Eerst even terug in de geschiedenis: in 1861 wordt het Koninkrijk Italië uitgeroepen, met Rome als nieuwe hoofdstad. Maar deze stad maakt onderdeel uit van de Pauselijke staat, en dat moet zo blijven, vindt de paus Pius IX. In heel Europa reageren duizenden gelovigen door zich aan te melden voor het Pauselijke leger. In groten getale – een derde van deze katholieken! – komen ze uit Nederland, waaronder Oudenbosch.
Sporen uit Oudenbosch in Italië
Van zijn 15de tot zijn 20ste zit Gerard Arninkhof daar, halverwege jaren zestig, op kweekschool. Op latere vakanties in Italië merkt hij hoezeer die plek uit zijn jonge jaren onder zijn huid is gekropen. “De herinnering aan Oudenbosch kwam weer tot leven in elk dorp, elk stadje dat ik bezocht. Het waren de straatnamen die me deden denken aan de broeders van Saint Louis. Overal waar je komt in Italië is wel een straat vernoemd naar Cavour. Of Mazzini. En anders zeker wel naar Garibaldi. Ze worden in heel Italië herdacht als grote voorvechters van de nationale eenheid. Ze waren de aanstichters van een enorme politieke omwenteling die vanaf 1860 leidde tot de vorming van het huidige Italië.”
Als oud-journalist maar nog meer als oud-onderwijzer heeft hij de behoefte dit verder te duiden. “De paus had ook grote delen van Italië in bezit. Die moesten samen met andere mini-staatjes, vorstendommen en stukken die nog van Oostenrijk waren deel gaan uitmaken van dat nieuwe grote Italië. De troepen van generaal Garibaldi, de ‘roodhemden’, hadden veel succes om veel gebieden in te lijven bij dat grote geheel. Maar bij de Pauselijke staat haperden die veroveringen. Dat kwam onder meer omdat de Franse keizer de paus te hulp kwam met een legermacht. En toen kwam ook Oudenbosch in beeld.”
Stationnetje in Oudenbosch
“De paus had namelijk een internationale oproep gedaan aan alle ongetrouwde katholieke mannen in de wereld om hem te steunen in de strijd. Dat leidde vooral in katholiek Nederland tot een enorme respons. Meer dan 3000 jonge mannen waren bereid voor de paus te gaan vechten.
Foto: Gerard Arninkhof |
En die kwamen allemaal terecht in Oudenbosch. Het verzamelpunt was het kloostercomplex van ‘mijn‘ broeders van Saint Louis. Van daar uit gingen ze verder: via het stationnetje in Oudenbosch per trein via Brussel naar Marseille. En in Rome werden ze onderdeel van het Zouaven-leger.”
Of dat nog geholpen heeft, die Oudenbosche interventie? “Eventjes. Als RK-jongetje leerde ik op de lagere school (St. George in Roosendaal) de heldenverhalen over de Zouaven. Hoe Pieter Janszoon Jong uit Lutjeboek in het heetst van de strijd zonder munitie kwam te zitten. En vervolgens met de kolf van zijn geweer nog veertien roodhemden dood sloeg voor hij zelf sneuvelde. Een verhaal dat je natuurlijk alleen maar tegenkwam in de geschiedenisboekjes op katholieke scholen. Zo betrekkelijk is dus ook geschiedschrijving.”
“Maar met de Pauselijke staat liep het niet goed af. Frankrijk trok zijn troepen terug in 1870 (Frans-Duitse oorlog) en toen viel Rome makkelijk in handen van Garibaldi. De paus hield alleen Vaticaanstad over. De Zouaven konden naar huis. Weer naar Oudenbosch. Om er te genezen van verwondingen of te herstellen van ziekten die ze daar hadden opgelopen”, eindigt Arninkhof er zijn geschiedenisles.
Wil je weten waarom Gerard Arninkhof een bijzondere tijd beleefde bij de broeders Saint Louis in Oudenbosch?
Lees hier het verhaal van Gerard Arninkhof
Op het schilderij: de Slag bij Mentana. Dit was een veldslag op 3 november 1867 bij Mentana in Italië tussen Italiaanse vrijwilligers onder leiding van Giuseppe Garibaldi enerzijds, en Franse en Pauselijke troepen anderzijds. Tijdens de Risorgimento probeerden de troepen van Garibaldi Rome in te nemen om Italië te verenigen en om de Scheiding van Kerk en Staat te bewerkstelligen. De slag eindigde in een overwinning voor de Franse en Pauselijke troepen.
Reactie toevoegen