In 1636 vertrokken de Kruisheren daarom naar Uden, dat buiten de Meierij lag en waar godsdienstvrijheid heerste. Daar betrokken zij aanvankelijk een boerderij nabij de Vorstenburg. Met verlof van de heer van het Land van Ravenstein werd op 26 mei 1652 de eerste steen gelegd voor nieuwe gebouwen.
In Uden vonden de Kruisheren al gauw een nieuwe werkkring in de bediening van de kapel van Onze Lieve Vrouwe ter Linde. De afstand tussen de kapel en het klooster Vorstenburg vonden de monniken echter hinderlijk groot. het leek dan ook logisch om bij de kapel een nieuw klooster te bouwen.
De Heer van Ravenstein gaf daar op 31 oktober 1697 zijn toestemming voor en drie jaar later, in 1700, werd de nieuwe behuizing in gebruik genomen; het 'oude' klooster werd voor ƒ 1.600,- verkocht aan de Birgittinessen.
In 1710 waaide de lindeboom om, waarin het cultusbeeldje van Maria altijd had gestaan. De Kruisheren bouwden daarom een nieuwe devotiekapel voor het Mariabeeld. De oude kapel werd met de nieuwe verbonden door een nieuwe vleugel. Daarin kwam vanaf 1743 de Latijnse school. Deze school, gesticht door kruisheer Waltherus Pijnenburg uit Dinther, was speciaal voor studenten die priester wilden worden of die zich wilden laten inschrijven aan een hogeschool.
In 1886 werd op initiatief van J. Pulsers een priestercollege (een soort klein-seminarie voor de orde) opgericht. Hier werden dus alleen jongens toegelaten die later priester zouden willen worden. In 1905 bouwden de Kruisheren een nieuw klooster. Het inmiddels tweehonderd jaar oude complex werd gesloopt.
Het nieuwe klooster had net als het oude een U-vorm, maar dit keer kwam de open zijde naar de straatkant. Het woongedeelte van het klooster telt twee verdiepingen. Twee traptorens, die ter hoogte van het dak overgaan in een achthoek, flankeren de kapel.
De toeloop van studenten werd op den duur zo groot, dat uitbreiding van de gebouwen noodzakelijk werd. Ook werd het steeds moeilijker om voor het stijgend aantal studenten geschikte kosthuizen te vinden. De studenten waren namelijk niet intern, maar bij Udense mensen in de kost.
Het nieuwe college, mét een internaat voor 250 leerlingen, was in 1924 klaar.
In 2009 werd het klooster gesloten en het gebouw verkocht aan de zorginstelling Brabant Zorg. In de tuin van het klooster werden zorgappartementen voor de kruisheren gebouwd.
Sinds 19 november 2012 is het klooster omgebouwd tot appartementen voor mensen die zorg nodig hebben. Bewoners mogen gebruikmaken van de gezamenlijke kloostertuin. Anno 2024 wonen er nog twee kruisheren.
Reactie toevoegen