Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Op kostschool in Uden: "Daar heeft ons vader voor kromgelegen"

Peter van Gerwen was twaalf toen hij in 1965 naar het gymnasium van de Kruisheren in Uden ging. Als oudste zoon van een katholiek Tilburgs gezin zag zijn moeder graag dat zijn leven in het teken van God kwam te staan als priester. De eerste stap was het gymnasium. Op aanraden van een ‘vrijgevochten’ Tilburgse priester kwam hij hiervoor terecht in Uden. Het zou namelijk een goed aangeschreven en modern internaat zijn.


Seminaristen met op de achtergrond het internaat 

“Ik heb daar een hekel gekregen aan studeren”

Peter verbleef twee jaar lang intern op het gymnasium. Het interne verblijf op dit internaat was echter niet goedkoop. Zijn vader werkte in de Tilburgse AaBe fabriek en het gezin woonde in de arbeidersbuurt Broekhoven. Hij nam zelfs een tweede baantje bij een sloperij en maakte dagen van 12 uur om rond te kunnen komen. Over de kosten van het internaat zegt Peter: "Daar heeft ons vader voor kromgelegen". Toch maakten zijn ouders er geen probleem van dat hij er in 1967 voor koos om het gymnasium achter zich te laten en extern de mavo in Uden te doen.

Het terug gaan naar de mavo had in de eerste plaats te maken met de werkdruk op het gymnasium. “Ik heb daar een hekel gekregen aan studeren”, zegt Peter. Na schooltijd werd iedereen geacht een uur lang te studeren en huiswerk te maken. Als je punten niet goed waren moest je er nog langer blijven zitten. Op het laatst werd hij verplicht om na school nog eens vier en een half uur per dag te studeren en dit werd hem te veel.

Omdat Peter zoveel verplichtingen had in zijn naschoolse tijd, had hij verder weinig tijd om sociaal bezig te zijn met zijn medeleerlingen, terwijl hij hier wel van kon genieten. De enige tijd die hij met hen kon doorbrengen was in de weekeindes, maar dan mocht iedereen naar huis. Er was genoeg met elkaar te doen op het internaat. Zo was er een biljardtafel, tafeltennis tafel en op een bepaald moment werd zelfs een miniatuur racebaan aangeschaft met vier auto’s en banen. Ook kon je er elke sport doen die je maar kon verzinnen. Door dit alles wilde hij na een tijd liever in Uden blijven tijdens de weekeindes dan terug naar huis.


Seminaristen steken een sigaret op.

Seminaristen in hun vrije tijd

Sport en spel op het internaat

“Voor veel jongens werd toen duidelijk dat ze eigenlijk geen priester wilden worden”

Een andere reden om met het gymnasium te stoppen was dat Peter totaal geen roeping meer voelde om priester te worden. Dit was al nooit echt aanwezig bij hem, maar in 1966 werden ook meisjes toegelaten als externe studenten op het internaat. “Dit was eigenlijk wel goed”, zo stelt hij, “Voor veel jongens werd toen duidelijk dat ze eigenlijk geen priester wilden worden”. Met de komst van meisjes op school werd een celibatair leven wel erg moeilijk.

“Er mocht nog al veel hoor”, zegt Peter als hem gevraagd wordt naar wat voor streken hij zoal uithaalde op het internaat. Zo hebben ze een tijd een hond gehouden. “Er kwam een zwerfhondje aanlopen en dat beestje bleef bij ons. Naast het gebouw was een afgesloten ruimte en daar zetten we dat hondje in. Overdag speelden we met dat beest. Het werd heel lang goedgekeurd. Maar een broeder van de keuken, die ook ziekenbroeder was, had een hekel aan de hond. Hij was een keer gebeten of zo en heeft er toen voor gezorgd dat die hond verdween." Behalve het zo nu en dan stiekem roken in de klaslokalen en naar de kroeg gaan, kan hij zich weinig dingen herinneren die eigenlijk niet mochten.

