Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Pensionaire Joke

Gerwen, gemeente Nuenen, 1942. Ik, Joke, werd pensionaire. Nadat ik met ons moeder verschillende pensionaten had bekeken, viel de keuze op Mariëngaarde in Aarle-Rixtel.

Leven in heuse kloosterstijl

Vanwege de landelijke ligging stuurden veel ouders hun kinderen naar dit pensionaat; het was er, ondanks de oorlog, relatief veilig was én er was voldoende voedsel. Het aantal leerlingen werd in die jaren groter en groter en er moest ruimte voor gemaakt worden. De leeftijden varieerden van vijf tot achttien jaar.

Op het pensionaat speelde het leven zich af in heuse kloosterstijl. Het was nog de tijd van 'waarden en normen'. Ik denk dat we omstreeks zeven uur gewekt werden met een bel. Je had dan de tijd om je aan je eigen wastafeltje te wassen en als je eenmaal aan het aankleden toe was, liep de zaalzuster langs om alle gordijnen open te trekken. We sliepen in chambrettes. Je leerde hoe je netjes je bed moest afhalen, je waskom moest leeg- en schoonmaken en je kapdoos in orde moest maken. Ik moet in die tijd al heel punctueel geweest zijn. Niet voor niets had ik als jong meisje al op een pastorie gewerkt. Ik herinner me, dat ik een keer met mijn keurig nette kapdoos (schone kam, stofkam en zeepdoos) langs de cellen moest lopen om te laten zien aan sloddervossen hoe het hoorde. Van zuster Gemma kreeg ik ook de opdracht om op de slaapzaal vóór te bidden tijdens het toilet maken. Mijn chambrette was in het midden van de lange zaal; mijn stem reikte ook in die tijd al ver en zodoende bad ik erop los: voor alle mogelijke en onmogelijke intenties, tot alle mogelijke heiligen, zoals ik dat de zuster had horen doen.

Als het toilet gemaakt was, trokken we allemaal in stilte naar de kapel, waar om half acht de Heilige Mis begon, met dagelijkse communie en dankzegging. Vervolgens naar de eetzaal. Na het ontbijt moesten we ons bed opmaken; er was wat vrije tijd en om negen uur begonnen de lessen.

Onder de docenten was één juffrouw, Malinda Lubick, een Hongaarse, die we belachelijk maakten vanwege haar kleding. Ze werd dikwijls door ons gepest; dat pesten schijnt iets tijdloos te zijn… Nu schaam ik me ervoor dat ik meedeed.

In de vrije tijd speelden we nogal eens trefbal en dat vond ik prachtig. Op weg naar de gymzaal kwamen we altijd langs een rij van twaalf pianokamertjes. Er waren twee oude leraressen, zuster Christa en zuster Francisca. Ze moeten veel geduld hebben gehad met menige leerling die zonodig pianoles moest krijgen, maar er geen aanleg voor had. Ik geloof dat ik ook wel piano had willen spelen, maar je piekerde er niet over, wetend dat het allemaal betaald moest worden .

Wel heb ik in de drie jaren die ik in Mariëngaarde doorbracht, een diploma machineschrijven en een diploma reclameschrift kunnen halen en dat was wel prettig. Van zowel het type-diploma als van het schrijven heb ik in mijn latere leven heel veel nut gehad.

Blijkbaar lag ik bij de zusters goed in de kast. Dit werd ook duidelijk uit het feit, dat ik dagelijks in de kapel het rozenhoedje moest voorbidden. Ik moest daarvoor op de communiebank knielen en kreeg op m’n hart gedrukt om vooral rustig te bidden. Na het rozenhoedje was het namelijk speeltijd en iedereen wilde graag zo vlug mogelijk naar buiten. Maar daar moest ik dus boven staan.

Geloofsleven


Pensionaire Joke
tijdens haar plechtige communiefeest 

Dat we als pensionairen compleet in kloosterstijl leefden, uitte zich ook in andere dingen. Om de twee weken moesten we biechten. ’s Zondags was er – behalve natuurlijk de Heilige Mis met preek – Lof en Maria-congregatie (en als lid van de congregatie moest je soms achter je geschreven naam e. de M. zetten (enfant de Marie, kind van Maria). Elke derde donderdagavond in de maand kregen we de zogenaamde dodenpreek van een stokoude zuster (over de vergankelijkheid der dingen). We moesten enkele keren per jaar recollectie houden (een stille dag) en eens per jaar hadden we drie dagen retraite. We drentelden dan in stilte door de grote tuin met een of ander heiligenleven (zoals Imelda, het communiebruidje).

