Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

Internaat Sint-Pauluscollege in Sterksel

Internaten

In 1925 kochten de Witte Paters (officieel: Missionarissen van Afrika; ze waren onder andere actief in Oeganda, Kenia en Zambia) een oud hotel aan de Albertlaan in Sterksel. Ze vestigden er een kleinseminarie, waar jongens vanaf 11 jaar intern een gymnasiumopleiding volgden met het doel om priester of pater te worden. Het Sint-Pauluscollege, zoals de school heette, is in 1966 gesloten.

Wandelgroep met pater Brands (foto ingezonden door Henk van Tilborg)
Wandelgroep met pater Brands (Foto ingezonden door Henk van Tilborg)


Een opleiding aan het kleinseminarie duurt in de regel zes jaar, maar aan het Sint-Pauluscollege konden daarvan alleen de eerste vier worden afgerond. (Voor het vijfde en zesde lesjaar moesten de leerlingen naar het Missiehuis van de Witte Paters in Boxtel.) Het was een interne opleiding en de leerlingen, die dus net van de lagere school kwamen, verlieten dus hun ouderlijk huis en trokken in bij de paters.

Op het terrein in Sterksel was alles aanwezig om de seminaristen een goede katholieke opvoeding te geven; veel reden om het terrein te verlaten was er niet. (Al zullen de ouderejaars, die meer bewegingsvrijheid hadden, zeker de kans hebben gegrepen om eens te onderzoeken wat er allemaal in het dorp te zien en te doen was.) De paters hadden op hun terrein een kapel, waar de seminaristen al ’s ochtends vroeg en op de nuchtere maag heen werden gestuurd. Na het morgengebed maakten de jongens hun bed op en daarna gingen zij samen een boterham eten. Daarna begonnen de lessen. Ontspannen kon in de recreatiezaal of door buiten een potje te voetballen.

Voetbalteam Sint-Pauluscollege (Foto ingezonden door Henk van Tilborg)


De vijfde- en zesdeklassers verbleven op het internaat van het Missiehuis Saint Charles in Boxtel. Als alles goed ging, rondden zij het kleinseminarie daar op hun achttiende af. Daarna begon pas de eigenlijke opleiding tot pater. In de praktijk haakten echter veel leerlingen na het kleinseminarie af; zij kozen alsnog voor een bestaan als 'leek'. Degenen die slaagden werden als missionaris overal ter wereld gestationneerd. Maar het kon ook dat je thuis bleef, bijvoorbeeld wanneer de overste je aanwees om als seminariedocent een nieuwe generatie op de missie voor te bereiden.

De paters hebben hun klooster en het Sint-Pauluscollege in Sterksel in 1966 verlaten. Het Doveninstituut in Sint-Michielsgestel toonde vervolgens nog interesse in het gebouw, maar van een overname is het uiteindelijk toch niet gekomen. Na een jaar of wat leegstand is het hele complex gesloopt. Dat moet ergens begin jaren zeventig zijn geweest.

Priesterwijding van Witte Paters, 2 februari 1961, Veghel (Fotopersbureau Het Zuiden, collectie BHIC 1673-006490)
Priesterwijding van Witte Paters in Veghel, 2 februari 1961 (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, bron: collectie BHIC)


Reageren

Heb jij nog op kostschool gezeten in Sterksel? Reageer dan hieronder, deel je herinneringen aan het internaat en vul deze pagina aan! Ook zoekt het BHIC foto's en ander oud materiaal dat een indruk geeft van het leven op deze kostschool. Stuur het naar info@bhic.nl, dan voegen wij het hier toe.

Inzendingen

Jos van de Ven was intern op het Sint-Pauluscollege in de periode 1963-1965. Hij stuurde ons zijn herinneringen aan deze kostschooltijd. Klik hier om dit verhaal te lezen.

Karin Olsthoorn stuurde deze foto's uit 1955:

1. Witte paters in 1955, voorbereidingsjaar


2. Carnaval, voorbereidingsjaar 1955


3. Groep jongens met in het midden Gijs Olsthoorn, staand met geblokt shirt. Onduidelijk is of deze foto is genomen in Sterksel of in Santpoort. Misschien herkennen anderen zichzelf (en/of Gijs)?


