Die rode kleur staat dan ook symbool voor de eindeloze liefde van God voor de mensen, op grond waarvan Hij Zijn Zoon als mens en Verlosser naar de aarde heeft gezonden.
Het kloosterleven van de zusters van de Ordo Sanctissimi Redemptoris ofwel de Orde van de Allerheiligste Verlosser, was gebaseerd op een strenge clausuur: ze leefden achter ‘slot’. Het contact met de buitenwereld verliep via speciaal daartoe aangestelde zusters die 'buitenmeisjes' werden genoemd. Die fungeerden als portierster en ontvingen gasten. Om de drie jaar wisselden de zusters van taak.
Zij leefden dus in een slotklooster en dit leven in afzondering, verborgen voor de wereld, was tot heil van diezelfde wereld. Deze levenswijze was bedacht door de Italiaanse Giulia Crostarosa (1696-1755) die als Zuster Maria Celesta van de Allerheiligste Zaligmaker aan de basis stond van deze congregatie. Zij begon in 1731 in Scala (Zuid-Italië) een klooster voor vrouwen waarvoor zij de regel opstelde, die weer was geïnspireerd door de regel van de H. Franciscus van Sales. De paus keurde in 1750 de constituties goed.
Moeder Maria Celesta overtuigde Alfonsus de Liguori (1696-1787) ervan een mannelijke tegenhanger voor haar congregatie op te richten, de Redemptoristen.
Foto’s
Giulia Crostarosa (1696-1755). Bron: Wikipedia.
Velp, redemptoristin in gebed, 1933. Bron: BHIC, fotonr. VEL0155.
Velp, handenarbeid bij de zusters redemptoristinnen, 1933. Bron: BHIC, fotonr. VEL0143
Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Klooster Lauterach.
Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960, lemma Redemptoristinnen.
Reactie toevoegen