Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Huize Sint Vincentius te Udenhout

Internaten

Omdat Herlaer in Sint-Michielsgestel te klein was geworden, verplaatsten de Zusters van de Choorstraat hun school voor verstandelijk gehandicapten op 1 september 1925 naar het voormalige woonhuis van burgemeester Willem van Iersel, De Kleine Strijdhoef in Udenhout.

Udenhout, Huize St. Vincentius, 2010. Foto: Collectie Jan Smits
Udenhout, Huize St. Vincentius, 2010. Foto: Collectie Jan Smits

In dit huis aan de Schoorstraat begonnen ze met een schoolinternaat voor gehandicapten. De pronkkamer werd als kapel ingericht. Hier stonden boven de ingang de woorden Huize Sint Vincentius. Ook het nieuwe gebouw naar ontwerp van J.J.M. van Halteren uit ’s-Hertogenbosch kreeg deze naam.

Om groepsverpleging mogelijk te maken koos men voor een paviljoenbouw van twee lagen. Het eerste paviljoen kon in 1927 in gebruik worden genomen, het hoofdgebouw was in 1929 klaar. In 1935 bouwde Van Halteren de kapel op het achterterrein.

In de tweede helft van de twintigste eeuw groeide Huize St. Vincentius uit tot een instelling waar plek was voor 200 tot 250 leerlingen. Er werden twee bijhorende scholen geopend. De Mariaschool opende in 1963 en de Jozefschool in 1973.

In 1968 kreeg Huize St. Vincentius een AWBZ-erkenning (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Dit had niet alleen als gevolg dat de instelling voortaan meer subsidie kreeg, maar dat deze overging van een onderwijsinstelling naar een zorginstelling. Voortaan konden ook oudere meisjes, die niet langer leerplichtig waren, hier blijven wonen.

Aangezien de gemiddelde leeftijd van de bewoners in Huize St. Vincentius steeds hoger werd, waren er eind jaren tachtig, begin jaren negentig nog relatief weinig minderjarigen. De Jozefschool sloot daarom in 1988 en de Mariaschool in 1992.

In 1978 gaven de zusters het werk en het bestuur over aan leken, de laatste zuster verliet het gebouw op 31 december 1992.

Udenhout, Huize St. Vincentius, 1983. Foto: BHIC, fotonr. PNB001068142Het gebouw heeft een indrukwekkende voorgevel met toren, die als watertoren dienst deed totdat in Udenhout waterleiding werd aangelegd. De statige hoofdbouw heeft drie bouwlagen en kap, boven een souterrain. De sierlijke watertoren in het midden wordt vergezeld door twee halfronde torens. De middentoren draagt onder de met koper beklede koepel vierkante wijzerplaten met koperen cijfers.Het middendeel van de gevel wordt afgesloten door nogmaals twee halfronde torens, waarna aan weerszijden flankerende paviljoens. De aaneengesloten paviljoens zijn door een gang met elkaar verbonden. Het hoofdgebouw telt aan de voorzijde drie en aan de achterzijde vier bouwlagen boven een souterrain.

De halfronde torenachtige uitbouwen rusten op een vierkante onderbouw met bollen op de hoeken. Deze uitbouwen zijn identiek aan die op de hoeken van het hoofdgebouw en hebben horizontale raamstroken. De ramen op de eerste en tweede etage zijn in alle vier de uitbouwen na 1945 vergroot.

De driebeukige kapel is door gangen die een tuin omsluiten verbonden met het hoofdgebouw, een variant van de opzet van het Instituut voor Doven te Sint-Michielsgestel. De kapel is opgetrokken uit baksteen en heeft op het dak een slanke, vierzijdige met koper beklede toren. Om de kerk heen lopen smalle zijbeuken.

Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.