Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Klooster van de H. Familie en noviciaat in Langenboom

Kloosters

De eerwaarde heer Felix Walter, rentmeester op het naburige kasteel Tongelaar, kwam in 1843 in het bezit van het landgoed Langenboom, waar enkele boerenwoningen stonden. Van de gemeente Escharen – waar Langenboom toen toe behoorde - kocht hij grond om er een kluis te stichten.

Het kleine klooster van de Dominicanen in de vorm van een boerderij, ca. 1865 (foto: Collectie BHIC)
Het kleine klooster van de Dominicanen in de vorm van een boerderij, ca. 1865 (foto: Collectie BHIC)

In 1848 richtte een aantal broeders een boerenhuis in tot kluis. Het kluizenaarsbestaan hielden ze echter niet lang vol. Het noviciaat van de Dominicanen in Nijmegen ondervond in die dagen allerlei moeilijkheden, bovendien kampte het met ruimtegebrek. In 1852 schonk Felix Walter de paters het complex, op voorwaarde dat ze de zielzorg op zich zouden nemen. Ze begonnen een noviciaat en studiehuis, dat ze wijdden aan de H. Familie. Aangezien het klooster afgelegen lag en in bouwvallige staat raakte werd het noviciaat al snel weer opgeheven. In 1858 waren er nog maar drie paters over. 

De nieuw aangestelde praeses Dominicus de Groot hield in het hele land inzamelingsacties voor een nieuwe kerk. Uit vriendschap schonk P.J.H. Cuypers plan en bestek voor een nieuwe kerk, die naast de oude schuurkerk werd gebouwd. De kerk werd 13 mei 1864 ingezegend, maar pas in 1874 voltooid.

Het klooster van de Dominicanen na de stormramp in 1925 (foto: Collectie BHIC)
Het klooster van de Dominicanen na de stormramp in 1925 (foto: Collectie BHIC)

Het klooster werd volgens plannen van architect Tollenaar uit Utrecht uitgevoerd. De eerste steenlegging vond 5 april 1875 plaats, de stichtingsdatum van het klooster. De stichter Felix Walter was echter al in 1874 overleden.

Het complex is door de cycloon van 1925 gedeeltelijk verwoest. Er kwam een nieuwe kerk van Ed. Cuypers, het klooster werd herbouwd. In de kerk werd een gedenksteen aangebracht ter herinnering aan de gebeurtenis.

In 1964 verlieten de paters het klooster onder protest van de bevolking. De broodnodige restauratie was voor de paters te duur. Bovendien leek het beter elders een nieuw convent te stichten. 

Foto: BHIC / Henk Buijks, 2008
Foto: BHIC / Henk Buijks, 2008

Het klooster werd omgebouwd tot gemeenschapshuis, dat in oktober 1966 in gebruik werd genomen. Later deed het dienst als bejaardenhuis en sinds 1997 zijn er appartementen voor 55-plussers in ondergebracht.

Een laan van linden leidde ooit naar een parkachtige tuin met eiken en andere bomen. Achter de kerk is een wandelgebied aangelegd dat grenst aan het vroegere kerkhof.

Een deel van het klooster is nog een restant van de eerste bouw.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.