Als je erop terugkijkt, verbaas je je erover, dat je alles accepteerde als erbij horend. Maar intussen werd je eigenlijk wel geïndoctrineerd.

Het was in 1943 dat ik m’n plechtige communie deed. Het was feest! Ik kreeg een nieuwe uniformjurk met een grote strik achter en een mooie witte hoed met zwarte band. Ik ken nú nog het lied dat de muzikale zuster Medardis speciaal voor die dag maakte vanwege Drievuldigheidszondag: Godd’lijke Zon, o Heilige Drieëenheid, Die glanzend rijk uit heel de schepping straalt… Alle ouders van de communicanten kwamen op bezoek, ons vader en moeder ook. En ons moeder liet een heuse communiefoto maken.

Verschil in milieu en afkomst

In het pensionaat constateerde je wel verschil in milieu en afkomst van de kinderen. Zelf had ik weinig kleren. Het was oorlog en er was maar weinig te koop. Maar er waren heel wat leerlingen die er altijd piekfijn uitzagen. Vooral herinner ik me Annie Oostendorp uit Tilburg, dochter van een familie met een wolwinkel. Zij had altijd de mooiste gebreide pakjes aan, steeds weer nieuw, ik was er jaloers op.

Ik ging vooral om met andere dorpsmeisjes. De stadsmeisjes wisten van alles over jazzmuziek, kenden ‘In the mood’, maar ik had daar nog nooit van gehoord.

"Uitblinken": wat denkt ze wel?

Mijn voorliefde voor talen heeft me een keer in een heel moeilijk parket gebracht. In een groepje had ik eens gezegd, dat ik een hekel had aan boekhouden, maar dat ik graag talen deed omdat ik dan kon uitblinken. Ja, zo heb ik het echt gezegd. Dat viel dus niet zo goed… en het werd aan iedereen uit onze klas en aan de klassezuster doorverteld. Ik voelde de verachting. Uitblinken: wat denkt ze wel? Ik heb erom gehuild, zei dat ik het zo niet bedoeld had, maar ja, daar schiet je niets mee op. Ik had het écht gezegd.

Als je later aan zo’n voorval terugdenkt, dan vraag je je af, waarom een lerares niet eens met je praatte; je corrigeerde of op je nummer zette. Maar niets van dat alles. Ik bleef er alleen mee zitten. En het feit, dat die gebeurtenis mij na vijfenzeventig jaar nog heugt, zegt genoeg.

Zang en toneel

In Mariëngaarde werden nogal eens feesten gevierd en dan werd er natuurlijk ook gezongen en toneel gespeeld. Nou had ik op het zilveren feest van tante Drika en ome Christ een leuk toneelstukje gezien en ik vertelde daarover aan een zuster. Een persoon stond op een stoel, gekleed in een wijde crinoline van beddenlakens. Onder die crinoline zat een heel stel kinderen. De hoofdpersoon zong een lied en de kinderen zongen het refrein ervan, met hun kopjes door de spleten in de wijde rok. Het was heel vermakelijk en de zusters vonden het de moeite waard om het stukje te gaan opvoeren en er een lied voor te maken. En… de persoon die het lied moest zingen, was ik! 

Er was natuurlijk veelvuldig geoefend, en ik kende het lied op m’n duimpje. Op de grote dag echter was ik zó zenuwachtig, dat ik me geen raad wist. Stel je voor: een enorme feestzaal met honderden gasten, op de voorste rij de rector, de overste en nog meer notabelen en op het podium een meisje van twaalf jaar dat solo moet zingen. Vergeet niet, dat het 75 jaar geleden is. Ik begreep niet wat er fout ging, de pianiste speelde héél hard en ik zong… maar ik had niet door dat ik heel vals zong. Het moet verschrikkelijk geweest zijn. Gaandeweg werd het echter beter. De vele kinderkopjes die door de spleten van de crinoline het refrein zongen, werkten heel ontspannend en uiteindelijk zal het wel goed gekomen zijn.