In 1969 verliet Peter ook de mavo en keerde hij zonder diploma terug naar Tilburg, waar hij voor een leven koos als verzorger van mensen met een verstandelijke beperking bij Piusoord (later Amarant). Hij heeft ook nooit meer contact gehad met vrienden van het internaat. Het enige dat nog blijft aan zijn tijd bij de Kruisheren van Uden, zijn de herinneringen aan deze korte, maar toch wel heel bijzondere tijd in zijn leven.


Kruisheren en seminaristen van het College van het H. Kruis

Zwemmen in de natuur (1)

Zwemmen in de natuur (2)

Dit artikel is gebaseerd op een interview met Peter van Gerwen (leerling College van het H. Kruis 1965-1967). Hij stuurde ons ook de foto's voor in dit artikel, waarvoor dank. Redactie.

Meer over College van het H. Kruis

Naar de Internatenkaart 

22

Reacties (22)

Gerard H.A.A. de Bie zei op 1 juli 2020 om 16:21 uur

Ik heb op dit Internaat maar 1 jaar [1969 /1970] vertoefd omdat het toen stopte. Was leerling van de Aloysius-Mulo daar vlak bij en zat toch met een tiental leerlingen meer van die school op 't internaat van de Kruisheren. Het jaar daarop ging het elke dag met de fiets van huis af (10 km) naar school, echter tussen de middag kon een groepje ex-internisten bij de Boerderij van de Kruisheren terecht. Die lag ergens achteraf.

Gerard H.A.A. de Bie zei op 1 juli 2020 om 16:24 uur

Leuk youtube filmpje over het gebouw in 2011; bewoning en onderhoud van het rijksmonument :
https://www.youtube.com/watch?v=NgnJjZ8n1ps&feature=youtu.be&fbclid=IwA…

Rini de Groot. zei op 2 juli 2020 om 00:23 uur

Gerard, ik als geboren Udenaar een mooi filmpje.
Voorheen (vóór het Coronatijdperk) kwam ik er regelmatig langs
op weg naar het Heemkunde onderkomen.
10 Km fietsen kom daar bij de jeugd niet meer aan, Papa graag een elec. fiets!

Gerard H.A.A. de Bie zei op 2 juli 2020 om 13:40 uur

Ik heb voor dit internaat ook nog op Juvenaat "Mariaoord vertoefd. Als ik bovenstaand verhaal van Peter van Gerwen lees realiseer ik me dat de programmering veelal het zefde was. Ook op Mariaoord heel veel verplichte studie-uren per dag. En heel veel mogelijkheden in vrije-tijds-spelen zowel qua sporten als huisspel. Als je daar niet van hield behoorde je bij een kleine minderheid. Ja zelfs die racebaan werd ook bij Mariaoord aangeschaft. Daarvoor moesten we wel geld bij elkaar brengen door eikels te rapen en dozen vol postzegels uit te sorteren

Jan Lange zei op 22 juli 2020 om 11:06 uur

In 1965 kwam ik ook op Kruishereninternaat. Bij de foto "Sport en spel op het internaat" zit ik rechts. Links is Rob vd Wulft. Zo herken ik er wel meer. De eerste foto is overigens de achtergrond niet het internaat, maar het Kruisherenklooster. Met Pa(ter) de Wilt, leraar Frans, ging ik ook vaak mee wandelen naar Slabroek/Bedaf en zwemmen inde Kleuter op de woensdagmiddagen. Dat was allemaal heel gezellig. Zie ook de site van het College zelf.

Mariët BruggemanBHIC zei op 22 juli 2020 om 15:03 uur

Bedankt Gerard en Jan voor jullie reacties. Sport, spel en studie waren erg belangrijk in jullie opleiding, dat moet vast zijn vruchten hebben afgeworpen. En wat leuk Jan, dat we nu een foto van een jonge Jan in onze collectie hebben.

