Ferdinandus Johannes Petrus van Etten werd op 7 januari 1830 in Etten-Leur geboren. Zijn ouders waren notaris Johannes Antonius van Etten en Petronilla Catharina van Gils.
Het geboortehuis van pater Gregorius van Etten stond op de hoek van de Bisschopsmolenstraat en de Roosendaalseweg. Het werd in 1877 door notaris Van de Ven grondig verbouwd. Op 10 mei 1940 werd het door de Duitsers gebombardeerd waarbij notaris Peters en zijn vrouw om het leven kwamen. Eind jaren '60 van de vorige eeuw is het voor de verbreding van Rijksweg 58, die toen nog dwars door het dorp liep, gesloopt.
Opleiding en werkzaamheden als kapelaan en pastoor
Na de lagere school ging hij naar de school van de Broeders van het instituut St. Louis in Oudenbosch. Hoewel hij een bewonderaar van de Jezuïeten was, is hij niet in deze orde ingetreden. Hij ging naar het seminarie in Warmond en werd in 1856 hij tot priester gewijd. Hij begon in 1860 als kapelaan in de Nicolaaskerk in Amsterdam.
Na kortstondig als kapelaan in Wassenaar en Delft werkzaam te zijn geweest, werd hij in 1862 benoemd tot pastoor op het eiland Wieringen. Om een kerk in deze parochie te kunnen bouwen, collecteerde hij in het hele bisdom. Toen hij voldoende geld bij elkaar had, werd hij overgeplaatst naar Wormer en werd de bouw van de kerk uitgevoerd door zijn opvolger. Hier in Wormer kon hij wel een kerk bouwen en legde er ook een kerkhof aan. Voor zijn laatste pastorale werk werd hij in 1879 benoemd tot pastoor in Delfshaven, waar hij een jongens- en meisjesschool stichtte.
Bij de Augustijnen
In 1888 trad hij in de orde van de Augustijnen te Utrecht en nam de naam van pater Gregorius aan. Het duurde niet lang voor hij geroepen werd belangrijke posten binnen de orde uit te oefenen. Zo werd hij op 8 maart 1891 tot prior van het St. Monicaklooster in Utrecht gekozen.
Tussen 1898 en 1901 bekleedde hij de op een na hoogste post binnen de orde van de Augustijnen toen hij benoemd werd tot procurator generalis in Rome.
Om gezondheidsredenen stelde hij zich in 1901 niet meer herkiesbaar. Hij keerde terug naar Utrecht, waar hij weer werd aangesteld als prior van het St. Monicaklooster en professor in de Heilige Schrift. In 1906 vierde hij daar zijn 50-jarig priesterjubileum.
Veelschrijver
Zijn drukke bestuurlijke taken weerhielden hem er niet van vele publicaties het daglicht te doen zien. Het zijn er te veel om hier te noemen, vandaar een kleine selectie van zijn pennenvruchten:
Leven van onzen Goddelijken Verlosser Jezus Christus (6 dln. 1872—’77); Het Leven van den H. Willibrord (1880); Palestina, Het land der twaalf stammen (2 dln. 1884—’86); Beknopte Geschiedenis van het Oude Verbond (1888); Leven van de H. Monika (1889); Geschiedenis der Kerk gedurende de eerste eeuw (2 dln. 1890—’91); Compendium privilegiorum regularium Ord. Erem. S. Augustini (Rome 1900).
Een bijzondere titelpagina staat in het boek Leven van de Heilige Monika door F.J.P.G. van Etten. Het boek bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek.
Op deze pagina staat de volgende handgeschreven verklaring van de uitgever en de drukker: De ondergetekenden verklaren, de eerste ondergetekende wonende te Utrecht, dat het werk door haar is uitgegeven den 18 juni 1889 en de laatste ondergetekende dat dit werk op zijne te Nijmegen gevestigde drukkerij is gedrukt, Utrecht/ Nijmegen, 19 juni 1889, Was getekend etc.
Verder staat vermeld dat deze verklaring is geregistreerd op het kantoor geregistreerde acten te Utrecht. De registratiekosten bedroegen f. 1,20.
Overlijden
Pater Gregorius van Etten overleed op 10 september 1909 in het St. Monicaklooster te Utrecht. Hij werd 14 september 1909 bijgezet in de grafkelder van de priesters op het kerkhof aldaar.
Bronnen
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4. P.J. Blok en P.C. Molhuysen, 1918
Nederlands bidprentjes archief
West-Brabants Archief
Reactie toevoegen