Edoch… Ik schaamde me dood. Na het optreden ben ik weggelopen van het toneel. Ik heb me niet meer laten zien in de zaal, waar het feest nog geruime tijd doorging. Ik zou het liefst van de aardbodem verdwenen zijn.

Maar niemand van de leraressen praatte er met mij over. Het is toch niet verwonderlijk dat een kind in zo’n situatie vals zingt van de zenuwen. Ze helpen je er toch mee, door zoiets bespreekbaar te maken. Maar nee, er is geen woord meer aan gewijd. Over pedagogie gesproken! En mijn gekrenkte trots (ja, wat viel ik  mezelf tegen) heeft me lang parten gespeeld!

De oorlog

Ondanks dat het oorlogstijd was, leefden we in Mariëngaarde erg rustig. Wij, kinderen, merkten weinig van de bezetting. Het eten en drinken was niet overvloedig, maar beslist goed. Voor een aantal dingen werd een regeling getroffen, in die zin dat de pensionairen houdbaar broodbeleg van thuis mee mochten brengen, zoals jam. Ook was er voor elke leerling een snoeptrommel. Een oude zuster beheerde het ‘snoepkamertje’ en zij distribueerde elke zondag voor ieder wat in het eigen snoeptrommeltje. Maar de families moesten zelf voor de inhoud zorgen. Wij hadden thuis natuurlijk ook geen snoep, maar daarvoor werd iets bedacht: Ons Marie – die een echte huishoudschool had gehad – brandde in een gietijzeren pan suiker; en als die vloeibaar was, (caramel) werd die op het granieten aanrecht uitgegoten. Nadat het spul hard geworden was, werden er brokken van gesneden. Zo zorgde ons moeder ervoor, dat ik ’s zondags ook wat in m’n snoeptrommeltje had.

In de zomer van 1944 werd met veel spanning de invasie van de geallieerden in Normandië gevolgd. De legers rukten op, ondanks zware tegenstand van de Duitsers. Het pensionaat in Aarle-Rixtel werd gevorderd als lazaret en om die reden konden de leerlingen na de schoolvakantie niet terugkeren naar kostschool. Het werd een spannende tijd. In onze boomgaard was een flinke schuilkelder gemaakt, waarin ruimte was voor ons hele gezin.

Op 22 september 1944 werden we bevrijd, het was feest. Wat waren we blij. Maar het gevaar was nog niet geweken. De gevechten met terugtrekkende Duitsers hielden aan.

De landing van de geallieerden met parachutes in Son was een spektakel. Iedereen die kon, ging er heen, meest te voet. Ook ons Annie en Petra zijn er heengegaan, maar hun terugkeer naar Gerwen moet dramatisch geweest zijn, gezien de gevaarlijke situatie. Ze zijn doodsbang geweest.

Ondanks het feit dat de boerderij van onze familie volop in de vuurlinie lag, was er geen enkele schade. En toen brak er een tijd aan van ontspannen contacten met de bevrijders. Dat had wel wat! Wat waren de blikken 'vegetables' een tractatie voor ons! En de legerkok kreeg van ons verse groenten uit de moestuin. En wat smulden we van het corned beef! En wat was de koffiesiroop lekker!

Verder leren

Geleidelijk aan kwam het normale leven weer terug. Vanaf januari 1945 mocht de derde (de hoogste) klas terugkomen in Mariëngaarde om klaargestoomd te worden voor het schoolexamen in juli. Het werd voor de leerlingen een heel ontspannen periode: zo’n dertig leerlingen bij elkaar, terwijl in het gebouw en in de tuin de Tommies nog rondliepen.

Dank zij onze ijver haalden de meesten van onze klas het diploma. Ik was bijna vijftien jaar en had aanvankelijk graag landbouw/huishoudonderwijzeres willen worden. (Ik weet niet, hoe ik daarop kwam, maar ik denk dat het me wel gelegen had). Er werd echter gezegd: 'Dan moeten ze nog jaren studeren en dan trouwen ze en dan ben je ze kwijt.' Thuis kwamen ze daar dus niet van in. Wat moest ik dán doen?

De zusters stelden voor, dat ik naar hun kweekschool in Tilburg zou gaan om 'gewoon' onderwijzeres te worden. Dat vond ons moeder goed. (Of ons vader ook een oordeel had, weet ik niet…) Dus pakte ik mijn koffertje en toog naar Tilburg.