Henk van Tilborg (intern '59-'63) stuurde deze foto's uit zijn kostschooltijd:

1. Uitstapje met rector Nefkens in Heverlee


2. Bezoek uit Afrika met rector Nefkens


3. Bezoek uit Afrika met rector Nefkens


4. Dag met spelletjes


5. Frans Pahlplatz bij de vijver


6. Schaatsen op de vijver


Dick de Vos (intern '64) stuurde deze foto uit zijn kostschooltijd:

Wandelgroep Mbaga Boys in vol tenue. Rode Fez, beige overhemd met zwart koord en zwarte pantalon. Ikzelf liep links voorin met zonnebril en sandalen. Misschien dat enkele zichzelf nog herkennen.


Herman Peters (intern '64-'66) stuurde deze foto's uit zijn kostschooltijd:

Klassenfoto 1965-1966 met pater Gerritsen
1. Klassenfoto 1965-1966 met pater Gerritsen


2. Fietstocht naar Thorn, 1965


3. Fietstocht naar Thorn, 1965


4. Foto gemaakt bij het zelf uitgediepte zwemmeertje van het internaat, 1965


5. Sport- en speldag, 1965


6. Sport- en speldag, 1965


Piet van Dam stuurde deze foto's uit 1964-1968:

1


2


3


4


5


Bekijk ook

Sint-Pauluscollege

Internatenkaart

96

Reacties (96)

Frits Sanders zei op 20 maart 2019 om 22:32 uur

Ik heb van 1960 tot 1964 uit vrije wil op het St. Paulus College gezeten. Bij mijn weten is het college nooit een hotel en nooit een bejaardenoord geweest. Vanaf 1965 vanaf klas 4 ging je voor de vervolgopleiding naar Santpoort ( Wüstenlaan 80) . Van daaruit fietsen we naar Driehuis -Velsen waar we les kregen aan het gymnasium Paulinum samen met studenten van het MSC college in Driehuis en wat externe studenten.
De jaren in Sterksel heb ik als zeer prettig beleefd. Veel mogelijkheden om te sporten en om je op allerlei gebied te ontplooien o.a. toneel , zang, knutselen enz. We hadden daar o.a. een tennisbaan, zwembad ,hockey - en voetbalvelden. We draaide mee in de KNVB competitie en hadden genoeg mogelijkheden om ons ook buiten het terrein van het college te begeven ( vooral op woensdagmiddag en de weekenden). Er was een wandelclub , waarmee we ook diverse wandeltochten in Brabant en Limburg liepen en waarmee we zeer succesvol waren. Ik herinner me ook nog een reis naar Brussel/ Leuven- Heverlee en naar diverse andere internaten om te voetballen. In het derde jaar maakten we in de zomervakantie een prachtige fietsreis door de Ardennen en de Eifel.
Als opgroeiende jongen beleefde ik in die tijd genoeg avontuur . De veranderingen in kerk en samenleving hadden ook zijn weerslag op het internaat leven. Alles werd minder strak. Persoonlijke groei en vrijheid heb ik voldoende gekregen. Niemand van mijn groep is priester geworden, maar mijn hele leven lang ben ik mij verbonden blijven voelen met de Witte Paters en nog veel contact met hen gehad. Zo heb ik voor de priesters, die in 1961 in Veghel gewijd werden door mgr. Bekkers nog een jubileum georganiseerd in de kerk waar zij gewijd zijn. Bij die gelegenheid is ook een boekje uitgegeven, waarin hun indrukwekkende levensverhalen zijn opgetekend.
Overigens de Witte Paters werkten in vele landen in Noord- West- Midden en Oost Afrika. Zij zijn door de Franse Kardinaal Lavigerie , kardinaal te Algiers, opgericht om de contacten met de moslims te verbeteren en de christelijke waarden uit te dragen. Velen van hen zijn van grote betekenis geweest voor Afrika. ( oprichten van scholen en ziekenhuizen, introduceren van landbouwmethode's en het opzetten van bedrijven)

Marilou NillesenBHIC zei op 21 maart 2019 om 11:09 uur

Bedankt voor je reactie, Frits. Dat van dat hotel en bejaardenoord; dat moeten we nog eens checken. Maar goed te horen dat je een mooie tijd in Sterksel hebt gehad, en zoveel mogelijkheden had om je verder te ontwikkelen. Het klinkt als een ideale plek als je veel van sporten hield!

