Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Van lampetkannen en teilen naar douches en baden: hygiëne op het internaat

Een onderwerp dat vaak ter sprake komt in interviews met oud-kostschoolleerlingen is het wassen en douchen op internaten. In de jaren veertig en vijftig hadden slechts weinig Nederlandse huishoudens een douche. Ook op internaten moesten de kinderen het in deze tijd doen met een lampetkan of een teil. De meeste internaten kregen pas in de jaren zestig en zeventig douches. Voor sommigen was het fijn dat ze zich konden wassen, maar voor anderen was het een zeer kwetsbaar moment.


Jongens aan het wassen met lampetkannen in Udenhout (1942-1945) (foto eigendom Bisdom Den Bosch)

Lampetkannen en de zinken teil

Loes Kreft ging in de jaren veertig naar verschillende internaten van de Zusters van Jezus, Maria en Jozef (JMJ).“De lichamelijke hygiëne stond op een zeer, maar dan ook zeer laag pitje”, vertelt ze. “De enige mogelijkheid was dat je je gezicht en je armen waste. De hele week had je hetzelfde ondergoed aan en eens in de drie weken kreeg je een schone onderjurk en pyjama.”

Haar haren waren vaak viezer na het wassen dan ervoor. “Dan zetten ze een grote teil met koud water op de binnenplaats en werd ons haar ingesopt. Dan heb ik het over een vijfendertig kinderen. Dus die eerste had dan vrij schoon haar, maar als je achteraf kwam dan zat dat sop er wel in. Dan ging ik naar huis en mijn moeder kwam me van de trein halen. Nou, die schaamde zich kapot, want dan had ik gewoon grijs haar van de sop”.


Rijen met wastafels op de mulo-afdeling van 't Withof in Etten-Leur, datum onbekend (collectie BHIC)

Bij de franciscanessen in Veghel

Gerry Daemen zat eind jaren vijftig op het internaat van de francescanessen in Veghel. Ook zij hadden destijds geen douches, maar moesten het doen met een lampetkan bij hun chambrettes. Wel had het internaat een badkamer. “Om de zoveel tijd mocht je een keer in bad, maar voor de rest moest je je zo elke keer maar wassen vanuit zo’n bakje”, vertelt ze, “en douches waren er niet, dus erg fris, denk ik nu achteraf, zal het niet geweest zijn”.

In de badkamer hing een groot plakkaat, dat de meisjes eraan moest herinneren dat onzedelijk gedrag niet werd getolereerd. Op dit plakkaat stond een groot oog met de tekst: ‘God ziet mij’. Het stamde nog uit een tijd dat iedereen een ‘badhemd’ aan moest en dus niet eens bloot in bad mocht, vertelt mevrouw Daemen, “maar dat heb ik niet meer meegemaakt”.

Toen Doortje van Lieshout in 1966 naar hetzelfde internaat ging, waren er al wel douches. Iedereen was blij als ze elke woensdagmiddag in de douche mochten. “We kregen wel ieder een apart hok waar een doucheknop hing, maar dat waren er een stuk of tien, vijftien op een rij”, vertelt ze. “De warmte werd door de non bepaald, dus als wij teveel herrie maakten, draaide ze de knop dicht. Dat is ook zo’n typisch nonnen ding”.

De luxe van een douche

Toen Ans Mannaerts rond dezelfde tijd naar Mater Misericordea in Tilburg ging, waren daar wel douches. Ook zij weet te vertellen dat de generaties voor haar een douchehemd aan moesten. In haar tijd mochten ze echter eens in de week bloot douchen. “Toen ik vijftien was hadden wij thuis nog niet eens een douche”, vertelt ze. “Ik kwam uit een eenvoudig gezin met een eenvoudig huis en wij wasten ons allemaal aan de wastafel in de keuken. En de kleintjes werden daar om de beurt in de zinken teil gewassen. Nergens was verwarming. Overal was het, vooral in de winter, hartstikke koud. Dus voor ons waren dat allemaal heel bijzondere ervaringen”.

Bert Wijnen zat, eveneens eind jaren vijftig, op het internaat van de Broeders van De la Salle in Baarle-Nassau. Ook hier mocht een keer per week gedoucht worden. De dagelijkse verzorging gebeurde gewoon in de wasbak in de slaapzaal. Ook voor Bert was dit luxer dan wat hij thuis gewend was. Zo zegt hij: “Ze hadden een hele grote zaal met allemaal douchehokjes. Daar gingen we dan op zaterdag douchen. Dus voor de verzorging was het, zeker in die tijd, genoeg. Dat vonden wij perfect”.


Douchehokjes van jongensinternaat Huize Zonhoven in Son, 1962 (foto: collectie BHIC)

Seksueel misbruik tijdens het wassen

Helaas is het wassen en douchen op het internaat niet voor iedereen een positieve herinnering. Voor veel kinderen was het een moment van kwetsbaarheid. Een anonieme oud-kostschoolleerling van internaat De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel vertelt bijvoorbeeld over een frater die moest controleren of jongens in hun bed hadden geplast. Als dit zo was, dan moesten ze mee naar zijn kamertje waar hij ze zou wassen. “Dat wassen duurde dusdanig lang dat ik af en toe dacht: ‘Man, schiet toch op. Ik heb het koud’. Dan stond hij je zo heel langzaam te aaien en te wrijven. Nou, dat gebeurde dus iedere keer. En dat was dan soms twee keer in de week. En dat was dan niet alleen bij mij, maar ook bij een ander”, vertelt hij.

Ook Conny Smulders heeft seksueel misbruik ondervonden in haar tijd op internaten, zowel op Sint Joseph in Dongen, waar dit altijd gebeurde tijdens het douchen, als op Sint-Jozefzorg in Berkel-Enschot. “In Dongen was een non en die moest ons altijd begeleiden met douchen, vertelt ze, “Toen had je nog een hokje en dat mocht je niet op slot doen. Die non kwam altijd kijken bij mij. En ik begon toen al borstjes te krijgen en zo. En dan stond ik helemaal in het hoekje van de douche, maar ja, je kan geen kant op dus komen ze toch”. Gelukkig heeft ze het zo kunnen regelen dat ze op een gegeven moment thuis mocht douchen, zodat ze van dit probleem af was.

______________________

Heb jij ook nog op kostschool gezeten en wil je ons daarover vertellen of foto's delen? Reageer dan hieronder of mail naar internaten@bhic.nl.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.