Nummer 111
Na de scheiding van mijn ouders werd mijn moeder door een stiefmoeder vervangen die het niet zo zag zitten met twee kinderen uit een vorig huwelijk van haar man... dus "opgeruimd staat netjes..." Ja, het had nog wel een bepaald aanzien in die tijd als je je kon permitteren je kinderen op een internaat te plaatsen!
Mijn zus, Hanneke Dreissen, heeft dientengevolge van haar achtste tot haar achttiende levensjaar op kostscholen doorgebracht! Ze was al zes jaar op Mariëngaarde geweest en werd na haar Ulo doorgesluisd naar een volgende kostschool, "Mariënbosch" in Nijmegen, waar ze de m.m.s. volgde. Dus zo ging dat: zij van kostschool af, ik erop! Zoals ook nu nog in tehuizen, kreeg je een nummer om je kleding te merken. Dat was in ons geval nummer 111... 11 jaar lang bleef 111 op naam van Dreissen.
Verder droeg ik natuurlijk altijd de oude schoenen van mijn oudere zus. Je ziet ze wel op de foto hierboven, van mijn plechtige communie op kostschool. Mijn eerste NIEUWE paar kreeg ik vlak daarna en weet natuurlijk nog hoe trots ik daarop was! Later op de Mulo wilde ik ook wel eens hakjes. Ik kreeg er een paar waarvan je de z.g houten hakjes kon afschroeven! Natuurlijk hoorden daar nylon kousen in, maar die kreeg ik niet. Dus jatte ik een paar van mijn zus waar al een ladder in zat! Iedereen erop wijzen natuurlijk en ik steeds héél verrast kijken, hoe is het toch mogelijk!! In die tijd kon je nog ladders laten ophalen... maar daar had ik geen geld voor! Dus blééf ik improviseren!
Cellen
Als klein meisje van tien jaar had ik ook al eens enkele maanden op die kostschool doorgebracht. Maar ik heb daar verder geen herinneringen aan behalve dat ik blijkbaar al zeer geïnspireerd was door de religieuze nonnen. Ik zie me nog in "een cel" liggen met mijn handjes op bed gevouwen en een "Wees gegroetje" bidden voor pappa, voor oma.... Het intens religieuze gevoel ervan was een eerste bewuste ervaring van bidden.
Hoezo heette dat slaapvertrek een cel? Het was een grote zaal met een gang door het midden waar aan beide kanten "cellen" verdeeld waren door houten schotten, grijs geschilderd met een opklapbaar planchet waarin een emaille waskom paste vergezeld van een glas water om je tanden te poetsen. Een bed en een kleine houten kast waarin je zondagse uniform en een enkele jurk voor door de week te dragen hing, was alles wat in die cel stond, die van boven open was, en een wit gordijn had aan het voeteneind van je bed ter afsluiting ...!
Ooit kreeg ik van mijn ouders een koekoeksklokje. Ik was er zo blij mee omdat ik dan een "levend vriendje" had... Maar omdat het elk uur ook werkelijk "koekoek" zei en er dan een vogeltje uit een luikje naar buiten kwam, mocht ik het niet in mijn cel ophangen... Er hingen dennenappels aan koperen kettinkjes waaraan je moest trekken om op te winden. Nú wel te begrijpen, tóen heel teleurstellend!
Onze cellen werden op alfabetische volgorde van je achternaam toegewezen. Zo was mijn cel naast die van Ria Deenen....toen de meesten van ons geveld lagen door de Spaanse griep hoorde ik hoe zij door de dokter bezocht werd en uit de slaapzaal werd gevoerd regelrecht naar het ziekenhuis. Daar bleek ze gestorven te zijn aan die griep wat een grote indruk op me maakte...een soort eerste confrontatie dat je zelfs op onze leeftijd al dood kon gaan! We kregen allemaal een bidprentje met haar foto erop! Ik heb het altijd bewaard in het missaal wat we dagelijks in de kapel gebruikten.
Bij het doorbladeren ervan zojuist vond ik zelfs ook nog een prentje van Ria's plechtige communie, gedateerd 16 juni 1957, en haar bidprentje (beide hieronder te zien), waaruit blijkt dat zij drie maanden later op 15 september overleden was. Het bidprentje vermeldt geen geboortedatum, wel de doop datum: 25 december 1944!