En bijzonder om zelf - vanuit het internaat - zo getuige te zijn van dat veranderende tijdsgewricht. Heb je toevallig ook nog foto's uit die tijd? Of mogelijk van het jubileum dat heeft plaatsgevonden? We zijn heel benieuwd.

Alvast veel dank voor je reactie!

Frits Sanders zei op 30 maart 2019 om 17:07 uur

Hallo Marilou
Ik zal je met we transfer wat foto's toesturen van het Paulus College in Sterksel en het jubuleum in 2011. Bij die gelegenheid is ook een boekje gemaakt, waarin de levensverhalen staan van de jubilarissen. Ook dat zal ik je sturen.

Wat betreft het hotel nog het volgende. Sterksel is vroeger ontstaan als een rustplek voor de industriëlen uit de omgeving Eindhoven. Zo werd de 'Heerlijkheid Sterksel 'gebouwd. Uiteraard hoorde daar een hotel bij. I.v.m. de 1e wereldoorlog kwamen de bedoelingen niet van de grond. Zo konden de Witte Paters veel grond en een pand kopen op een prachtige plek, waar zij hun internaat konden bouwen.

Marilou NillesenBHIC zei op 1 april 2019 om 13:38 uur

Dank voor je verdere toelichting, Frits, over de achtergrond van het internaat in Sterksel. En fijn als je die foto's naar ons toestuurt, we plaatsen ze hier dan graag bij.

Alvast dank voor alle moeite!

Henk van Tilborg zei op 13 april 2019 om 10:17 uur

Dag Marilou

Ik zag gisteren pas voor het eerst de website Wierook, Wijwater & Worstenbrood. Wat een mooi initiatief. Ik ging meteen op zoek naar het Sint Pauluscollege in Sterksel, waar ik van 1959 tot 1963 heb doorgebracht. De feedback van Frits Sanders kan ik zeker onderschrijven. Zijn informatie over deze orde is grotendeels precies zoals ik me herinner.
Er waren in Sterksel inderdaad erg veel mogelijkheden om je te ontplooien. En er was veel meer vrijheid dan op andere seminaria in die tijd. Zo mocht je op de vrije woensdag- of zaterdagmiddag op fietstocht gaan (zonder begeleiding). De eis was wel dat je met tenminste drie jongens op pad ging. Ik fietste graag met vrienden naar Eindhoven om daar een kroketje uit de muur te trekken. Pas jaren later begreep ik waar de eis van “tenminste met zijn drieën” vandaan kwam.
Er was echter geen echt zwembad, maar wel een grote vijver. Daar werd in de zomer in gezwommen en ’s winters op geschaatst. Een enkele keer liep het hele college naar Huize Providentia (epilepsie tehuis voor mannen) om daar naar een speelfilm te kijken.
Ook het systeem van groepen, waarbinnen gestudeerd en gegeten werd, met een mix van jongens uit klas 1, 2 en 3, en waar door de paters veel verantwoording aan overgedragen werd, was revolutionair in die tijd.
Een aparte herinnering is nog als iedereen op van vakantie ging. We liepen dan allemaal naar een perron in Sterksel dat aan het spoor lag (er was geen station). De koffers werden op een tractor naar dezelfde plek gebracht. Een spoorwegbeambte kwam dan op de fiets uit Heeze om met een vlag een trein te laten stoppen, zodat we allemaal mee konden, richting Eindhoven.
Minder goede herinneringen zijn er natuurlijk ook, zoals collectief aardappelen bij een boer moeten rooien of eikels verzamelen voor de varkens(gelukkig niet te vaak), of de ochtendgym van 10 minuten voor je je echt ging wassen en aankleden. Het moest echt heel koud, voor dat binnen plaats vond.
In mijn oude fotoalbum trof ik nog enige foto’s. Is daar belangstelling voor? Op een van de foto’s zie ik Pater Brands, die o.a. wiskunde gaf en de leiding over de wandelgroep had. En Rector Nefkens met een bisschop of kardinaal uit Afrika. Ik heb ook nog enige foto’s van dat uitstapje naar Heverlee en Brussel.

