Intern in Goirle en Tilburg
Op de lagere school in Raamsdonkveer voelde Han zich al aangetrokken door de fraters die daar lesgaven. Met name voor de directeur van de school had hij veel waardering. Ook vond zijn familie het een hele eer als hij naar het klooster zou gaan. Om deze redenen vertrok hij dan ook naar het internaat. Zelf kan hij echter niet zeggen dat hij een roeping voelde om frater te worden. "Of dat nu echt een roeping was… Ik ben natuurlijk al wat ouder en nu heb ik daar wel mijn twijfels bij", zo vertelt hij.
Toch ging Han, na het afronden van de middelbare school in Goirle, naar de kweekschool Sint Stanislaus in Tilburg. Hier haalde hij zijn hoofdakte. “Dat was een kweekschool die in heel Nederland erg goed stond aangeschreven, omdat ze zulke goede leraren hadden”, zegt hij. Zo kreeg Han onder andere les van F.B. Caesar. Deze man ontwikkelde een lesmethode om kinderen te leren lezen genaamd Zo Leren Lezen. Ook studeerden verschillende docenten van de kweekschool aan de universiteit en hadden zij een doctoraat.
Ondanks dat de docenten erg goed waren, konden ze zo nu en dan toch in de maling worden genomen. Zo vertelt Han over zijn oude gymnastiekdocent: “Hij kon geweldig gymles geven, maar hij was een beetje, laat ik het zo zeggen, een beetje een onnozele man”. Er was een ongeschreven regel dat er gerookt mocht worden in de klas als er iemand jarig was. En eens in de maand was er een theoretische gymles. De klas deed dan elke keer alsof er iemand jarig was. “Dus zaten daar zo’n 25 van die half-volwassenen te roken in die klas. Dat lokaal stond blauw van de rook. Hij had niet door, dat dit elke maand herhaald werd."
Docent in Oss
Na het behalen van zijn hoofdakte ging Han aan de slag als docent op de lagere school in Oss Hij werd daar door de fraters naartoe gezonden en stond er voor de klas op de basisschool Sint Nicolaas. Op deze school zaten destijds ook leerlingen van het internaat Sint Nicolaas, een instelling waaraan Han destijds óók verbonden is geweest. In zijn vrije tijd werd hij als vrijwilliger op dat internaat ingezet, ter ondersteuning van de begeleiders daar. Op het internaat was hij soms surveillant op de slaapzaal. In Oss werd goed gekeken naar welke fraters dat surveilleren op zich mochten nemen, herinnert hij. “Dat vond ik in Oss heel goed. Er werd toch rekening gehouden met: Is dat iemand die zijn handen thuis kan houden?."
Han had één grote ergernis tijdens zijn eigen kindertijd op het internaat. Er waren altijd lievelingetjes die door de fraters werden voorgetrokken. Deze ergernis heeft hem erg beïnvloed in zijn eigen manier van lesgeven. “Dat vond ik wel zo verschrikkelijk. Dat heb ik in mijn eigen praktijk dus ook altijd erg goed in de gaten gehouden. Dat ik dat niet deed”, zo zegt hij.
Uitgetreden
Na vijf jaar les te hebben gegeven aan de Sint-Nicolaasschool in Oss, ging Han weer terug naar Tilburg, waar hij ook drie jaar lesgaf. Hierop vertrok hij naar Utrecht waar hij directeur werd van een basisschool. In deze periode verliet hij de congregatie. Frater zijn had namelijk zo zijn nadelen. Buiten de celibataire levensstijl, wat op zichzelf al moeilijk is, kon hij niet zelf zijn werkplek kiezen, maar werd hij uitgezonden door de fraters. Ook kregen de fraterdocenten niet betaald, maar moesten hun loonstrook afstaan aan de congregatie. Hij heeft de eerste jaren nooit geweten hoeveel hij verdiende. “Die belangstelling was er ook niet hoor. Tenminste bij mij niet. Later wel hoor, dat is wel veranderd”, legt hij uit.
Ondanks deze nadelen houdt Han geen slechte herinneringen over aan zijn tijd bij de fraters. "Ik heb een goede periode gehad bij de fraters, dat geef ik toe”, zo besluit hij.
Dit artikel is gebaseerd op een interview van de auteur met Han Fens.
Reactie toevoegen