Jan Lange zei op 22 juli 2020 om 16:00 uur

Sport(en) is nog steeds niet mijn ding, dus dat doe ik ook niet; juist op het College heb ik daar een hartgrondige hekel aan gekregen d.m.v. de gymlessen. Spel en studie: niks mis mee !

Mariët BruggemanBHIC zei op 22 juli 2020 om 18:56 uur

Het kan natuurlijk ook tegen gaan staan, maar spel en studie varen daar wel bij!

Ad van Amelsfoort zei op 30 juli 2020 om 13:10 uur

Wat leuk om (de naam van) Peter van Gerwen hier tegen te komen. Zelf kwam ik een jaartje eerder in Uden op het college aan. Maar we zijn als streekgenoten (ik woonde toen in Goirle) zeker regelmatig met elkaar aan het babbelen geweest. Tijdens het courtjes draaien zochten we wel eens steun en aanspraak bij elkaar.
Tja, op de een of andere wijze ben je elkaar dan toch uit het zicht verloren. Geen idee overigens hoe dat kwam.
Maar wat zullen er veel soortgelijke verhalen leven onder de “seminaristen” van destijds.
We waren niet de enigen die soms met hun ziel onder hun armen liepen, ook al beleefden we er ook heel veel leuke dingen op het vlak van sport, spel en cultuur!

Mariët BruggemanBHIC zei op 31 juli 2020 om 13:12 uur

Bedankt voor je reactie Ad, wat leuk om te lezen dat je hier een oude vriend hervonden hebt.
Was 'courtjes draaien' soms rondlopen op een bepaald terrein? En als je de reacties leest die onder dit soort verhalen worden geplaatst, dan zijn dat er inderdaad behoorlijk wat.

Ad van Amelsfoort zei op 31 juli 2020 om 13:38 uur

Dag Mariët,
Met name voor de lessen begonnen maar ook tussen de lessen door tijdens korte pauze’s werden er op de grote binnenplaats van het College groepsgewijs rondjes gelopen waarbij onder andere alle nieuwtjes konden worden uitgewisseld, nog snel even een en ander m.b.t. proefwerken kon worden doorgenomen, afspraken met externen konden worden gemaakt..... afijn, noem maar op.
Vaak liepen we dan klas bij klas of met vriendengroepen samen op. Maar er was wel een soort van rangorde. In mijn herinnering tenminste wel. Als jonkie ging je écht niet zomaar tussen de ouderen lopen. Als je toevallig een van die ouderen kende en wanneer die “senior” dat dan ook nog liet merken, nou..... dan scoorde je puntjes hoor! Toen nog wel tenminste, hahaha!
Studenten uit de VK en de eerste en tweede klas hadden destijds vaak aardig wat respect voor met name de studenten uit klas 5 en met name al helemaal uit klas 6!
Ik ben ze vergeten hoor, de Latijnse benamingen die de verschillende leerjaren hadden, maar destijds werd je dat snel aan je verstand gepeuterd!

Jan Lange zei op 31 juli 2020 om 16:05 uur

Klopt. De 6e klassers liepen geen rondjes, maar liepen recht over de cour van voor naar achter vv. Klas 5 was Poësis, Klas 6 Rhetorica, en de 4e klas, dat weet ik niet meer zeker: Syntaxis.