Succes met deze pagina’s.

Henk van Tilborg

Marilou NillesenBHIC zei op 15 april 2019 om 09:36 uur

Hallo Henk, wat fijn dat je deze website zo kunt waarderen, dat is fijn te horen! Het moet een bijzondere tijd zijn geweest in Sterksel, om zoveel meer speelruimte te krijgen dan tot dan toe gebruikelijk was. Prachtig ook om te lezen hoe de trein met een vlag tot stoppen kon worden gebracht, fascinerend hoor.

Wat betreft je opmerking over foto's: daar hebben we zeker belangstelling voor! Zou je die willen mailen naar info@bhic.nl ovv Jongensinternaat Sint Pauluscollege in Sterksel?

Dan zetten we ze hier graag bij, alvast veel dank!

Henk van Tilborg zei op 23 april 2019 om 08:17 uur

Ik heb vorige week foto's naar infor@bhic.nl gestuurd met WeTransfer, maar die zijn niet weggehaald door jullie. Moet ik het opnieuw doen of op een andere manier toesturen?
Hartelijke groeten
Henk

Dick de Vos zei op 30 juli 2019 om 22:38 uur

Hallo, ik heb 1 jaar in 1964 in Sterksel gezeten. Wij moesten dagelijks naar Geldrop fietsen om naar de Mulo te gaan, een ander deel ging ook naar Valkenswaard ik meende de Lts. Ik heb niet zoveel herinneringen. Wel dat de trein stopte in Sterksel. De retraite in Leuven staat me ook bij en het be ziek aan Brussel. Er der herinner ik me Pater van Dalen die zieltjes moest winnen, Pater de Jong Perfect volgens mij een rokkejager is ook uit de orde gestapt en Pater Ruud Gerritsen met wie ik tot zijn dood correspondentie voerde, hij verongelukte samen met zus bij een safaritrip in Afrika. Een magnifiek persoon. Dan hadden we ook broeder Pol die ook de wandelclub ( Mbwaga boys) leide. Inderdaad we haalde veel prijzen binnen, werd vaak gezegd daar komen de Mbwaga boy kunnen beter naar huis gaan. Wij liepen in donkerebroek, bezige overhemd en rode fez. Met broeder Pol heb ik samen met 5 andere jongens nog de vierdaagse van Apeldoorn gelopen. Wij sliepen destijds in tenten in tuin van zijn ouders en hebben ook een excursie gehad in de klompenfabriek van zij vader. Later heb ik vernomen dat hij ook de orde heeft verlaten en de klompenfabriek van zijn vader heeft over genomen.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 31 juli 2019 om 14:22 uur

Bedankt voor je reactie, Dick. En dat zijn toch best wel veel herinneringen als ik het zo lees, ook al die namen van paters. Het sportieve leven op het internaat is je zo te lezen nog het beste bijgebleven, leuk dat jullie zo'n fanatiek team hadden!

Jan van der Linden zei op 4 januari 2020 om 14:30 uur

Ik zat in Sterksel voor de schooljaren 1964-1966 en het was voor mij een perfecte tijd! Een ding moet ik rechtzetten: de afdeling gymnasioum stopte ermee in juli 1966, de andere richtingen zijn nog een of twee jaar doorgegaan. Herinneringen aan Sterksel? Heel plezierige leiding, goeie klasgenoten, veel vrijheid! En laat ik vooral de zes nonnekes niet vergeten: zij waren onmisbaar! Op mijn huwelijk in St, Charles heeft zr Jozefa nog gezongen....

Marilou NillesenBHIC zei op 4 januari 2020 om 20:07 uur

Bedankt voor je correctie, Jan, en je gloedvolle bijdrage! Wat mooi te lezen dat je daar zoveel mooie herinneringen hebt liggen. Heb je nog contact met oud-klasgenoten of misschien wel één van de zusters?

