Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Broederhuis en Sint Franciscusgesticht

Kloosters

In 1853 kon men landerijen en percelen aankopen voor de bouw van een huis voor de Broeders van Drunen, die onderwijs en opvoeding van jongens verzorgden en woongelegenheid boden aan oude mannen.

Het Franciscusgesticht (foto: J. Lange) Al in 1855 bleek dit huis te klein en in 1858 bouwden de broeders een vleugel aan de westzijde van het klooster, in 1894 gevolgd een bejaardenhuis voor mannen.

De broeders verenigden zich met die van Boekel, ze verlieten Drunen in 1951.

Het klooster werd verkocht aan het kerkbestuur, dat het verhuurde aan de Zusters van J.M.J. Het diende  ter vervanging van het zusterklooster dat in de oorlog was afgebrand. Ze woonden er tot augustus 1962, toen de zusters Drunen verlieten.

Alle gebouwen aan de Stationsstraat zijn inmiddels verdwenen.

Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen aan de Maas, 2010

Foto: Het Franciscusgesticht (foto: J. Lange)

2

Reacties (2)

M.van Mierlo zei op 25 december 2018 om 05:59 uur

Ik herinner me dit klooster nog. Ik moet dus tussen de 4 tot 7 jaar oud zijn geweest. Je kwam er binnen in een ruime hal met gang naar rechts, grijze/witte vloer met zwarte spikkeltjes, natuursteen, totaan de wanden dan overgaand in een lichtbruine band met iets opstaand randje. Rare lucht, stoffig. Links kon je je jas ophangen. Hoog. Er waren mensen als je vanaf de kapstok naar rechts keek. Bedden, gerammel met ijzer, galmend geroezemoes, kijkende mensen vanuit een ruimte. Nieuwsgierig. We liepen met meerdere meisjes met de non mee, zwarte lange rok een spierwitte kap in een lange punt eindigend op haar rug in een punt. Er was nog een non licht glimlachend, ze zette ons aan grote lichtbruine tafels, hoog, op mijn knieën op de stoel, We maakten er met ijzerdraad, zilverpapier (gebruikte wikkels van chocolade) en restanten van oude waskaarsen, kransjes voor in je haar. Diadeempjes. Het moet voor mijn Communie zijn geweest. Kunstwerkjes! De was ingekleurd, lichtgeel, lichtgroen, roze, was warm.
De draad was al klaar, hoofdvorm tot achter je oor. Blaadjes vormen, bloemblaadjes vormen, de was warm tussen je vingers. De nonnen vormden er bloemetjes van en takjes met blaadjes een slingertje.
Je moest de draad omwikkelen met zilverpapier, dan de bloemen die op een ijzerdraadje geprikt ook eraan vast, de bloemen van links naar rechts.
Het kunstwerk mocht mee naar huis, trots als een pauw was ik. Mijn moeder vond het prachtig! Ik voelde me een prinses! Na een tijdje deed het diadeempje vreselijk pijn achter je oor.
En er was stilte, heerlijke stilte.

Hilde Jansma zei op 2 januari 2019 om 14:50 uur

Wat een mooi vertelde herinnering aan die middag in het klooster. Dankjewel voor het delen.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.