Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970
Paters & Nonnen

Je hebt congregaties die uiteindelijk over de hele wereld verspreid zijn geraakt en je hebt er die nooit verder zijn gekomen dan het dorp waarin ze ooit werden opgericht. Dat laatste geldt zeker voor de Broeders van Drunen. Daar bestond al in 1840 een parochiële jongenscongregatie, die door ouderen werd geleid en bezocht.

Boekel, 1940: aansluiting van de Broeders van Drunen bij Huize Padua.Een aantal van hen begon te verlangen naar een religieus leven. Dat leidde ertoe dat in 1851 pastoor Wilhelmus Adrianus Coppens schreef dat ‘vier jongelingen uit Drunen zich hadden verenigd en uit hun midden Cornelis Pijnenborg tot overste hadden gekozen’ om een congregatie van broeders op te richten. Die zou de intensieve opvoeding van de jeugd op zich nemen.

Pastoor Coppens ontwierp de eerste regels voor de congregatie, die 4 mei 1852 werd gesticht. Cornelis Pijnenborg, inmiddels broeder Augustinus, kan als stichter worden beschouwd. De bisschop keurde op 1 januari 1860 de constituties goed, die waren geïnspireerd op die van de Fraters van Tilburg.

In 1929 werden de statuten nog herzien, maar de congregatie leidde niet echt een bloeiend bestaan. Vanwege het ontbreken van mankracht en financiële middelen vond men het op 13 juni 1940 uiteindelijk beter de broedercongregatie te verenigen met die van de Broeders Penitenten. In 1951 verlieten de broeders het Sint Franciscusgesticht in de plaats waar ze naar genoemd waren, Drunen.

Foto
Boekel, aansluiting van de Broeders van Drunen bij Huize Padua, 1940. Bron: Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven, fotonr. 220025.

Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.