Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Sacramentaliën met formula’s (1): Opere operato

Rooms prentenboek

De katholieke kerk in het zuiden van ons land kent een groter aantal rituelen rond de sacramenten dan die boven de grote rivieren. In dit drieluik gaat Gerard Strijards in op de herkomst daarvan.

De doop als begin van een sacramentele weg

De rooms-katholieke kerk claimde voor zich als canonieke rechtsorganisatie een geweldig monopolie, toen ze de gedachte verder uitwerkte dat zij als multinational het alleenrecht bezat op de distributie van gods genade. Christus had haar die gegund door Petrus de macht te geven om op aarde te ontbinden wat in de hemel als ontbonden kon gelden en gebonden te houden datgene wat ook in de hemel niet vergeven zou worden. De gelovige kon na de doop die genadewerking aanvragen via de sacramenten.

De doop werd aan hem doorgaans als onmondige voltrokken via het verzoek van de twee voogden die hem begeleidden: de peter en de meter. Die vroegen voor het schreiende wicht die doop en de daarmee verbonden genade-uitstorting aan. Het was niet een schuldeloos creatuur, namens wie dat gedaan werd. Want het was nog bezet door Satan. Ook al had het de gave des onderscheids nog niet – de kennis tussen goed en kwaad – de Boze had zich bij voorbaat al meester gemaakt van het bezielde innerlijk van het wezentje. Daarom moest de priester beginnen, voordat hij het verzoek officieel inwilligde, met de Satan uit te drijven.

P.F. de Noter (c. 1811-c. 1842), Doop van een kind (bron: Groeningemuseum, Brugge via Art in Flanders. Publiek domein)
Doop van een kind (P.F. de Noter (c. 1811-c. 1842). Bron: Groeningemuseum, Brugge via Art in Flanders. Publiek domein)

Het klein exorcisme

De meeste bezoekers van BHIC wèten het vermoedelijk niet, maar hun gebroken aardse bestaan is al spoedig officieel aangevat via een kleine duivelsbezwering. De priester doet dat drie keer. Die rite is al spoedig geworteld in de Lage Landen, want de eerste Nederduits-talige prozateksten komen neer op vertalingen van die bezwering. Die zijn geschreven, die vertalingen, voor de volwassen dopeling, die ze zelf in de volkstaal zou moeten uitspreken. De bezwering in het canoniek Latijn heeft iets huiveringwekkends.

De priester zegt: Exorcízo te immunde spiritus, in nómine Patris et Filii et Spiritus Sancti, ut éxeas et recédas ab hoc fámulo dei (volgt de eigennaam van de dopeling). Ik bezweer u, onreine geest, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: trek u terug en ga weg uit deze dienaar van God (Gerard). In ons Brabant, dat van de Taxandriërs, moet deze tekst zijn neergedaald over het wenend wezentje, de huiverende peter en meter, al zo rond het jaar vijfhonderd. In dat barre, zompige, door regens geteisterde donkere land vol nevels en spookgedrochten. De Frankische politionele verkenningsexpedities rukten moeizaam noordwaarts op om de ultieme noordgrens te bereiken van dit brakke bomenrijke land vol geheimen en heidenen. Ze volgden daarbij de (dek)zandruggen waarover ook de Romeinen hun weg hadden gezocht.

De Frankische geopolitiek

Hun vorsten die hen zonden zagen in het Christendom een ideologie die bruikbaar was voor hun geopolitieke staatkunde, gericht op herstel van het immense Romeinse keizerrijk dat ineens in één gezegen was. Die doop, dat was een middel om ingezetenen hecht te verbinden aan hun vorstelijke soevereiniteit. Daarom zat bij hun brigades altijd een missionaire priester. Die bevoegd was dat bevestigingsritueel te voltrekken. Via indrukwekkende standaardformules. Waarvan geen tittel of jota afgeweken mocht worden.

Beginnen met de banning van De Boze, dat sloot naadloos aan bij de beleving van de merkwaardige stammen die hier huisden. Die formules zijn daarom steeds zorgvuldig gekopieerd. Vaak in rode letters: rubrica (littera). Opvallend en kostbaar. De roodkleur was duur. Die sacramentsverstrekking was afhankelijk van de juiste formule. Daar mocht echt niets aan ontbreken. Dat was in het Romeinse recht ook zo. Een dagvaarding, een verbanning, een beslaglegging, een tenlastelegging, een conclusie van eis was heel precies gedefinieerd in formulierboeken. Een rechtsgeding heette dan ook een formula-procedure. Stond in de dagvaarding de datum niet goed, was de vordering niet precies naar de letter van de voorgeschreven formule, stond daarin de verkeerde rechterlijke instantie, dan was het geding nietig.

Imitaties van het Romeinse recht

Kazuifel van de parochie Jacobus de Meerdere in Zeeland (bron: BHIC, fotonummer 7632-326-0056)
Kazuifel van de parochie Jacobus de Meerdere in Zeeland
(bron: BHIC, fotonummer 7632-326-0056)

Dat namen de vorsten en hun geestelijken over. Het Romeinse rechtssysteem gold als superieur. Dat deden ze nauwkeurig na. Dan leek hun soevereiniteit legitiemer. En omdat de kerk in dit opzicht dezelfde geopolitieke ambities als die vorsten deelde, deed ze dat óók. Hoe stond het nu met de intentie, de subjectieve geestesgesteldheid, van de priester die de formule van de doop moest uitspreken?  Die priester had overigens de ambtsgewaden aan van Romeinse topambtenaren bij zijn sacramentele bediening.

De toga-dracht van het rechtsgeding. Van de plaatsvervangend mobiele rechter, de praetor peregrinus.  De vrederechter voor de niet-Romeinen. Kazuifel (plechtig bovenkleed), albe, zweetdoek of manipel, stola: allemaal afgekeken van de Romeinse ambtelijke rangen. Zoals onze rechterlijke toga’s óók weer zijn afgekeken van de priesterlijke sacramentsdracht.  Het was mooi, als de priester devoot en nauwkeurig de geest op de onzienlijke Vader, Zoon en de Geest richtte en nauwkeurig voor ogen had wie Beëlzebub en Lucifer die hij verdreef precies waren: gevallen engelen. En wat hun aardse bezigheden waren. Daar kwam het niet vaak van. De priester was óók maar een mens. Hij was meegekomen naar dit akelige brak-land omdat hij als beambte een dienstopdracht had.

Terwijl hij verstrooid stond te prevelen en de formula trachtte op te dreunen uit zijn hoofd, loeide een uil, verscholen in de bomen van het donkere woud. De priester schrok zich te barsten. Bovendien was er gisteravond lang gedobbeld met de sergeanten en was het bier weer niet best geweest. Hij had een kater als een koningstijger. De kerk leerde nu dat het sacrament werkzaam was uit zichzelf, als de formule maar klopte. Wilsonafhankelijk van de bedienaar, diens vroomheid, diens leerstellige overtuiging, diens morele doelbepaaldheid. Het formele werk was oorzakelijk effectief ongeacht de innerlijke gesteldheid van de bedienaar: ex opere operato.

Lees ook de andere delen

1

Reacties (1)

Marilou Nillesen zei op 10 maart 2023 om 17:49 uur

Weer veel nieuws gelezen in dit verhaal! (Ik ben inderdaad ook één van die mensen die dit niet wist...) Bedankt voor je bijdrage, Gerard!

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.