Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Klooster in het Jacoba van Beierenhuis te Woudrichem

Kloosters

Het stadje Woudrichem was rond 1950 nogal verpauperd. Er bestonden wel voorzieningen om de armen te helpen, maar men kon het werk niet aan. Met steun van pastoor Bazelaar van de parochie van de H. Joannes Nepomucenus lukte het om de Franciscanessen van Bennebroek, de zusters van Sint Lucia uit Rotterdam, aan te trekken.

Foto: BHIC, collectie provincie Noord-Brabant
Foto: BHIC, collectie provincie Noord-Brabant

Op 1 november 1958 konden de zusters voorlopig hun intrek nemen in het pand van het Groene Kruis naast de pastorie. Ze moesten door hun hulp en hun werk in de gezinszorg het vertrouwen van de bevolking winnen. Na enige tijd werden zij uitgenodigd om ook (naai)onderwijs te geven, wat hun in eerste instantie was verboden. 

Burgemeester Dingemans Wierts had de gemeenteraad al in 1954 zover gekregen het Jacoba van Beierenhuis aan de zusters beschikbaar te stellen. Dit huis maakte ooit deel uit van een gebouwencomplex, dat ook de Hoftoren, het Tolhuis en de Visbank omvatte. Na de opheffing van de tol werd het in 1474 als kruisherenklooster ingericht en na de Hervorming als woonhuis. De Hoftoren en de Vishal werden in 1852 gesloopt. Het overgebleven veertiende-eeuwse gebouw heeft wijzigingen uit het begin van de zeventiende eeuw, uit 1780 en 1904.

Dankzij steun van Monumentenzorg, gemeente en provincie kon de restauratie van het Jacoba van Beierenhuis in 1962 beginnen. Op 17 juli 1965 vond de officiële opening plaats. De waardering voor het werk van de zusters groeide daarna gestaag. 

Vanwege de vergrijzing namen de zusters op 14 december 1985 afscheid met een eucharistieviering in de hervormde Sint Maartenskerk. Het voormalige klooster is later in gebruik genomen als woonhuis.

Het bakstenen gebouw dateert in beginsel uit de veertiende eeuw en is later gewijzigd. Het heeft een trap- en topgevel. Tegen de zijgevel is in 1904 een traptoren gebouwd. Aan de achterzijde staat haaks op het middeleeuwse gedeelte een later aangebouwde vleugel. De jaartalsteen vermeldt 1639.

Foto: BHIC, collectie Provincie Noord-Brabant
Foto: BHIC, collectie provincie Noord-Brabant

Bij de restauratie van 1965 werd een verbouwing uitgevoerd, waardoor het pand als klooster kon worden gebruikt. Getuigen van deze functie zijn nog de kapel aan de achterzijde, die nu is voorzien van een speelse tussenverdieping en het grote aantal (kleine) slaapkamers op de tweede en derde etage. Er is een ommuurde achtertuin.

Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen a/d Maas, 2010

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.