Verbist had het plan opgevat om in China een weeshuis op te richten en zich te wijden aan de zorg voor verlaten kinderen. Bij de voorbereidingen voor dit plan was hij ook naar Rome gereisd, waar de Prefect van de Congregatie voor de Voortplanting van het Geloof hem had aangeraden een religieuze congregatie op te richten om daarmee een steviger en ook breder fundament te geven aan het hele project, dat nu ook missionering ging inhouden.
Zo werd in november 1862 het instituut “Belgische Missie voor China” kerkrechtelijk opgericht, met als eerste leden de genoemde vier Brusselse priesters. De congregatie zou later bekend worden als de Congregatio Immaculati Cordis Mariae (of de Missionarissen van het Onbevlekt Hart van Maria), kortweg Scheutisten genoemd, naar de plaats Scheut in Brussel waar het eerste seminarie verrees.
Na een reis van drie maanden kwamen de vier pioniers aan in Siwantze, een dorp in Binnen-Mongolië, waar al sinds vier generaties een christengemeenschap leefde. Dat zou hun ‘hoofdkwartier’ worden. Hamer vertrok al zes weken na hun aankomst verder naar het oostelijk gedeelte van het vicariaat. In april vertrok Van Segvelt nog 600 kilometer verder naar het oosten. Twee jaar later overleed Van Segvelt echter onverwacht aan de tyfus.
Begin februari 1868 vertrok Verbist voor een rondreis door het vicariaat, met het voornemen om daarna naar België terug te gaan om de verdere ontplooiing van het instituut te stimuleren. Zover zou het echter nooit komen: Verbist werd ernstig ziek en overleed op 23 februari 1868 in het dorpje Lao hou keou, een kleine christengemeenschap in Oost-Mongolië, ver van de thuisbasis Siwantze.
Medestichter Fr. Vranckx en Ferdinand Hamer zetten echter het werk voort en stimuleerden de groei van de congregatie, zodat meer en meer missionarissen naar China vertrokken. Hamer zou later, tijdens de Bokseropstand (1899-1901), in China omkomen.
De congregatie bloeide intussen en in 1888 vertrokken de eerste Scheutisten ook naar Congo. In 1899 werd het seminarie van Scheut verplaatst van Brussel naar Nijmegen, waar een groot gebouw werd neergezet.
In Noord-Brabant waren de Missionarissen van Scheut gehuisvest in Haaren (Huize Gerra), Vught (Huize Sparrendaal) en Teteringen (Missiehuis Sint Franciscus Xaverius).
Buiten Noord-Brabant waren er nog huizen in Leidschendam, Nijmegen en Utrecht en verder vestigden de paters zich over de hele wereld, met huizen in België, Frankrijk en Italië en missies in Angola, Kameroen, Kongo, Nigeria, Senegal, Tsjaad, Zambia, Brazilië, Dominicaanse Republiek, Guatemala, Haïti, Mexico, de Verenigde Staten, China, Filippijnen, Japan, Indonesië, Taiwan, Singapore, Mongolië.
Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Scheutisten.
Reactie toevoegen