Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

De Willibrorduskerk in Esch

RK kerken

De Willibrorduskerk in Esch is een bijzonder gebouw: het oudste gedeelte is de toren, die al meer dan 500 jaar oud is. Hij is tussen 1450 en 1500 gebouwd. Het kerkgebouw dat er nu tegenaan staat, is al het derde godshuis op die plek.

Foto ingestuurd door Ruud van Nooijen

Tekening van Hendrik Verhees, 1787De huidige Willibrorduskerk is maar net 80 jaar oud. Hij is gebouwd en ingewijd in 1927 ter vervanging van een negentiende-eeuwse kerk, die volgens de toenmalige pastoor, Henricus van Duren, aan bouwvalligheid leed.

De middeleeuwse kerk werd aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog, in 1633, aan de katholieken ontnomen en ter beschikking gesteld aan de enkele Essche protestanten, voor wie de dominee uit Boxtel kwam preken. Na de Bataafse Revolutie in 1798 werd de mogelijkheid geopend voor de katholieken om hun voormalige kerkgebouwen weer terug te krijgen.

Ook de Essche parochie wilde zijn oude kerk wel weer terug. Omdat het gebouw bijna anderhalve eeuw niet of nauwelijks onderhouden was, was er nog veel aan op te knappen, voordat er ook daadwerkelijk weer een mis gehoord kon worden. Het herstel duurde tot 1801, maar pas in 1809 was ook het interieur weer voldoende opgeknapt, om als echte kerk gevoeld te worden.

De neoclassicistische kerk van Van TulderOpnieuw verstreek er bijna anderhalve eeuw, voordat er weer iets fundamenteels met het kerkgebouw moest gebeuren. Onder het pastoraat van Ronaldus Antoinius Piggen werd besloten tot afbraak van de oude kerk en het neerzetten van een geheel nieuw gebouw, schuin tegenover het nieuwe gemeentehuis.

Deze "tweede" kerk werd ontworpen door de Tilburgse architect H.J. van Tulder. Geboren in Tilburg op 1 mei 1819 trad hij in 1848 in het huwelijk met de tien jaar jongere Johanna Fremau. In datzelfde jaar vestigde hij zich als architect in Tilburg en mocht in datzelfde jaar ook meteen een nieuwe kerk (in de Korvel) ontwerpen. Ook voor zijn volgende nieuwbouwopdrachten hoefde hij niet ver van huis. Hij ontwierp kerken voor Berkel-Enschot (1852), Esch (1856) en Haaren (1857).

Van Tulder ontwierp in deze jaren vooral in neoclassicistische stijl. Bij kerken wordt dat ook wel eens (onterecht) waterstaatsstijl genoemd, naar de Nederlandse kerkgebouwen die tussen 1824 en 1875 met financiële steun van de landelijke overheid werden gebouwd. Het ontwerp en de bouw van dergelijke kerken was onderhevig aan de goedkeuring van en controle door ingenieurs van het ministerie van Waterstaat. Dit waren de "echte" waterstaatskerken. De overeenkomst met kerken zoals Van Tulder die ontwierp lag in het gebruik van neoclassicistische stijlmiddelen.

Over deze Essche Willibrorduskerk weten we helaas niet zo veel: net als in Esch zijn de andere vroege kerken van Van Tulder afgebroken en vervangen door (vaak) neogotische gebouwen, een bouwstijl die tijdens de katholieke emancipatie van de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw veel gepaster gevonden werd. Esch heeft uiteindelijk een nieuwe kerk gekregen in een geheel eigen stijl, waarbij de architect duidelijk heeft willen aansluiten bij de middeleeuwse toren.