Mariët BruggemanBHIC zei op 1 augustus 2020 om 11:52 uur

Wat een mooie namen voor de leerjaren, bedankt voor je aanvulling Jan.
En jouw verhaal Ad, is toch ook wel herkenbaar in mijn tijd als 'brugpieper'. :)

Hans van de Ven zei op 18 april 2021 om 09:29 uur

Als één van de oudere zoons in een katholiek boerengezin uit een kleindorpje bij Veghel, hebben mijn ouders via via geregeld dat ik in 1967 naar de kostschool in Uden ging, met een oom en oud-oom als missionaris in Congo, was er sprake van "een zekere voorbestemming".
Voor het eerst maakte ik kennis met nieuwe dingen, zoals een gymzaal, pianoles, slaapzaal, Latijn, e.v.) en bleek dat, in combinatie met het gemis van een veilig thuis, de stap naar een nieuwe omgeving te groot was. Ik ben ws één van de weinigen die eerst een jaar gymnasium deed en daarna pas de brugklas.
Uiteindelijk ben ik na twee jaar verder gedaan in Veghel, gewoon weer van thuis uit, een stapje terug, maar wel veel gelukkiger.
Heel erg leuk om andere verhalen hier te lezen, een herinneringen zijn al een eind weg gezakt.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 20 april 2021 om 10:31 uur

Dank voor je bericht Hans. Om zo jong al uit huis te worden gehaald is ook wel ingrijpend. Heel begrijpelijk dat je er niet zoveel herinneringen meer aan hebt, maar leuk om te zien dat je met plezier de verhalen hebt gelezen. Als je zelf nog meer wilt vertellen dan ben je hier welkom.

Henk Donkers zei op 25 december 2021 om 22:13 uur

Als ik me goed herinner waren de namen van de klassen:
1 Kleine Figuur
2 Grote Figuur
3 Grammatica
4 Syntaxis
5 Poesis
6 Rhetorica

Rini de Groot. zei op 25 december 2021 om 22:27 uur

Hans, dan kon je erover meepraten, en terug het warme nest thuis voor jou en je ouders extra gewaardeerd!

