Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Katholieke geopolitieke rechtsgeschiedenis (3)

Rooms prentenboek

Op BHIC komen bij de collectie foto’s op de site regelmatig afbeeldingen voor, die genomen zijn van bladzijden uit een enorme foliant met de titel Neerlandia Catholica, op de titelpagina zelf vertaald in het Nederlands als Het Katholieke Nederland. In dit slotdeel gaat Gerard Strijards in op de katholieke geschiedschrijving op basis van Neerlandia Catholica.

Het boek als politieke stunt

Thijm had in dit druktechnisch, editorial en historiografisch hoogstandje vervat in dat enorme boek vrijwel alles geïnvesteerd wat destijds de vooraanstaande katholieke leken konden opbrengen. Want het project was een echt lekenproject. De bisschoppen waren met dat project zoals gezegd niet écht gelukkig, omdat ze het nogal provocerend vonden van aanpak en doelstelling.

Maar zich er bij kanselbrief van distantiëren, dat was ook weer een brug te ver. Het voorbereidingstraject was groot en breed opgezet, diverse notabelen waren financieel flink geïnvolveerd en bovendien was het Vaticaan met het initiatief al lang op de hoogte. Het juichte het toe: deze sympathie- en eerbetuiging aan de Paus juist uit een noordelijk protestants land kwam politiek heel erg goed uit.

Strijp in de Neerlandia Catholica (blz. 182)
Strijp in de Neerlandia Catholica (blz. 182)


Paus Leo XIII als gevangene van het Vaticaan

Vergeet niet, dat de Heilige Stoel met het Italiaanse Koninkrijk flink overhooplag. De Italiaanse monarchie had aan de Stedehouder Christi diens wereldlijke positie als soeverein staatshoofd volledig ontnomen. In 1870 was het hele kerkelijke territoriale rechtsgebied van die staat geannexeerd door de nieuwe Italiaanse eenheidsstaat onder het Huis Piëmont en Sardinië, nog wel op aanstoken van neoliberalen en sociaaldemocraten zoals men Garibaldi, de aanvoerder van de Italiaanse militie, zou kunnen inboeken.

De grotere Westerse Mogendheden, Groot-Brittannië voorop, waren de Pauselijke Onfeilbaarheid, dogmatisch gedefinieerd op het eerste Vaticaans Concilie van 1870-1871 niet best gezind. Om het mild uit te drukken. Velen van hun hadden hun gezanten, ambassadeurs en bijzondere gevolmachtigden bij het Pauselijk Hof teruggetrokken. De Paus zat op de Vaticaanse berg, omringd door een hem vijandige staat. De Italiaanse. De Paus kon er niet af. En het Paleis niet uit. Hij gold als gevangene in de Leo-stad.

Het blijk van loyaliteit aan het gezag van de Heilige Vader

En daar was nu ineens een blijk, dat men niet over het hoofd kon zien, dat een van de oudste reguliere staten in Europa de Paus als opperhoofd van de Christenheid volledig zag zitten. En dat nog wel uit een protestants land met de steilste calvinisten. Daarom maakte die Stoel van de receptie van de feestdelegatie uit die mistige moerasdelta een groots evenement. Dat was juist de bedoeling van Thijm. Hij zocht een steunpunt, geopolitiek, buiten Nederland, waaraan de Nederlandse Katholieken een zekere volkerenrechtelijke legitimatie konden ontlenen als zelfstandig volksdeel binnen een natiestaat.

Dat zelf kon zorgen voor politieke positionering jegens het sociale vraagstuk, de economische verhoudingen, de representatieve democratie en het kiesrechtcriterium, passief en actief. Want de meeste Nederlanders mochten nog niet ter stembus gaan, en niet als politicus gekozen worden. Thijm wist dat de bisschoppen in Nederland daar helemaal geen raad mee wisten en dientengevolge ook de priesters onder hun kromstaf niet. Dan zouden de leken deze emancipatie aanvatten!

Brabant-promotie

Tegelijkertijd kon dat boek dienen om Brabant, dat oer-katholieke dierbare gewest, te verlossen uit zijn staatkundige lethargie, achterstelling in de staatkunde en de benoembaarheid tot hogere ambten. Vervolgens was de katholieke historiografie in het boek vleiend voor de Brabo’s, die nog altijd vanuit de Randstad werden gezien als achterlijke onderdanen die tot geen grote daden in staat waren, veel te motorisch, muzisch en het vermogen missend tot wetenschappelijke diepgang. 

