai weten te geven aan de toepassing van de biotisch-biologische leer die Charles Darwin had weten te ontwikkelen met betrekking tot de evolutiestadia van de mens als diersoort. Want ook Darwin wond er uiteindelijk geen doekjes om: de mens was een zoogdier. A mammal, erkende Darwin op een geruchtmakend Londens congres van evolutionisten. Dat raakte de door de katholieke kerk uitgedragen Heilsleer in de kern.

Het wezen van de mens als scheppingsresultaat

Genesis stelde de mens als Godsgelijkend wezen voor, dat zielsbevlogen per definitie van den aanvang van de schepping in staat was geweest gelijkwaardig met zijn Schepper te discussiëren over Goed en Kwaad, de Zonde en de Vrijheid van de Wil. Aanvankelijk was de materiële chaos en verarming in Herrijzend Nederland zó overheersend dat leniging daarvan  op de eerste plaats kwam. Tegen 1950 begon het er een beetje op te lijken. Er was wel geleide loonpolitiek en bestedingsbeperking. De eerste staatspensioentjes konden evenwel uitgekeerd worden. Het was nog geen vetpot.

In de katholieke zuil was er ruimte om tóch eens kritisch na te denken over de opstelling van de kerkleiding in de oorlogsjaren. Ook in Brabant, waar men gedeeltelijk al eerder bevrijd heette en waar de USA-supplies al snel bij konden dragen aan de primaire noden van de Brabanders.

Het Nederlandse conservatieve episcopaat

Wilhelmus Mutsaerts, 1943-1960 bisschop van 's-Hertogenbosch in 1951 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden; BHIC fotonr. 1657-000058)
Wilhelmus Mutsaerts, 1943-1960 bisschop van 's-Hertogenbosch, in 1951
(foto: Fotopersbureau Het Zuiden; BHIC fotonr. 1657-000058)


Over de aartsbisschop van Utrecht, nu kardinaal Jan de Jong, had men geen echt klagen. Die had de kerkprovincie openlijk de stem doen verheffen tegen de Jodendeportaties en de Arisering van de bevolking. Via kanselboodschappen, tevoren aangekondigd en in menigvoud verspreid. Maar hij was een van de weinige kerkvorsten geweest. Dat bleek na de oorlog echt wel. Onder de opvolger, Mgr Dr. B. Alfrink, keerde de kerkprovincie weer terug in de oude sporen. De bisschoppen bevalen hun gelovigen op de Katholieke Volkspartij te stemmen en andersdenkenden in de publiek domein te mijden. Eenheid, dat was het parool. Voortgaan met de bekering van Nederland.  Dat ervoeren de beminde gelovigen echt wel. Er kwam een soort wrokkig omzien op gang onder deze katholieken, al blééf het opzien tegen zijn priesters die het wegens de celibataire levensgang bewonderde en gezag toekende wegens hun veronderstelde geleerdheid.

Maar dat alle zegen nu echt van boven moest komen, vanuit de toppen van de geestelijke hiërarchie, dat was niet meer onomstreden. De gelovige leek had in dit opzicht overduidelijk in ieder geval meer levensfeitelijke ervaring. Die moest werken in nijverheden en grotere ondernemingen waar arbeidsomstandigheden heersten en perverse gezagsverhoudingen waar de heren met het priestercollaar geen wéét van hadden.

Onrust in de zielzorg

Onrust in de zielzorg
Onrust in de zielzorg


En daarover heerste eigenlijk in de gelederen van deze arbeidersklassen onrust die aan de zielzorg bijzondere eisen stelde. Zo heette een geruchtmakend boek dan ook: “Onrust in de Zielzorg” waaraan ook kloosterlingen hadden bijgedragen die in de biecht die flakkerende onrust en de daarbij behorende onvrede krachtig uitgeserveerd kregen door hun klanten. Die ook kloegen dat de priesters veel te aanmatigend waren betreffende de seksuele verhoudingen die idealiter behoorden te bestaan tussen man en vrouw, in de echtvereniging verbonden. Wat, zo was de vraag, wisten deze biechtvaders er eigenlijk van? De priesters hoorden het aan. Maar wat ze er mee moesten doen, dat wisten ze eigenlijk niet. Hun eigen geestelijk gezag verbood doorgaans ook exploratie van dit nieuwe, voor dat gezag zo onbekende terrein. Van onderop kwam nu, ook in Brabant, een min of meer spontane reactie.

Gedialogiseerd gregoriaans en de priester-arbeider

De doorontwikkeling van de gregoriaanse volkszang in gedialogiseerde vorm. En het optreden van de priester-arbeider, die de barre werkomstandigheden aan de lopende band, de stukgoedhaven en de zware metaalnijverheid zelf aan den lijve wilde ondervinden. Bijvoorbeeld de kwelling van het glasblazen op stukloon, zoals bij een grote lampenfirma in Eindhoven nog steeds gebruik was. Bij de eerste vernieuwing hoorden vooral volkszangertjes in spierwitte rulle habijtjes met een grof houten kruis om de nek, bij de tweede priesters die vanaf de kansel ook eens spraken over de onduldbaarheden waar de arbeiders nog altijd mee geconfronteerd werden. Dat waren speciale types, die priesters, die geen blad voor de mond plachten te nemen. Al droegen ze plichtmatig een collaar bij hun blauwe overall met de gereedschapstas aan de zware middenriem. Vernieuwingen van onderop. Niet opgelegd door gemijterden.

De koorzangertjes van het Heilig Hartkoor verbonden aan de paterskerk bij het klooster "Mariënhage" te Eindhoven bij de kerstviering van Jansen de Wit in Schijndel. Het koor maakte veel furore via de KRO, ook landelijk. Het luisterde zelfs te Rome in de Sint Pieterskerk pontificale missen op (Bron: Beeldcollectie Jansen de Wit. BHIC, fotonummer 1906-000738)
De koorzangertjes van het Heilig Hartkoor verbonden aan de paterskerk bij het klooster "Mariënhage" te Eindhoven bij de kerstviering van Jansen de Wit in Schijndel. Het koor maakte veel furore via de KRO, ook landelijk. Het luisterde zelfs te Rome in de Sint Pieterskerk pontificale missen op (Bron: Beeldcollectie Jansen de Wit. BHIC, fotonummer 1906-000738)


 

Bekijk alle delen van de serie

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.