Het begon allemaal op 16 mei 1926, toen pastoor Van Duren een briefje aan het gemeentebestuur stuurde, dat in al zijn kortheid volkomen helder was:

"Ondergeteekende, voorzitter van het R.K. Kerkbestuur te Esch heeft de eer aan uw geacht college vergunning te vragen voor den bouw eener nieuwe kerk op ongeveer dezelfde plaats waar de oude zich bevindt [en achteraf voegde hij daar nog aan toe:] en tot verhooging en restauratie van bestaanden toren. Reden: bouwvalligheid der bestaande.

Namens het Kerkbestuur voornoemd, H.J. van Duren, Pastoor-Voorzitter".

De opdracht voor de bouw van een nieuwe kerk tegen de bestaande toren ging naar architect Hubert van Groenendael. Zijn oorspronkelijk ontwerp laat nog zien hoe de pastoor inderdaad aan een verhoging van de toren heeft gedacht: bovenop het derde deel (afgesloten met een boogfries) was in plaats van de bestaande spits een extrageleding gedacht, bekroond met een nieuwe torenspits. Op de foto is te zien dat die verhoging in werkelijkheid niet is doorgegaan.

Op 7 september 1927 werd de nieuwe kerk ingezegend door pastoor Van Duren zelf, met assistentie van een aantal pastoors en andere geestelijken uit de omgeving. De daadwerkelijke inwijding van de kerk door de bisschop, Mgr. A. Fr. Diepen, vond pas plaats op 27 april 1931 (vandaar de viering van 75 jaar kerkwijding in 2006).

Tot zover het verhaal van de kerk. Hoe zat het nu eigenlijk met de pastoors en kapelaans? Wat weet jij nog van ze? Denk bijvoorbeeld aan pastoor Hens. Hij ging in 1953 aan de slag in de parochie. Midden jaren vijftig telde die ruim 1000 zielen volgens de Piusalmanak.

Midden jaren zestig was er weer een andere pastoor op het toneel verschenen. Dat was mijnheer H.A.C. Beex, weet je nog? Hij begon daar in 1959. Hieronder zien we hem op de dag dat hij werd 'ingehaald' in de parochie te Esch. Van deze feestelijke gebeurtenis zijn veel foto's gemaakt. (BHIC, 1930-000103, fotograaf onbekend)

Zo'n feestelijke gebeurtenis werd soms stap voor stap met de fotocamera vereeuwigd, zoals hieronder te zien. Kan iemand zich dit 'inhalen' van de pastoor nog herinneren? Je kunt je verhalen over deze zielzorgers hieronder met ons delen.

Pastoor HensPastoor H.A.G. Hens (foto: collectie Katholiek Documentatie Centrum, id.nr. AFBK-2a12950) Pastoor BeexPastoor Beex, 1959 (foto: collectie BHIC, id.nr. 1930-000103)

 

Pastoor BeexPastoor Beex (midden), 1959 (foto: collectie BHIC, id.nr. 1930-000050)

Op onderstaande foto - opgestuurd door Ruud van Nooijen - zien we het houten noodkerkje, nog in Esch, met op de achtergrond de (nieuwe) kerk te Esch. Het is kennelijk een moment kort voor de verhuizing naar Boxtel. Daar gaat het dienst doen als kapel bij Missiehuis Sint-Theresia op Stapelen.

Ook onderstaande foto's zijn ingestuurd door Ruud van Nooijen (met dank!)

13

Reacties (13)

Ruud van Nooijen zei op 26 oktober 2015 om 21:27 uur

De bisschop van 's-Hertogenbosch waar in dit artikel sprake van is heette geen J. VAN DIEPEN, doch ARNOLD (A.Fr.) DIEPEN.
Aanvulling: tijdens de bouw van de nieuwe kerk werd gekerkt in een houten noodgebouw, dat daarna naar Boxtel verhuisde en werd geplaatst naast het Missiehuis Sint-Theresia (priesteropleiding paters Assumptionisten, kasteel Stapelen). Het werd daar, reeds op zondag 27 november 1927 door mgr. Diepen worden ingewijd. Het gebouwtje zou als kapel dienstdoen tot 1959 en werd in 1960 afgebroken.