Dagindeling
Hoe begon je dag? We werden door de non gewekt met de woorden:
"Geloofd zij Jezus Christus" en dan antwoordden wij, "In alle eeuwigheid, amen”.
Je had zo een twintig minuten om je te wassen, tanden poetsen en aan te kleden.
Door de week een donkerblauwe alpinopet op om naar de kapel te gaan voor de H. Mis.
Zondags je blauwe plooienrok, dito kleur blouse, later een roze blouse en witte alpinopet als uniform.
Om half acht begon de mis. Ik had uitgevonden dat als ik op een bepaalde manier op die houten bank knielde, ik tegen flauw vallen aan kwam... dan werd ik uit de kapel geloodst en mocht in een "spreekkamer" bijkomen door een kopje thee!! Heel regelmatig gebeurde dat! Hoogst interessant, nooit argwaan gewekt!
Zondags moesten we ook nog naar het "Lof" of we moesten het rozenhoedje bidden op onze blote knieën op de grond naast onze stoel in de recreatie zaal! Ik herinner me heel goed dat ooit de vraag werd gesteld na het bidden van het rozenhoedje : " Wie belooft je leven lang elke dag het rozenhoedje te bidden?" Er gingen vingers de lucht in, maar niet die van mij ! Toen al besefte ik wat een onmogelijke belofte dat zou zijn! Aan twaalf, dertien jarigen zo’n vraag stellen... je moet maar durven! Ook aan de belofte van mijn plechtige Communie op die leeftijd heb ik grote twijfel gehad om uit te spreken aan het altaar notabene in het bijzijn van mijn ouders: "ik beloof trouw aan Christus, mijn Koning, mijn leven lang, met heel mijn hart Hem te dienen ,Hem te eren en lief te hebben als mijzelf"… Ik had daar liefst "te trachten" tussen geplaatst!
Er was een afscheiding tussen de "Groten" en de "kleintjes" in zowel de recreatiezaal als slaapzalen. Oh, wat wilde ik graag bij de groten horen..., maar ja, dat mocht pas als je van de lagere school af was! Ik had wel ontdekt dat de "groten" tussen de middag naar de slaapzaal gingen om maandverband te wisselen. Die badstof verbanden moesten ze in een speciale waszak doen. Ik deed dat natuurlijk "ook", hoewel er geen sprake was van de oorzaak, maar ja, dan werd ik bij de "groten" gezien... Bij gebrek aan aandacht wist ik die wel te halen... Vond op een dag uit dat je als je ziek was naar zuster Barbara, de ziekenzuster, mocht gaan en daar tegen keelpijn een soort druivensuiker snoepje kreeg. Mijn keeltje werd dagelijks gestreeld met zo’n verzachtend snoepje, dat snap je wel. Maar het gevolg was dat die komedie wel serieus genomen werd en de zuster het toch in alle bezorgdheid aan mijn vader vertelde met het verzoek of er eens een dokter naar kon kijken. Voor mijn trots kon ik niet terug uit dit toneelstuk en constateerde de dokter dat het zeer wenselijk was om de amandelen er uit te halen. Tot overmaat van ramp moest dat ook nog eens in het ziekenhuis gebeuren tijdens de carnaval vakantie!
Later, op de ULO herhaalde zich een soortgelijk gebeuren. Een bril dragen staat toch ook wel heel interessant, vooral zo’n mooi zwart montuurtje! Dus, ach wat zag ik plotseling toch slecht op het schoolbord! En ook de oogarts twijfelde geen minuut over de ernst van de noodzaak tot een bril... en ja, daar kwam dat mooie hoogst moderne brilletje op mijn neus in de klas. Maar ja, toen viel ik toch wel door de mand... Natuurlijk kreeg ik na vijf minuten hoofdpijn van dat kreng...
Na de Mis was er ontbijt in de refter. Al at je zes boterhammen, je had het maar te doen met een stukje boter zo klein als het onderste kootje van je vinger! Zoveel als ik nu op één dikke plak "peperkoek" smeer!... ha ha!
Na hooguit een kwartier vrije tijd ging je naar je klas. We hadden op de ULO les van nonnen en een enkele juffrouw uit het dorp. Ik weet nog dat zuster Albertina Duitse les gaf en bij haar eerste les aan ons haar pufpompje demonstreerde wat ze tegen een asthma aanval zou gebruiken. Zo hoefden we er niet om te lachen als het zover kwam...
