Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

Een jonge vrouw van adel, zo diep onder de indruk van de idealen die Franciscus van Assisi uitdroeg, dat ze op haar achttiende besluit haar wereldse leven op te geven en Franciscus te volgen. Dat was Chiara (Clara) di Favarone (1193-1253) die in 1212 de ‘tweede Orde van de H. Franciscus’ stichtte, ofwel de 'Ordo Sanctae Clarae'.

St. Franciscus zelf verrichtte de ceremonie van haar inkleding in zijn klooster te Portiuncula. Kort na haar professie ging ze samen met haar zuster Agnes wonen bij het kerkje van San Damiano, in een huis dat door Franciscus in gereedheid was gebracht. Haar moeder, haar tweede zus Beatrice en enkele vriendinnen voegden zich bij haar.

Clara leefde volgens een door Franciscus geschreven regel, de ‘formula vitae’. Hierin waren twee aspecten van belang: de orde mocht geen eigen bezittingen hebben en de volgelingen beloofden altijd te zullen zorgen voor arme vrouwen. Clara hield tegen alle weerstand in vast aan de strenge eis van armoede. Vanwege die weerstand, met name van buiten het klooster, schreef ze haar eigen Levensvorm of Regel, die daags voor haar dood in 1253 pauselijke goedkeuring verkreeg.

Tien jaar later bracht paus Urbanus IV alle kloosters van de H. Clara onder één noemer met een nieuwe regel, die wél gemeenschappelijk bezit toestond. De clarissen die volgens deze regel leefden, noemt men Clarissen-Urbanisten.

Twee eeuwen later begon de H. Coleta van Corbie een hervormingsbeweging die teruggreep op de strenge armoede van de Regel van Clara. In 1458 bevestigde de paus deze regel. De Clarissen die volgens deze regel leven, noemt men Clarissen-Coletinen of Arme Claren. Al deze vrouwen wilden vanuit een gerichtheid op God dienstbaar zijn aan eenieder, in de geest van de H. Clara en de H. Franciscus.

Omstreeks 1348 vestigden de eerste clarissen in Nederland zich vanuit Keulen en Brussel te ’s-Hertogenbosch, waar ze tot 1651 bleven. Verder hadden de Clarissen kloosters in Megen (Klooster Sint-Josephsberg) en Someren (Huize Witven).

In de vijftiende en zestiende eeuw vestigden de clarissen zich op tal van plaatsen in Nederland: Wamel (1450), Veere (1470), Haarlem (1471), Delft (1482), Brielle (1483), Gouda (1486), Alkmaar (1505), Amsterdam (1513), Heille (1514), Nijmegen (1587), Roermond (1614) en Oldenzaal (1619).

Met de toename van het aantal zusters in Megen en Ammerzoden groeide ook de missionaire geest: in 1933 stichtten beide communiteiten een klooster te Cicurug op Java. Tijdens de oorlogsjaren werden de zusters van Cicurug geïnterneerd in het Jappenkamp. Na de Tweede Wereldoorlog konden de zusters niet naar Cicurug terug en weken ze uit naar Pacet op West-Java, waar een bloeiende clarissengemeenschap ontstond.

Foto’s
Franciscus knipt Clara. Boekillustratie uit het handschrift Thennebach (1500), Vita van St.Clara. Karlsruhe, Badische Landesbibliothek. Bron: Heiligennet, lemma Clara.
Megen, zusters in het koorgebed. Bron: Collectie Clarissen te Megen, fotonrs. L1000036 en 200210 023.

Bronnen
Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Website Clarissen.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.