Brabant was dan toch maar de zetelplaats van de alleenzaligmakende kerk geweest van de Lage Landen, sedert Willibrord dat ziltige door wouden overtogen kweldergebied had gekerstend. Die kerk waren de Brabo’s getrouw gebleven, niettegenstaande alle gewin dat ze hadden kunnen spinnen bij de Opstand van 1568. Ze hadden zich van de protestantse ketterij die het calvinisme bood vol weerzin afgekeerd.

Ze waren hun Opperherder gaaf getrouw gebleven niettegenstaande achterstelling en vervolging die ze deswege hadden moeten dulden. En daarvan gaf het boek treffende voorbeelden: de schuilkerken, de begijnhofjes, de missieposten in Spaanse enclaves of die van de Duitse Orde, zoals te Megen, Gemert, Gestel, Ravenstein. De kloosters, die steeds weer herleefden. De missionarissen uit Belgenland en de Apostolisch-Vicarissen die door de bevolking op handen werden gedragen.

Nederland was eigenlijk katholiek

Want eigenlijk, eigenlijk, was héél het Nederlandse Volk in het hart katholiek gebleven. Door de eeuwen trouw. En op deze wijze baande dit boek de weg voor de zelfstandige katholieke lagere en middelbare scholen, die ook op deze wijze Nederlandse geschiedenis gingen geven. Geen vaderlandse, dat verwees te zeer naar Willem de Zwijger.

Deze geschiedschrijving dwong Thijm en de zijnen wel heel veel weg te laten uit dat eenzijdig narratief: de gebrekkige opleiding van de priesters, hun absenteïsme, hun gehechtheid aan de stoffelijkheden van deze wereld, hun bepaald niet onberispelijke levensgangen en hun neiging veel te zware heffingen te eisen voor sacramenten en sacramentaliën en ook hun beheptheid toch met geldhebbenden samen te zweren tegen de bevolking. Die dat best doorgrondde.

De Catharinakerk in Eindhoven
De Catharinakerk in Eindhoven


De voorstelling dat de kerk de middeleeuwen uiterst pieus doorstaan had, klopte echt niet. Maar Thijm geloofde haar. Want dat wilde hij. En dus werd dit uiteindelijk ook het ijkpunt voor het katholieke onderricht op de middelbare scholen, de instellingen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs ná 1923. Iemand als Lodewijk Rogier zou er internationale faam mee verdienen als schrijver van indrukwekkende katholieke historische monografieën, ook al spaarde hij de roede ten laste van al te geldgrage prelaten zoals Sonnius van Son en Breughel niet.

Een onbegrijpelijk en onbegrepen schoollied

En ook hij kon zich niet aan de slachtofferrol onttrekken waarin deze geschiedschrijving de oprechte vrome plaatste: de Brabo, slachtoffer van de Hollandse arrogantie, die zo hard moest sappelen om zich staande te houden spijts alle achterstelling. Dat was ook de teneur van ons onbegrijpelijk schoollied, dat wij enthousiast met glinsterende ogen nog schallend aanhieven bij het begin van het schooljaar in de Eindhovense Sint Catharinakerk:

Beeld van Sint Joris in onze Vaan!
Treden ten strijde wij samen aan!
Op ’t wereldmonster,
Jeugdig van moed
Zetten wij tartend krachtig de voet.
Voor ’t Edel Brabant
Dierbaar Gewest
Eeuwen te winnen
Doen wij ons best!
Hun die geloven worden van boven
Krachten geschonken voor die strijd
Nimmer dralend, nimmer falend
Zijn wij ten kamp bereid

Knarsend en piepend kermde het schoolorkest via violen, cello’s en de bas mee, terwijl de spaarzaam ingezette trompetten gelukkig maar kort klaterend hoefden te schallen, terwijl de muziekleraar de Heer Maessen via het enorme Verschueren-orgel alle dissonanten wegmoffelde door de registers steeds verder open te trekken. We begrepen niets van wat we zongen. Dus moest het heel erg waar zijn.

Lees ook de andere delen

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.