Dat verwijst naar de duiventil boven de achtergevel van het herenhuis.
De Bossche architect L.C. Hezenmans bouwde het pand in 1884 als een soort neogotisch kasteel. Opdrachtgever was de wijnhandelaar en oud-burgemeester A.M.J.T. van Rijckevorsel.
In 1899 kwam het herenhuis in bezit van de zusters Ursulinen, die er een pensionaat en een normaalschool in vestigden. Zij lieten in de gevel boven het balkon een medaillon aanbrengen met de spreuk Sub Tutela Matris.
Aanvankelijk bevond zich de kapel op de eerste verdieping, maar later kwam aan de achterkant een kapel met getrapte luchtbogen.
De villa werd al snel te klein. Daarom werd het complex uitgebreid met het klooster Mariaoord. Ook de activiteiten werden uitgebreid, met een kweekschool. De villa herbergde daarna vooral de centrale instellingen, als bestuur en administratie. Die laatste werd in 1929 uitgebreid en verplaatst naar de ruimten van het pensionaat in Mariaoord. Het pensionaat werd daartoe gesloten; het aantal pupillen liep toch al terug.
In november 1941 werd Roucouleur gevorderd door de Duitse bezetter. De zusters kwamen er niet meer terug.
Het huis was van 1945 tot 1953 tijdelijk in gebruik als postulaat en noviciaat van de Zusters van Moerdijk en als huisvesting voor enkele zusters. Zij vertrokken daarna naar Veldhoven.
De Broeders van Dongen, die vanaf 1951 in Mariaoord werkzaam waren, hadden er tot 1969 hun broederhuis. Later werd het in gebruik genomen als bedrijfspand.
Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010
Foto's
- Opening dienstbodeninternaat 'Roucouleur', 15-11-1938. Bron: collectie BHIC
- Medaillon in de gevel. Foto: BHIC / Frans van de Pol, 2012
Reactie toevoegen