 

Joke van de Sande

Dit is een deel uit mijn levensverhaal,

gepresenteerd op mijn 90ste verjaardag,

op 2 augustus 2020

11

Reacties (11)

Mariët BruggemanBHIC zei op 28 juli 2020 om 16:11 uur

Wat kun je dat mooi opschrijven Joke, ik heb het met plezier en soms met verbazing gelezen. Ik weet niet of je uiteindelijk in het onderwijs terecht bent gekomen, maar ik hoop dat je daar je ervaringen van de kant van het kind zeker hebt meegenomen.

Joke (Peters)-v.d.Sande zei op 4 augustus 2020 om 11:51 uur

Dankjewel voor je prettige reactie, Mariët. Mijn antwoord heeft even op zich laten wachten. En nee, ik ben niet in het onderwijs terechtgekomen...
Ben wel erg benieuwd of er nog generatiegenoten van mij zich melden.
Ik lees met verbazing over dat kostschoolleven in de zestiger jaren ! Dat uitbundige en vrolijke soms, was in mijn tijd ondenkbaar. Ook de trieste gebeurtenissen van toen hebben indruk op mij gemaakt.

Joke (Peters-v.d.Sande zei op 4 augustus 2020 om 11:59 uur

Mariët, ik heb nog een diplomaatje en het diploma van mijn MULO-examen. Is daar nog interesse in ?




































































Mariët BruggemanBHIC zei op 5 augustus 2020 om 12:00 uur

Altijd Joke, dan kan ik dat bij jouw reactie plaatsen. Kun je er een scan van opsturen naar info@bhic.nl tav Mariët ?
De scans van de diploma's van Joke zijn inmiddels geplaatst bij de reactie hierboven.

Mia de Leijer van de Ven zei op 30 augustus 2020 om 18:57 uur

Hallo Joke,
Wat heb ik genoten van jouw verhaal!
Alles is zo herkenbaar.Ik ben precies 1 jaar jonger dus alles was nog hetzelfde als toen jij er was. . Ook de adressen waarvan jij er zeker zult kennen. Ik was eerst in Best op kostschool maar door de oorlog ben ik na de bevrijding van 17 september in Aarle Rixtel terecht gekomen. Het kwam door familie (de familie Prinsen) en die waren bevriend met rector Swinkels. Ik heb nog steeds contact met klasgenoten maar onlangs is een van mijjn beste vriendinnen Gerrie van Meer nog overleden. Haar tante was moeder Overste.
Je bent bvan harte welkom als je een keer wilt komen.
Hartelijke groeten,
MIa de Leijer.

Joke Peters-v.d.Sande zei op 30 augustus 2020 om 23:15 uur

Hallo Mia,
Het is wel leuk als er gereageerd wordt op zo'n oude geschiedenis. En leuk dat je me zelfs uitnodigt, maar ik weet niet waar je woont, ik herinner me je naam niet en we kunnen geen klasgenoten geweest zijn, omdat je pas na de bevrijding in Mariëngaarde kwam. Dat je je het leven daar goed kunt voorstellen zoals ik het beschrijf, is wel mooi.
Waarschijnlijk heb je gelezen, dat mijn verslag een deel was van mijn levens-
verhaal, geschreven voor mijn vele neefjes en nichtjes die mij niet hadden leren kennen. Vanaf 1952 heb ik niet meer in Brabant gewoond en de meeste van die familieleden waren toen nog niet geboren ! En ik heb toen het kostschoolleven niet zo uitputtend beschreven.
Achteraf schiet mij nog wel eens iets leuks te binnen uit mijn kostschooltijd, b.v. dat zr Gemma (ken je haar ook ?) ons 's avonds een kruisje kwam geven voor het slapengaan en dat ze me "Sterappeltje" noemde omdat ik altijd blosjes had. In verslagen van andere, latere pensionairen komen veel nonnen er niet goed af, maar ik heb op dat vlak geen negatieve ervaringen . Achteraf
heb ik de opvatting, dat die nonnen ook het resultaat waren van de klooster-
lijke opleiding van die tijd en persoonlijke ontplooiing werd vast niet gestimuleerd. Ze moesten stellig in het gareel lopen !
Die moeder Overste die je noemt, was dat moeder Xaverina ? Ik herinner me, dat zij nogal eens een toespraak in de klas kwam houden en dat ze ons dan aanspoorde, goed ons best te doen, zodat we later mensen met karakter zouden worden waar Kerk en Maatschappij nut van hadden... Altijd dat motief.
Die Rector Swinkels is blijkbaar heel lang in Mariëngaarde gestationeerd geweest. In mijn tijd was hij een vrij jonge priester en ik meen te weten dat hij een manco had aan een oog en het schijnt dat je dan naar het oordeel van de
kerkelijke kopstukken niet goed kon functioneren in de 'wereld' . Wij mochten hem graag.
Tot zover mijn reactie tot nu toe. Dat je genoten hebt van mijn verhaal, doet mijn ouwe hart deugd, Mia !