Ruud van Nooijen zei op 26 oktober 2015 om 21:50 uur

De Architect was niet Jan van Groenendaal, doch Hubert (J.H.H.) van Groenendael (1868-1942), leerling van P.J.H. Cuypers.

Marilou Nillesen zei op 28 oktober 2015 om 15:01 uur

Bedankt voor je correcties, Ruud. Er zijn nogal wat mensen van de familie Van Groenendael in de architectuur beland, begrijp ik nu (waaronder ook deze: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques_van_Groenendael)

Goed dat je ons op de juiste hebt gewezen: we hebben de naam inmiddels ook in de tekst aangepast.

Ruud van Nooijen zei op 7 november 2015 om 12:55 uur

De naam van de bisschop die de kerk inzegende staat nog steeds niet helemaal correct vermeld: zijn achternaam is 'Diepen' niet 'van Diepen'.

Rien Wols zei op 9 november 2015 om 11:27 uur

Je hebt helemaal gelijik, Ruud. het is aangepast.
Vriendelijke groet

Ad van Heeswijk zei op 16 september 2019 om 22:58 uur

Pastoor Henri Hens (1905-1977) was mijn heeroom, zoals dat toen werd genoemd en zoals hij ook moest worden aangesproken door zijn neefjes en nichtjes. Hij was priester gewijd door bisschop Diepen in 1931, kapelaan in Waspik 1931-1933, kapelaan in Zevenbergen 1933-1937, conrector van de Mariënburg in Den Bosch 1937-1953, en pastoor in Esch 1953-1959. Hij overleed in 1977, 71 jaar oud.

Ik herinner me dat ik, het zal ergens halverwege de jaren '50 zijn geweest, met een van mijn broertjes in de zomervakantie een paar dagen mocht gaan logeren bij heeroom op de pastorie. Omdat ik in onze eigen parochiekerk misdienaar was, mocht ik toen ook bij heeroom de mis dienen, wat ik een heel aparte belevenis vond. De mis was uiteraard hetzelfde, maar dienen bij je eigen oom 'voelde' toch heel anders, beetje zenuwachtig want ik wilde 't uiteraard extra goed doen. 's Avonds werden we door Dien, de pastoorsmeid, in bed gestopt, en voor ze 't licht uit deed gaf ze ons met haar duim een kruisje op 't voorhoofd, ook al iets dat we thuis niet gewend waren. De pastorie had een geweldige tuin met veel fruitbomen en -struiken, en bij 't eten kregen we grote hoeveelheden rode bessen met suiker, wat we heel lekker vonden.

Ik ben begin jaren '90 nog eens in Esch geweest en heb toen bij de pastorie aangebeld, verteld dat pastoor Hens mijn oom was, en gevraagd of ik nog eens binnen mocht kijken. De toenmalige pastoor was heel vriendelijk en vond het best. Natuurlijk was de pastorie veel kleiner dan in mijn kindertijdherinneringen, en erger, de mooie grote tuin was bijna helemaal verdwenen. Of de RK kleuterschool, die mijn heeroom in Esch opgericht heet te hebben, er nog is weet ik niet. Sic transit gloria mundi...

Marilou Nillesen zei op 17 september 2019 om 16:43 uur

Wat een mooie aanvulling, Ad, en ik ben benieuwd: ging het ook goed, het dienen bij je eigen heeroom? Zei hij daar nog iets van, in de zin van een complimentje, of een knipoog of zo? Of gebeurde dat in die tijd niet?

En wie weet is er hier een lezer die meer weet over de kleuterschool in Esch? We horen het graag!