Henk van Tilborg zei op 5 januari 2020 om 17:30 uur

Wat een leuke en interessante stukjes van mijn voormalige medeleerlingen. Ik wil graag toch opmerken dat in mijn herinnering ook klassen 5 en 6 gewoon in Sterksel onderwijs kregen en wel in hun eigen nieuwbouw vlak bij de vijver. Bij mijn weten was Sint Charles in Boxtel de plaats waar studenten, na de 6de klas, aan de vervolgstudies Filosofie (en Theologie) begonnen.
Inderdaad gingen leerlingen die een erkend gymnasiumdiploma wilden halen naar Santpoort gaan. Ik zelf ben daar in 1963 naar toegegaan. Mogelijk dat, zoals Frits Sanders schrijft, vanaf 1965 alle leerlingen dat deden.

wim hofman zei op 21 januari 2020 om 14:15 uur

In september 1953 kwam ik in Sterksel aan als een van de ongeveer honderd studenten. Ik kwam in De Kleine Figuur. We kregen een gymnasiale opleiding. We sliepen op slaapzalen in zogenaamde chambrettes: schotten van hout en tripleks, een gordijntje. Alles wat met de bel geregeld. Ook de tijden dat je mocht praten of roken. Er waren voetbalvelden aangelegd (3) en het stuk moeras langs het vaartje (de Sterkselse A) werd uitgegraven en werd een soort zwembad. WE werkten met kruiwagens en een kipkarretje.
Er was meer werk te doen, het terrein besloeg zo'n 12 hectare, geloof ik. Ik vond het er wel goed. Veel vrienden ( uit het hele land) en veel activiteiten. Sport ( er was een tennisbaan en er waren twee volleyvelden), toneel, muziek ( er waren pianokamertjes) en je leerde veel van elkaar. ER waren ook clubs. Toen ik er kwam was het opvoedingssysteem net veranders . Het idee was dat de oudere jongens zorg moesten dragen voor de jongeren. We bleven toen 3 jaar op het Sint Pauluscollege. De oudsten waren dus zo'n beetje 15 jaar. Ze moesten bij wandelingen kijken of iedereen wel gezond en wel tyhuiskwam. Ook in de eetzaal werd een tafeloudste aangesteld die de soep opschepte en toezag of zijn vijf carr'e -genoten wel voldoende aten. We zaten toen met 12 jongens aan 1 tafel. Later werd dat veranderd toen er wat moderner veelhoekige tafels aangeschaft werden en er kleurige gordijnen werden opgehangen. Als je vrij had, was je ook tamelijk vrij. Je kon gaan sporten of gaan wandelen. We liepen zoms heel ver. Ik herinner me wandelingen naar Ommel en Someren over de hei . Bij strenge winters vroor het vaartje dicht en kon je ver schaatsen richting Nederweert Men schaatste natuurlijk ook op allerlei vennen.
Na drie jaar ging ik naar Santpoort, waar ik twee jaar verbleef. Daarna ging ik weer terug naar Sterksel. (1958) Sommige jongens hadden tyoen fietsen. Ik was vanuit Vlissingen met de brommer aangekomen. Door die brommer was mijn actieradius groter geworden en ik reed nogal eens naar Eindhoven om het V an Abbemuseum te bezoeken of om verf te kopen, want ik was geinteresseerd geraakt in kunst . Ik zat ook in de redactie van het schoolblad Prisma. Daarin schreef ik mijn eerste verhalen. Mijn olieverfschilderijen mocht ik laten drogen in de klas.
ER waren nobgal veel feestdagen, dikwijls ook kerkeliojke feestdagen. IK herinner me ook de sacramentsprocessie iets wat ik van huis uit niet kende ( mijn ouders woonden in Vlissingen). Bij de processie hoorde ook steevast een Sterkselse blaaskapel.
Ww hadden daar ook wel een schoolband met een ragtjetoe aan instrumenten. Er waren wel goede muzikanten. Zo herinner ik me Van Gool die ragtime kon spelen en sommige jongens waren organist in de kapel. Alles is nu verdwenen, ook de kapel met zijn torentje en de grote indrukwekkende wandschildering van Christus aan het kruis.