Mia de Leijer van de Ven zei op 3 september 2020 om 11:53 uur

Heel hartelijk dank voor de reactie! Zuster Xaverine was inderdaat de tante van Gerrie. Ik wilde zo graag naar de kweekschool maar toen ze dat aan mijn moeder vroeg vertelde ze dat ik naar huis moest komen omdat ze in verwachting was. het is een tweeling geworden . Toen had ik 7 broers en eindelijk een zusje. Ik woon nog steeds in Sint-Oedenrode, borchmolendijk 16. Wil je heel graag ontmoeten! Altijd welkom.
Hartelijke groeten,
Mia.

Mick van Gerwen zei op 3 september 2020 om 11:59 uur

Hallo Mia en Joke, Als jullie willen kan ik jullie mailadressen achter de schermen aan elkaar doorsturen. Dan hoeven jullie de adresgegevens niet openbaar te maken en kunnen jullie direct contact met elkaar opnemen.

Joke Peters-cv.d.Sande zei op 3 september 2020 om 18:26 uur

Dat is een reuze idee, Mick !
Ik heb jarenlang mijn oudste zus bezocht op Borchmolendijk 21a, misschien woont Mia in hetzelfde appartementencomplex....
Het lijkt me leuk om met haar in contact te komen.

Stephan van der Horst zei op 30 januari 2022 om 22:50 uur

Ik kwam toevallig terecht op deze pagina. En meteen kwam me de naam bekend voor. Mijn moeder, Josina van den Berg, en tante, Antonetta van den Berg, hebben beiden ingeschreven gestaan als "pensionaire van beroep, wonende te Aarle-Rixtel" in de BR (bevolkings registratie) van Aarle-Rixtel. Wat verder zoekend vond ik op de site Open Archieven een lijst met hun namen en die van een aantal anderen. Ik heb het over de periode 1926-1936 ! Ook heb ik twee foto's van een groep pensionaires, bezig ik een keuken. Ik zal deze foto's inscannen en toesturen.

Geregistreerden in 1921 te Aarle-Rixtel

pensionaire van beroep, wonende te Aarle-Rixtel

Adriana Johanna Maria van den Boomen, geboren op 17 juli 1912 te Best
Aankomst: 14-11-1927 Deurne
Vertrek: 27-07-1928 Deurne

Petronella Antonia de Baar, geboren op 16 november 1915 te Eindhoven
Aankomst: 04-11-1926 Eindhoven
Vertrek: 30-07-1927 Eindhoven

Elisabeth Jeanette Maria van Breugel, geboren op 4 april 1919 te Rotterdam
Aankomst: 20-10-1927 Rotterdam
Vertrek: 19-09-1928 Rotterdam

Jeanette Maria van Breugel, geboren op 16 juli 1917 te Rotterdam
Aankomst: 20-10-1927 Rotterdam
Vertrek: 19-09-1928 Rotterdam

Henrica Martina Maria Bakermans, geboren op 24 juli 1915 te Woensel
Aankomst: 02-09-1927 Eindhoven
Vertrek: 05-09-1928 Eindhoven

Elisabeth Anna Albertina Beening, geboren op 9 juli 1919 te Venlo
Aankomst: 05-09-1927 Beek en Donk
Vertrek: 09-05-1930 Amsterdam

Josina Leonarda van den Berg, geboren op 24 juli 1914 te Stratum
Aankomst: 07-09-1927 Eindhoven
Vertrek: 08-09-1931 Eindhoven