Henk Donkers zei op 25 december 2021 om 23:34 uur

Ik heb van 1964 tot 1970 (jaar van opheffing) op het College van het Heilig Kruis gezeten. Ik heb er een goeie tijd gehad en denk er met plezier aan terug. Ik kwam uit een Brabants boerengezin en was de oudste van zes jongens. Mijn vader kwam uit een gezin van 14 kinderen. Omdat die niet allemaal aan een boerderij geholpen konden worden is mijn opa, vlak voor zijn 65e verjaardag, met 12 van zijn 14 kinderen naar Canada geëmigreerd. Zijn oudste dochter zat al in het klooster en moest/wilde daar blijven toen de familie emigreerde. Mijn vader bleef als enige achter op de boerderij aan de rand van de Peel. Hij dacht dat zijn zes zonen misschien ook wel boer wilden worden. Toen ik goed bleek te kunnen leren op de lagere school, werd ik op advies van het hoofd der school aangemeld bij het College vh Heilig Kruis. Dan is er alvast eentje minder die op de boerderij wil, dacht mijn vader. 'En dan zullen ze hem daar ook wel manieren leren', zei hij want dat lukte thuis niet bijster goed. Maar daarmee was je nog niet toegelaten. Je moest namelijk 'roeping' hebben. Nu was ik misdienaar en waren er uit ons dorp veel missionarissen afkomstig die - als ze op vakantie waren - prachtige verhalen over de missie kwamen vertellen op school. Elke missionaris moest elke dag een mis opdragen op een van de vele bij-altaren in de kerk en daar was een misdienaar bij nodig om de gebeden te beantwoorden en wijn/water in te schenken. Na afloop had je dan soms leuke gesprekken met zo'n missionaris. Over heidense papoea's die peniskokers droegen bijvoorbeeld. Vond ik fascinerend. Mijn favoriet was pater Driek vd Broek, een boerenpriester. Hij was op latere leeftijd priester geworden na een verkorte opleiding. Hij leidde landbezettingen in Brazilië. Geweldige man. Het avontuurlijke leven van de missionarissen leek me wel wat. Maar roeping??? Op een zaterdagavond komt rector Salman bij ons op de boerderij op huisbezoek. Hij wil zien uit wat voor nest ik kom. Op een gegeven moment vraagt hij aan mijn moeder of hij mij even alleen mag spreken. Wij gaan van de woonkeuken naar de 'goei kamer' waar we bijna nooit zaten. Daar vraagt Salman, mij indringend aankijkend: En, voel je ook roeping? Ik weet niet anders dan ja te knikken en ja te zeggen. Ik wist ook wel dat je anders niet naar het College van Heilig Kruis mocht. Ik moest nog wel toelatingsexamen doen. Als ik dat niet haalde, kon ik nog een jaar 'voorbereidingsklas' volgen. Gelukkig haalde ik het toelatingsexamen en mocht ik in september 1964 naar het College.
Ik moest van allerlei dingen meenemen die nieuw voor me waren. Zoals een servetring (nooit eerder gezien of van gehoord). En ook een tandenborstel. Die gebruikten we thuis niet (terwijl we alleen boterhammen met hagelslag aten). In alle kleren moest een nummertje genaaid worden. Ik had nummer 46. Op het internaat heb ik voor het eerst onder een douche gestaan. (thuis hadden we zinken teil en later een bad waar we op zaterdagavond alle zes in mochten in hetzelfde water en daarna schoon ondergoed kregen). We mochten bij toerbeurt 1 keer per week onder de douche. Ik was ingeroosterd op dinsdagochtend. De eerste weken dat ik onder de douche mocht heb ik (ijs)koud gedoucht. Ik wist niet dat er ook warm water uit kon komen. Tot een medeleerling me dat vertelde. Wat een genot, een warme douche!
Als eersteklassers hadden we de slaapzaal op de 2e verdieping met pater Koopmans (bijnaam Kobus) als surveillant. De houten chambrettes die van boven open waren boden enige privacy. Om 9.00 of 9.30 moesten we naar boven. Bij de wasbakken konden we dan tanden poetsen na een kwartier moesten we allemaal in bed liggen. Daarna liep Koopmans door de gangen en schoof hier en daar een gordijntje op zij als hij vermoedde dat iemand nog niet in bed lag. Daarna ging het licht uit. Dan brak er vaak een spannend moment aan, want niet iedereen wilde meteen slapen. Soms werd er ook gekeet. Koopmans werd dan van de ene kant naar de andere kant van de slaapzaal gestuurd. Als het heem te gortig werd, deed hij ineens het grote licht aan. Soms werden er medeleerlingen uit hun chambrette gehaald en die moesten dan voor zijn kamer een tijd op de gang staan, tot het rustig was. Soms waren er waaghalzen die in de hanenbalken klommen. Als dan ineens het grote licht aan ging, was hij de klos.
Ik heb in een later jaar een tijd de taak gehad om wijwater rond te brengen. Iedere leerling had in zijn chambrette onder de spiegel een wijwaterbakje. Ik ging dan met een fles wijwater rond om die bakjes bij te vullen. Allemaal flauwekul natuurlijk. Niemand (behalve pater Koopmans) nam het serieus. Sommige dronken er een slok van, ik had vrijheid om bij medeleerlingen langs te gaan. Als de fles leeg was, moest ik naar broeder Huberthus (naast priesters waren er broeders) in het naastliggende klooster. Hij deed dan een beetje wijwater in de fles en lengde het aan met gewoon kraanwater (geleerd van de bruiloft van Kanaän). Het kraanwater veranderde dan in wijwater.
Op een van de foto's staat pater De Wildt. Zijn bijnaam was Pa de Wildt. Hij gaf (onbevoegd) Frans, was surveillant in de studiezaal en ging woensdag en zaterdagmiddag wandelen met 'de studenten' zoals de Udense bevolking ons noemde. Afwisselend liepen we naar de Bedafse Bergen, Slabroek (waar vennetjes waren) en De Kleuter (een flink ven). 's Zomers ging we in de vennen 'zwemmen in de natuur' (met gymles gingen we naar het Udens openluchtzwembad). Pa de Wildt had altijd een klein (zelfgemaakt?) zwembroekje aan en lag - aan zijn gebruinde lijf te zien - vaak in de zon. Hij genoot van de wandelingen en zwempartijen, en wij ook. Hij was erg populair onder de leerlingen, zonder dat hij daar overigens op uit leek te zijn. Ik mocht hem in ieder geval graag.
Heel veel later kwamen er allerlei verhalen naar buiten over kindermisbruik op jongensinternaten. Mij zijn daarvan geen voorbeelden bekend in de zes jaar dat ik op het College gezeten heb.
Ik kan er nog veel meer over vertellen, maar sluit af. In de zes jaar dat ik er gezeten heb, is er ontzettend veel veranderd. In 1964 kwam nagenoeg iedereen er met de intentie priester te worden en gingen we vaak naar de mis, zes jaar later ging er niemand meer. En de paters vonden het prima. Ze hadden natuurlijk veel gezag verloren doordat eerst de rector van het internaat (niet de rector van de school) ging trouwen en vlak daarop de conrector. De laatste paar jaar hadden we een eigen recreatiezaal die wel zelf mochten inrichten. Er stond zelfs een drankkast in met bier dat we zelf mochten kopen. Aan de muur hadden we urinoirs gehangen met hangplanten en op de achterkant van een kast hadden we een liggend naakt geschilderd van koningin Juliana. Zaterdag 's avonds hadden we daar feestjes waar ook meisjes uit het dorp mochten komen. Tussen 11 en 12 kwam surveillant Wijnhoven (meestal met zijn hond) even langs om te zeggen dat hij naar bed ging en dat wij het niet te laat moesten maken. Zondags konden we uitslapen zo lang we wilden. Als we wilden ontbijten moesten we wel voor 10u in de refter zijn.