We hadden voor Franse les juffrouw Wijnen. Ze was een tante van Margriet die in onze klas zat. Nooit heeft ze haar nichtje voorgetrokken, eerder het tegendeel, ze was streng voor haar. Zuster Scholastiek werd steevast "Scholletje" door ons genoemd onder elkaar, zo werd ook een non "Basje" genoemd - klein van stuk en stevig de bel schuddend in de refter!
Oud-klasgenoten
Ik las dat Willemijn Tempelaars een stukje schreef over haar verblijf op het internaat [klik hier voor de betreffende pagina]. Hallo Willemijn. Grappig dat ik altijd het gevoel heb gehad dat wij nog wel eens elkaar zouden ontmoeten! En jawel, maar geen idee dat het via de computer ooit zou zijn! Je was de oudste in onze klas, ik vond je al een dame a.h.w. Tussen ons jonge grieten! Je kwam uit Tilburg en je ouders hadden een wolververij? Ik kan het natuurlijk helemaal mis hebben. Ik hoop dat ik feed back krijg als er onjuiste herinneringen staan in mijn schrijfsel!
Connie van de Sande had zoals we dat nu uitdrukken een groeistoornis. Ze had elke dag een poeder medicijn nodig en wij mochten daar absoluut nooit aan zitten, laat staan innemen, "want dan zouden we een reus worden"!! Haar zusje Cora zat ook op ons internaat en ik ben nog ooit naar hun hotel " Het wapen van Grave" geweest, maar kreeg te horen dat Connie verhuisd was.
Marlies Remmers herinner ik me om heel andere reden. Zij was de enige in onze klas die ook een tweede moeder had, maar een hele lieve. Haar eigen moeder was overleden. Dat was anders dan bij mij thuis! Ik was dan ook vaak jaloers als het ouderdag was en mijn ouders waren er weer niet, maar haar ouders wel!
Ria Schepens, die hier ook een stukje schrijft over het "sneeuwballet" herinner ik me niet meer van gezicht, maar ik heb wel een leuke foto van dat ballet waar ik ook aan mee deed! Ballet en toneel...om nooit te vergeten. Het was mijn uitlaatklep, me creatief te voelen, ik leefde me er helemaal in uit!
Wie van onze school herinnert zich nog Marie José Derksen? Zij was de beste van ballet maar heeft op een dag op de Amerikaanse schommel een diepe snee in haar dijbeen opgelopen!
Toneel, ballet...
Wat we zoal deden in het speelkwartier? Knikkeren, ballen, landje pik, tikkertje, kastanjes uit de boom gooien met een bal en er dan met z’n allen op af rennen... Om vier uur "kroeten" brood eten! En daarna weer naar de klas om huiswerk te maken! Nee, gelummel was er niet bij! Een vast dagelijks ritme was de beste manier om zo’n tweehonderd meiden onder de knoet te houden.
Mijn zusje Hanneke had altijd al een hoofdrol gekregen als er toneel werd gespeeld. En zo kwam ik ook van een kleine rol als Pietje Bell naar koning Hadelein en Sultan Ali Ben Mekka… De prachtige kostumering staat op naam van "Doortje" ofwel zr. Theodorus. Ik was een haan met tulen veren en een heuse kam op mijn kop, ook een vos en kreeg een heerlijke karbonade voor het spel... Bijzonder was dat mijn zusje haar naamgenoot rond leidde als de blinde kinderen van het blindeninstituut uit Grave kwamen en dat meisje mijn stem herkende in het toneelstuk als die van mijn zusje! Zo werd zij verdere jaren ná mijn zus Hanneke door míj rondgeleid.
Wie weet nog wat een bonte avond inhield? En als we toneel hadden in de gymzaal hoe we als een ketting de stoelen van de recreatiezaal naar de gymzaal aan elkaar doorgaven...en wat hield een blikken feest in?
Terugblik en reünie
De foto hieronder is de laatste die werd gemaakt voordat we de school verlieten... Een week hierna zouden de diploma's uitgereikt worden. Dat liep wel even anders dan ik ooit had durven denken. Het koffertje met kleren uit de kostschool werd in Nijmegen bij mijn ouderlijk huis na twee dagen zo weer in de auto gezet en zonder een woord van uitleg reden we, mijn ouders en ik, van Nijmegen naar Genval, een plaats buiten Brussel. We reden een oprijlaan in naast een grote witte villa, omringd door bossen. Toen we uitstapten werd ik aan een mevrouw voorgesteld vergezeld van vijf kinderen. Hier zou ik voor die kinderen zorgen en 75 gulden per maand verdienen. "Jij redt je wel".
