De eerste drie jaren op de Aloysiusschool waren verdrietige en eenzame Jaren voor me. Niet alleen werd me afgeleerd het linkshandig schrijven, wat veel knoeierij en weinig ‘arbeidsvreugd’ opleverde, maar in de tweede klas werd eindelijk ontdekt dat ik slechte ogen had en hetgeen op het schoolbord werd geschreven niet kon lezen. Door een Chinese of Japanse oogarts uit de St Jozefstraat in Den Bosch werd me een brilletje aangemeten.
Verder sprak ik de ”SCH” niet goed uit; school werd sjool en schip werd sjif. Dit tot grote hilariteit van de overige leerlingen en dat terwijl ik dacht de woorden goed uit te spreken. Gelukkig werd dit in het derde leerjaar gecorrigeerd door een logopediste. Ik dacht dat zij Mw. Koek heette.
Ik had echter een steun en toeverlaat en dat was “Tonneke die dood is”. Hij was mijn toeverlaat toen en is het nu nog steeds. Tonneke was mijn overleden broertje. Hij stief in 1947 aan een hersentumor. Ik werd geboren in 1948 en ook Tonneke genoemd. Binnen ons gezin leefde Tonneke als “Tonneke die dood is” voort. Hij werd begraven op het kindergedeelte van het kerkhof van de H. Hartkerk.
Vooraan in de H. Hartkerk had je twee zijbeuken (of nissen). Links zaten de jongens en rechts de meisjes. Rechtsachter bij de jongens zat steeds een broeder en ik neem aan dat bij de meisjes er een zuster aanwezig was om de orde te handhaven. Ik zeg dat ik dat aannam, omdat het alltaar tussen ons stond en ons het uitzicht op de meisjes ontnam.
Iedere zondagmorgen glipte ik door de zijdeur naar de begraafplaats en ging naar het graf van Tonneke. Zittend op de rand van zijn grafje kon ik dan mijn verdrietjes kwijt en sprak ik met hem. Zo ook die zondagmorgen, toen een bejaard echtpaar aangewandeld kwam.
Ze zagen en hoorden me en de man vroeg hoe ik heette. Geheel ter goeder trouw antwoordde ik dat ik Tonneke Krijnen heette. Op datzelfde moment kreeg ik een draai om mijn oren en hij snauwde me toe dat ik oudere mensen niet voor de gek moest houden. Begrepen deed ik het niet en pas later begreep ik, dat de beste man dacht dat ik hem voor de gek had gehouden.
Nu, 65 jaar later, denk ik terug over die eerste drie jaren van de lagere school en denk dat het verschil tussen de ‘grote mensen wereld’ en de ‘kleine kinderen wereld’ gelukkig een stuk kleiner is geworden.
Foto's
- De derde klas van de Aloysiusschool, met broeder Hermenigald (coll. Ton Krijnen)
- De tweede klas van de Aloysiusschool, met meester Brekelmans (coll. Ton Krijnen)
- Het kerkhof van de H. Hartkerk in Vught (Foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord Brabant; coll. BHIC fotonr. PNB001071741)
Reactie toevoegen