Meisjesinternaat tot begin jaren vijftig
Het jongensinternaat Mariaoord moet overigens niet verward worden met het meisjesinternaat Mariaoord, dat in 1911 op dezelfde locatie in Vught werd gesticht. Dat internaat was bedoeld voor de 'jongejuffrouwen' die les kregen op de kweekschool van de zusters Ursulinen. Daarnaast waren, in de periode 1945-1953, ook de Zusters van Moerdijk op het terrein van Mariaoord te vinden. Zij hadden op deze locatie een onderkomen gevonden na de verwoesting van hun klooster door de Duitse troepen in het najaar van 1944. Zij verbleven in Vught tot in 1953 hun nieuwe onderkomen in Veldhoven gereed was.
De komst van de broeders (1951)
Op het terrein van Mariaoord waren dus lange tijd zusters Ursulinen en in de jaren veertig en vijftig ook Zusters van Moerdijk te vinden. Dit veranderde echter in 1951, toen Mariaoord van eigenaar wisselde. Dat jaar verkochten de zusters Ursulinen al hun Vughtse bezittingen aan de Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes, een congregatie die zich toelegde op de zorg, het onderwijs en later ook de missie. De broeders hadden hun hoofdwartier in Dongen. Maar omdat zij daar inmiddels een flink ruimtegebrek hadden, waren zij op zoek gegaan naar nieuwe vestigingsplaatsen. En zo was hun oog gevallen op Vught, waar zij juvenaat Mariaoord stichtten en ook aan de slag gingen als onderwijzers op scholen in de parochie Heilig Hart en de parochie H.H. Paulus en Antonius.
De broeders begonnen in Vught een juvenaat, waarbij zij de naam Mariaoord behielden. Hun juvenaat was een mulo-opleiding voor aspirant-broeders, met veel aandacht voor godsdienstige vorming. Het juvenaat en ook het broederhuis werden ondergebracht in Villa Roucouleur, een van de voormalige bezittingen van de zusters Ursulinen.
Op het juvenaat verbleven jongens van pakweg twaalf tot zestien jaar en het leerlingenaantal schommelde doorgaans rond de honderd. De directeur van het internaat bezocht scholen, parochies en gezinnen om deze leerlingen te werven. Broeder Laetantius was een van de bekendste directeurs en oversten.
Na het juvenaat konden de leerlingen, als hun cijfers goed genoeg waren natuurlijk, hun opleiding tot broeder voortzetten in Dongen. Daar, in het klooster van de broeders, zouden zij dan om te beginnen het 'postulaat' oftewel een proefperiode doorlopen. Daarna volgde het noviciaat. In deze fase van de broederopleiding zouden zij eerst de tijdelijke en later, wanneer het moment van toetreding tot de kloostergemeenschap (congregatie) was aangebroken, de eeuwige geloften afleggen. En dat waren er drie: de geloften van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid.
Een verblijf op juvenaat Mariaoord betekende een goed gevuld dagrooster in een sobere, afgezonderde omgeving, zoals ook op andere internaten het geval was. De intensieve godsdienstige vorming hield onder andere een dagelijkse mis, geestelijke lezing tijdens de maaltijden en een jaarlijkse retraite in. De juvenisten werden voortdurend gewezen op hun bijzondere roeping en - zo probeerden de broeders althans - enthousiast gemaakt voor de missie en dan het liefst die van hun congregatie. Een stichtelijke film of lezing zorgde voor afwisseling.
Oud-leerlingen van Mariaoord herinneren zich vast nog het voetbal, volleyballen en de vele andere balsporten die op het eigen sportveld werden beoefend, of de verfrissende duik in het door broeders en juvenisten aangelegde zwembad tijdens een warme zomerdag. En dan was er de vijver, waar je met een roeiboot op kon om aan te leggen bij het eiland.
En ze herinneringen zich vast ook nog wel de surveillanten, zoals deze op ieder internaat waakten voor de routine, tucht en natuurlijk de noodzakelijke stilte, en van de studie- tot in de slaapzaal.
In de tweede helft van de jaren zestig kreeg het internaat van de broeders in Vught, net als broeder- en priesteropleidingen in het algemeen, te maken met een dalend aantal aanmeldingen. Veel jongens hielden het bij de mulo-opleiding in Mariaoord, zonder door te leren in Dongen.
In 1968 besloten de broeders om geen nieuwe leerlingen meer aan te nemen. Een jaar later gingen de school en het internaat dicht. De broeders verlieten het terrein.
Bronnen
- Marcel van der Heijden, ‘Mariaoord en Roucouleur. De Ursulinen en andere bewoners’, in: Vught zicht op vroeger, Vughtse historische reeks (Vught 1997) 107-125.
- Online fotoalbum Juvenaat Mariaoord (NB. Deze webpagina is niet van het BHIC.)
- Facebookgroep Juvenaat Mariaoord
Reageren
Reageer hieronder, deel jouw herinningen aan juvenaat Mariaoord en vul deze pagina aan! Foto's zijn ook van harte welkom en kunnen worden verzonden naar info@bhic.nl. Wij voegen ze dan hier toe.
Jan van Hout (intern '65-'69) stuurde deze foto's:
Reactie toevoegen