Het waren ketters, mensen die afweken van de officiële geloofsleer, die de directe aanleiding vormden tot de oprichting van deze orde. De Spaanse priester Domingo (Dominicus in het Latijn) de Guzman (1170-1221) zag in 1203/1204 op doorreis door Zuid-Frankrijk cisterciënzer monniken die theologisch weinig onderlegd waren én nauwelijks leefden volgens hun eigen principes: ze reisden te paard, aten en dronken er goed van en waren rijk gekleed.
Dat kon beter, vond Dominicus en hij deed wat Franciscus van Assisi in diezelfde tijd in Italië deed: hij begon een nieuwe beweging, terug naar de bron. Zijn broeders moesten arm leven, zoals Jezus van Nazareth deed, en naar de mensen toe gaan om Gods liefde te verkondigen. Bovendien vond hij dat (theologische) kennis hard nodig was. Daarom stuurde hij zijn volgelingen twee aan twee naar de grote steden om daar aan de universiteit te gaan studeren.
Dominicus kreeg in 1216 de pauselijke goedkeuring voor een nieuwe orde onder de Regel van Augustinus, de Ordo Praedicatorum (Orde der Predikers). Het motto was: ‘om het evangelie en het heil der zielen’. Dat preken komt ook terug in de verschillende varianten van hun naam: Fratres Ordinis Praedicatorum (Broeders van de Orde der Predikers of Predikheren).
Door hun prediking hadden ze zoveel ervaring opgedaan in het omgaan met ketters, dat paus Gregorius IX in 1232 aan de Dominicanen de Inquisitie toevertrouwde, de kerkelijke rechtbank die de rechte leer moest bewaken. Hoewel inquisitie eigenlijk alleen maar “onderzoek” betekent, ontwikkelde de instelling zich van rechtbank tot actief vervolgende instantie van andersdenkenden, met martelingen, brandstapels en heksenprocessen. In die sfeer kregen de Dominicanen hun bijnaam “(jacht)honden van de Heer”.
Zelf hebben ze de woordspeling altijd geïnterpreteerd als de “herdershonden” van de Goede Herder, die de kudde bijeen houden. En tegenwoordig zeggen de Dominicanen het nog weer iets anders. Ze zijn nog steeds “van de waarheid, al hebben we die niet in pacht”. De Nederlandse provincie van de dominicanen is opgericht op 2 juli 1515. Sinds 1999 bestaat er ook een Dominicaanse Lekengemeenschap.
‘Onze liefste bezigheid moet hoofdzakelijk daarin bestaan, dat wij ons met hartstocht en de grootst mogelijke krachtsinspanning afvragen, hoe wij de zielen van onze medemensen van nut kunnen zijn’, zeggen ze ook. Daaruit volgen activiteiten in het onderwijs, de geloofsverkondiging en het vormingswerk, en werk in parochies en leerhuizen. De Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN) heeft aandacht voor migranten en mensen aan de rand van de samenleving.
Korte tijd stond in Uden het eerste dominicanenklooster in Nederland na de middeleeuwen, maar het bekendste klooster in Noord-Brabant is dat te Langenboom, het klooster van de H. Familie en noviciaat. In Nederland herstelde de orde zich na 1840. In 1843 werd te Nijmegen een nieuw klooster gesticht, in 1852 gevolgd door de stichting te Langenboom en in 1858 werd een noviciaat annex studiehuis te Huissen gerealiseerd. Andere stichtingen zouden volgen, onder andere in Zwolle, Venlo en Neerbosch. De orde is verder over de gehele wereld verspreid.
Foto’s
Fresco met de oudst bekende afbeelding van de H. Dominicus, 14 eeuw; San Domenico, Bologna Bron: Wikimedia.
Dominicaan te Langenboom, 1925. Bron: BHIC, fotonr. LBO0098.
Langenboom, de laatste Dominicanen van het klooster te Langenboom bij hun vertrek, 1964. Bron: Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, fotonr. 130165.
Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website van de dominicanen.
Reactie toevoegen