Einde verhaal... begin van een nieuwe episode in mijn leven...
Ik heb redelijk nog wat foto’s uit mijn kostschooltijd. Op een daarvan sta ik met Moeder overste: Moeder Caroline. Haar, dus ook mijn naamdag werd groots gevierd op 4 november, ten name van de Heilige Carolus Borromeus. Die foto is genomen door een fotograaf ter inwijding van de nieuwe kapel door monseigneur Beckers. Hier in Amsterdam, waar ik al 52 jaar woon, vroeg een man me de weg enkele jaren geleden en hoorde ik de Brabantse “g” uitspraak. Tijdens het gesprek wat volgde bleek Moeder Carolien zijn tante te zijn! Thuis bij mij heeft hij zijn tante herkend op de foto! Wat een kleine wereld hè. De onderstaande foto van moeder Caroline als novice kreeg ik jaren later door hem opgestuurd!
Misschien was het, toen ik in de 6e klas van de lagere school zat, dat er een processie door het dorp werd gehouden met het Mariabeeldje in de glazen schrijn, gedragen op schouders van grote misdienaars. Met een bloemenmandje en wat danspasjes strooiden we bloemblaadjes voor het beeldje uit. Natuurlijk vergezeld van Marialiedjes.
Onze rector Swinkels heb ik nog ooit op Schiphol ontmoet toen ik 21 jaar was en heb door ons fijne gesprek indertijd mijn vlucht naar Londen gemist!
Op een dag besloot ik met mijn gezin de kostschool te bezoeken en warempel, juist die zondag bleek er een reünie van de nonnen te zijn... Ze zaten in een halve cirkel bij elkaar in de grote recreatiezaal en waren niet meer in de "pinguïn" kleding met kappen op hun hoofd! Toen ik er binnen kwam stonden ze zowat tegelijk op van hun stoel en hoor ik een zuster zeggen: "Dat is Carolien Dreissen! We hebben het gisteren over je gehad!" en weg gaat ze, om een tel later de foto te laten zien waar ik hier zojuist over schreef, met Moeder Caroline! Ik deed mijn uiterste best om me de officiële namen van de zusters te herinneren i.p.v. alle afkortingen die de ronde deden indertijd! Ze waren uiterst sportief om hun namen zelf weer aan me te zeggen. Mijn man en kinderen waren onder de indruk van een echte blik in de kostschool. Ze hadden al menig verhaal gehoord uit die tijd.
Of ik gelukkig was op deze kostschool? Nee, eerder eenzaam, ofschoon ik bevriend was met Annemie van Nuland tot de dag van vandaag zelfs. Ik had het grote geluk dat ik in vakanties of vrije weekenden bij haar thuis mocht logeren. Dat voelde zo ontspannen, heel wat anders dan bij mij thuis! Er was altijd plaats voor me in dat grote gezin. Daar was ik haar moeder altijd dankbaar voor en heb tot op hoge leeftijd contact met haar gehouden.
De foto hieronder komt uit een verslag in De Beatrijs. Ja, beste lezers klasgenoten... het is allemaal gerealiseerd. Twee jaar kinderverzorging werden er in praktijk vier... In Brussel en later Londen was ik au pair en heb daar véél geleerd. Ook heb ik na vijf jaar Spaans te hebben gestudeerd, als enige van 22 leerlingen, daar een diploma voor behaald! En wat cruises betreft, nee, ik heb nooit op zo'n schip gewerkt, maar er wel op velen enorm genoten samen met mijn man. Een wereldcruise van Sydney tot Genua was wel de top! Mijn man, zus én broer zijn helaas overleden...
Veel geluk aan jullie allemaal, leef lang en gezond. Tot ziens op de reünie?
Ik zou zeggen: "wie volgt?" Zit er ooit nog een reünie in als we 75 jaar zijn? Ik heb een papiertje bewaard waar al onze namen met adres op staan van klasgenootjes... Ach, dacht ik, een reünie? Wel een beetje laat! Is er een leuke kroeg in Aarle? Wie zoekt het op? Laat maar van je horen!
"Wees gegroet" lezer dezes en geniet hopelijk in gezondheid van je oude dag...
Carolien van den Berg-Dreissen uit goed oud Mokum
Reactie toevoegen