Moederheil
Moederheil was een initiatief van vrouwen uit de gegoede burgerij, gericht op de zorg voor ongehuwde en zwangere vrouwen. Ongehuwd zwangerschap gold vroeger nog als een grote schande en niet alleen in katholieke kring. De vrouwen in kwestie werden gelijkgesteld aan prostituees. En alsof dat nog niet genoeg was, werden zij door hun ouders vaak zonder pardon op straat gezet.
In eerste instantie was Moederheil alleen een doorgangshuis (opvang), later kwam daar de bekende kraamkliniek bij. De kliniek Moederheil in Ginneken maakte deel uit van het klooster van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph. De zorg voor de ongehuwde en zwangere vrouwen lag in handen van deze zusters. Het gebouw waarin zij werkzaam waren, was een ontwerp van de architect M. Schoenmakers.
De zusters boden de (aankomende) moeders een dak boven het hoofd, een warme maaltijd en zorg, maar dit wilde niet zeggen dat zij geen problemen hadden met het ongehuwde zwangerschap. In tegendeel: de opgevangen vrouwen hadden gezondigd tegen God en de samenleving. Hun zielenheil stond op het spel. Het doel van de zusters was dan ook 'de zedelijke en maatschappelijke verheffing van gevallen meisjes', zo staat in de stichtingsakte van Moederheil.
Na de bevalling konden de moeders enkele maanden in Moederheil blijven en kraamvisite ontvangen. Uitgangspunt van de zusters was dan ook dat moeder en kind bij elkaar horen, en dat borstvoeding beter was dan flesvoeding. In de tussenstijd stuurden ze aan op een hereniging van de moeder en de vader. De laatstgenoemde werd dan meteen gewezen op de kosten van de bevalling en het verblijf.
Let wel: dat moeder en kind bij elkaar horen, was het beleid. Dat de praktijk vaak anders was, is inmiddels duidelijk geworden door middel van onderzoek, media-aandacht en natuurlijk de verhalen van de vrouwen zelf. Bekend zijn de verhalen van moeders, die gedwongen werden om hun in Moederheil geboren en verzorgde kind aan adoptieouders af te staan.
Kraamschool
Naast de kliniek was in Moederheil sinds 1929 ook een kraamvrouwenschool met internaat gevestigd. Opvallend voor die tijd is dat toen de stichting Moederheil in het leven werd geroepen, al werd vastgelegd dat ook niet-katholieken zich voor deze studie mochten aanmelden. Oud-leerlingen van Moederheil zullen zich behalve de klaslokalen, de behandelkamer en de opvangverblijven ook nog wel de kapel herinneren (sinds 1976 een mensa), waar zij net als de zusters en de (aanstaande) moeders terechtkonden voor gebed.
In de kliniek konden de kraamverzorgsters in opleiding praktijkervaring opdoen, natuurlijk onder het toeziend oog van een zuster. De opleiding stond daarnaast in het teken van een degelijke godsdienste vorming en het aankweken van een kuise, gehoorzame en sobere levenshouding. Eigenlijk alle dingen, die ook de zusters voortdurend bij zichzelf in de gaten moesten houden, overeenkomstig hun eeuwige kloostergeloften.
Valkenhorst
Na de oorlog is er in Moederheil veel veranderd. Om te beginnen kreeg de instelling een afdeling voor gehuwde vrouwen - een groep die strikt werd gescheiden van de 'gevallen' moeders. Daarnaast daalde het aantal kloosterroepingen, en daarmee het aantal zusters voor de verpleging. Dit probleem werd in Moederheil al in 1957 aangekaart. Het tij bleek echter niet te keren, en de opvang en de kraamzorg kwamen uiteindelijk volledig in handen te liggen van leken. De laatste zusters zijn in 1962 uit Moederheil vertrokken. De kraamvrouwenschool sloot toen ook de deuren.
Om deze veranderingen duidelijk te onderstrepen werd de naam in 1975 veranderd in Valkenhorst. De instelling ging zich ook meer openstellen voor de omgeving. De kapel verloor haar functie en is in 1976 verbouwd tot mensa. In 1986 is de kraamkliniek van het voormalige Moederheil definitief gesloten.
In 1995 vertrok de instelling uit Ginneken. De gebouwen werden gesloopt en de grond verkocht. Er zijn luxe appartementen gebouwd.
Valkenhorst stond in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in de belangstelling door enkele rechtszaken. Kinderen die in de kliniek geboren waren eisten dat zij inzage kregen in hun afstammingsgegevens. De uitkomst was (kort gezegd), dat het recht om te weten wie je ouders zijn zwaarder weegt dan de privacy van die ouders of het medisch geheim.
Reageer hieronder, deel je herinneringen aan Moederheil en vul deze pagina aan! Foto's zijn ook welkom. Stuur ze naar info@bhic.nl, dan voegen wij ze hier toe.
Bronnen
- J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen a/d Maas, 2010
- J. Brouwers, Van Moederheil en Valkenhorst. Een geschiedschrijving (Breda 1995).
- 'De pijnlijke adoptiegeschiedenis van ongehuwde moeders in Moederheil' (2018), op: website Brabant Cultureel
Herinneringen aan Moederheil, 1966-1970
Eugène Kortekaas werd in 1966 in Moederheil geboren en verbleef daar tot in 1970. Klik hier voor zijn verhalen. En klik hier voor zijn reactie op het BHIC forum.
Een greep uit zijn herinneringen:
"Het moet in het najaar van '69 zijn geweest, op een vrijdagochtend in oktober, dat het allemaal een beetje tot me door begon te dringen. Mijn bed, op een slaapzaal van Moederheil in Breda was een stalen ledikant met spijlen zo hoog als ikzelf, voorzien van een tuigje waarmee ze me konden fixeren. Het stond op de beste plek en wel meteen naast de deur die ons toegang gaf tot de speelzaal. Hier vanaf had ik ook zicht op de ingang van onze slaapzaal, met dan weer een doorkijk naar de grote gang daarachter en het trappenhuis bij de hoofdingang.
Ook deze ochtend verschenen er mensen bij de grote trappen en was er rumoer, ik zat nog in bed en door de felle zon die van de Valkenierslaan net voor het middaguur aan de voorkant naar binnen scheen, kon ik hun silhouetten zien bewegen. Dat trok meteen mijn aandacht. Wie waren het? Zouden ze vandaag...? Nieuwsgierig als ik was klom ik meteen m’n bedje uit, trok m'n beer mee door de spijlen en rende naar de gang."
Reactie toevoegen