Maria Adriana Antonia van den Boomen, geboren op 23 oktober 1913 te Best
Aankomst: 10-09-1928 Deurne
Vertrek: 11-09-1929 Deurne

Susanna Johanna Bongers, geboren op 9 maart 1919 te Amsterdam
Aankomst: 12-10-1931 Amsterdam
Vertrek: 03-04-1934 Bemmel

Anna Maria Bongenaar, geboren op 9 juli 1915 te Rotterdam
Aankomst: 12-09-1931 Eindhoven
Vertrek: 05-09-1933 Breda

Maria Johanna Geertrude Bergmans, geboren op 8 juli 1919 te Waalwijk
Aankomst: 09-09-1931 Tilburg
Vertrek: 02-08-1932 Tilburg

Elisabeth Maria van Berkel, geboren op 16 maart 1921 te Tilburg
Aankomst: 04-09-1931 Tilburg
Vertrek: 06-08-1936 Tilburg

Theresia Maria Bongers, geboren op 2 oktober 1920 te Amsterdam
Aankomst: 28-10-1930 Amsterdam
Vertrek: 30-06-1931 Amsterdam

Antoinetta Cornelia Catharina van der Borght, geboren op 4 januari 1919 te Tilburg
Aankomst: 03-09-1930 Tilburg
Vertrek: 02-08-1932 Tilburg

Anna Maria Bierings, geboren op 16 augustus 1918 te Tilburg
Aankomst: 09-09-1930 Tilburg
Vertrek: 16-01-1933 Tilburg

Aldegonda Theodora Boogers, geboren op 14 april 1915 te Stratum
Aankomst: 06-11-1929 Eindhoven
Vertrek: 29-07-1930 Eindhoven

Gerardine Burgers, geboren op 18 augustus 1920 te Amsterdam
Aankomst: 02-05-1929 Amsterdam
Vertrek: 14-08-1935 Amsterdam

Gertruda Petronella Broekmans, geboren op 18 maart 1918 te Deurne c.a.
Aankomst: 11-04-1929 Deurne
Vertrek: 14-09-1931 Deurne

Maria Adriana Antonia Brans, geboren op 3 oktober 1921 te Eindhoven
Aankomst: 08-01-1929 Erp
Vertrek: 14-08-1934 Eindhoven

Antonetta Johanna van den Berg, geboren op 17 maart 1917 te Stratum
Aankomst: 11-09-1928 Eindhoven
Vertrek: 03-08-1932 Eindhoven

Henrica Cornelia Boogers, geboren op 5 februari 1917 te Stratum
Aankomst: 31-05-1927 Eindhoven
Vertrek: 03-09-1931 Eindhoven

Adriana Aldegonde Boogers, geboren op 8 juli 1913 te Stratum
Aankomst: 31-05-1927 Eindhoven
Vertrek: 21-08-1929 Eindhoven

Anna Maria Gerardina Beck, geboren op 19 februari 1913 te Balik-Papan (Borneo)
Aankomst: 11-01-1927
Vertrek: 05-12-1927 Ginneken

Wilhelmina Christina Gerardina Beck, geboren op 3 augustus 1909 te Dusseldorf (D)
Aankomst: 00-12-1926
Vertrek: 30-07-1928 Heeswijk

Cornelia Johanna Boom, geboren op 27 april 1916 te Udenhout
Aankomst: 04-11-1926 Udenhout
Vertrek: 22-09-1931 Udenhout

Johanna Cornelia Bottelier, geboren op 17 maart 1918 te Haarlemmerliede c.a.
Aankomst: 25-10-1927 Haarlemmerliede c.a.
Vertrek: 04-09-1933 Tilburg

Thijs de LeeuwBHIC zei op 1 februari 2022 om 09:10 uur

Bedankt Stephan voor je bijdrage. Prachtige vondst al deze namen. Een mooie impressie van waar al die leerlingen vandaan kwamen. Ze waren dus ook echt ver van huis, zeker in die tijd. Ik heb dit bericht ook op de hoofdpagina over Mariëngaarde toegevoegd: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/meisjesinternaat-mariengaarde-in… Ook heb ik daar de foto's en het brievenhoofd geplaatst, zoals door jou doorgestuurd.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.