Ad van Heeswijk zei op 18 september 2019 om 11:16 uur

Hallo Marilou, zover ik me herinner ging dat dienen bij heeroom best wel goed, ik was uiteindelijk goed 'getraind' door zuster Xaverio JMJ in onze eigen parochie. Maar heeroom was, hoewel een aardige man, niet zo'n knipoger.
En meer in 't algemeen herinner ik me ook niet dat wij als misdienaar werden gecomplimenteerd met een wel-gediende mis. Ik denk dat daar ook iets als 'noblesse oblige' in meespeelde: het werd als vanzelfsprekend gezien dat een mis werd gediend zoals het horde. Daar hoefde geen compliment voor gemaakt te worden: de eer misdienaar te zijn was in zichzelf de beloning (en natuurlijk een keer per jaar het misdienaarsreisje).

Marilou Nillesen zei op 18 september 2019 om 12:48 uur

Duidelijk Ad, zo had ik het nog helemaal niet bekeken (ik zak onmiddellijk door het ijs: nee, ik ben nooit misdienaar geweest...) Maar inderdaad, de taak was natuurlijk al een hele eer. En dat misdienaarsreisje, dat horen we vaker genoemd als één van de hoogtepunten van het jaar. Geldt dat voor jou ook?

Ruud van Nooijen zei op 18 september 2019 om 14:31 uur

Nog een kleine aanvulling: ik mis een foto van de kerk van Van Tulder (ik heb een foto, gemaakt door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Voorts nog: tijdens de bouw van de nieuwe kerk jaren 20 van de 20e eeuw, stond een houten noodkerk in Esch, die nadien naar boxtel verhuisde en daar nog jaren dienst heeft gedaan als kapel voor Missiehuis Sint-Theresia op Stapelen. Ook van dit houten noodgebouw zijn nog foto's.

Ad van Heeswijk zei op 18 september 2019 om 19:00 uur

Ach weet je, Marilou, ik vermoed dat jij een of twee generaties jonger bent dan ik, en dan is het nog maar de vraag hoe leuk het zou zijn om vandaag de dag misdienaar te wezen. Vergeet niet dat in mijn tijd de mis Tridentijns (dus Latijns) was én met de rug naar het volk. Dat gaf aan het geheel een wat mysterieuze glans, en wij misdienaars hadden, hoe beperkt misschien ook, toch deel aan dat mysterieuze: wij antwoordden in het Latijn [en na een paar maanden wisten we ook wat die Latijnse zinnen betekenden, dus wij 'kenden' Latijn ;-)], en in tegenstelling tot het kerkvolk zagen en wisten wij wat er op het altaar gebeurde. Dat droeg allemaal bij aan die 'eer' van misdienaar-zijn.
Het misdienaarsreisje was zeker een van de hoogtepunten van het jaar, en omdat het natuurlijk om een veel kleinere groep ging dan het jaarlijkse schoolreisje was het vaak veel ontspannener en gezelliger, ook al ging het meestal minder ver weg dan het schoolreisje.

Marilou Nillesen zei op 19 september 2019 om 11:23 uur

Hallo Ruud, begrijp ik goed dat je dergelijke foto's hebt? Zou je ze met ons willen delen? (via info@bhic.nl tav Willibrorduskerk Esch) Dan zet ik ze hier er graag bij!

En Ad, ik herinner me in mijn jeugd dat de pastoor op de lagere school (jaren zeventig) nog wel op zoek was naar misdienaars, en vooral de 'belofte' deed dat je vrij krijgt als je een uitvaartmis tijdens schooltijd moest dienen (het idee van die uitvaartmissen schrok mij dusdanig af dat mijn belangstelling onmiddellijk verdween). Maar zoals jij het beschrijft, krijg ik bijna alsnog spijt. Ik kan me wel iets voorstellen hoe bijzonder, bijna mystiek, dat moet zijn geweest. Mooi verwoord, bedankt voor je bericht!

Marilou Nillesen zei op 19 september 2019 om 15:09 uur

Bedankt voor de snelle toezending, Ruud! De foto's zijn inmiddels aan het verhaal toegevoegd.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.