Rini de Groot. zei op 26 december 2021 om 00:19 uur

Hans wat een verhaal en veranderingen ten goede en duidelijkverteld.
Ondanks een veel kleiner gezinsgrote, nu toch woninggebrek!
In militaire dienst 1956 maakte ik kennis met een douche.
Hoe is het met je verlopen een mooie opleiding achter de rug.

Ad van Amelsfoort zei op 26 december 2021 om 09:07 uur

Henk (Donkers): jouw eerste jaren op het College waren ook mijn eerste jaren daar, alleen maakte ik er maar drie jaren vol.
Maar hoe dan ook moeten we elkaar daar gekend hebben. En ja, de manier waarop jij je herinneringen beschrijft komen mooi overeen met die van mij, héél erg herkenbaar!
In de jaren dat de (RK) structuur en het aanzien van de paters zogoed als compleet verdween ben ik ook uit ‘het Udense” verdwenen en terug naar huis, in Goirle, gegaan!
Bedankt voor je mooie bijdrage en de bevestiging van mijn herinneringen …..

Hans van de Ven zei op 26 december 2021 om 09:50 uur

Dank je wel, Henk Donkers, voor het delen van je herinneringen. Mijn eigen verhaal is hierdoor weer completer geworden, thnx!
In de tijd waar in de media veel aandacht was voor misbruik op kostscholen, ben ik gaan zoeken in mijn geheugen en op internet. Ik had op dit vlak geen enkele negatieve ervaring of herinnering. Maar als klein blond manneke uit een klein boeren gehucht was ik ook erg 'onwetend' in die tijd, dus was ik ook wel heel blij te constateren dat over dit onderwerp bij de Kruisheren (what's in a name...) geen publicaties waren te vinden.
Wel grappig dat ik al jaren o.a. 'vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen' ben.

Gerard H.A.A. de Bie zei op 26 december 2021 om 19:10 uur

@Henk Donkers , @ Ad van Amersfoort , @Hans van de Ven , mochten jullie op facebook vertoeven en interesse hebben ? Daar is een besloten site gehete ; College van het Heilige Kruis, Uden. Groep (Privé) ; 39 leden

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.