Dick De Vos zei op 21 januari 2020 om 16:41 uur

Als ik het goed zie bij de foto van het wandelgroepje Broeder Pol en is deze gemaakt met de Apeldoornse Vierdaagse en uiterst rechts zou ik moeten zijn. De wandelclub zelf droeg altijd beige overhemd, zwarte broek en rode fez. Ik heb daar een foto van, weet niet hoe ik deze hier kan plaatsen.

Frits Sanders zei op 21 januari 2020 om 17:09 uur

De foto van het wandelgroepje heeft niets te maken met Mbanga boys , zoals de wandelgroep destijds heette.
De foto van de wandellaars is gemaakt, tijdens de 10 daagse Ardennen/Eifel fietsreis, die we samen met pater Cor van den Brand ( ook op de foto) hebben gemaakt. Een geweldige ervaring. Ik denk, dat de foto gemaakt is in juli/aug 1962.

Marilou NillesenBHIC zei op 22 januari 2020 om 08:49 uur

Bedankt voor jullie berichtjes, Dick en Frans. En Dick, als je de foto stuurt naar info@bhic.nl ovv Internaat Sint Pauluscollege in Sterksel, dan plaatsen we 'em erbij.

Alvast dank voor de moeite!

Andre de Jong zei op 28 januari 2020 om 14:38 uur

Ik heb in 1957 of 1958 in Sterksel gezeten, ik kwam uit De Kwakel Noord Holland.ik kan mij nu ik dit leest nog wel een aantal dingen herrineren ,maar zijn er soms nog foto,s van die jaren, kan ik, kijken of ik hier nog op sta.
Andre de Jong

Thijs de LeeuwBHIC zei op 30 januari 2020 om 09:15 uur

@Andre: via oud-leerlingen hebben diverse foto's binnengekregen. Ik zal eens informeren of ze nog foto's hebben die weaan je kunnen doorsturen.

Ook zitten er foto's van het Pauluscollege in de beeldbank van de Heemkundekring van Sterksel: https://www.heemkundekring-hlz.nl/collecties/foto/zoektermen/pauluscoll…

Hopelijk heb je hier alvast wat aan, misschien dat de andere bezoekers hier je nog andere aanwijzingen kunnen geven?

Hoe heb je jouw verblijf op dit internaat trouwens ervaren Andre?

Thijs de LeeuwBHIC zei op 31 januari 2020 om 07:56 uur

@Andre: als het goed is heb je de foto's in je mailbox. Mocht ik ergens nog meer foto's vinden dan laat ik het je gelijk weten.

Andre de Jong zei op 2 februari 2020 om 09:24 uur

ik heb nu wat meer informatie gekregen van mijn tijd en Sterksel,1957-1958 een van mijn mede studenten was Nol van Oostwaard ,van hem kreeg ik het een en ander te horen.mijn vraag is zijn er die weten wateen jaar studie gekost heeft ,ik die tijd had ik te maken met Pater Wessels is hier nog wat van bekent over zijn leven ,ik kom zo steeds meer te weten over de toch wel mooie periode in je jonge leven.
Andre de Jong

Herman Peters zei op 26 februari 2020 om 14:36 uur

Dag Marilou,
Net als Jan van der Linden zat ik in Sterksel voor de schooljaren 1964-1966, waarna wij met een groep gymnasiasten - voor wie dat wilde -"getransfereerd" werden naar het seminarie Beekvliet in St. Michielsgestel. Daar was het grootschalig, formeler en met aanzienlijk minder verantwoordelijkheden en vrijheden. Tevens was daar minder aandacht voor sociaal gedrag en gelijkheid.
De ochtendgym buiten om 6.15 u in hemd en korte broek is een verhaal waar mijn kleinkinderen geen genoeg van krijgen evenals de geweldige schommel en pater Koevoets die naast ziekenpater, biologieleraar ook een imposante jager was, afgaande op zijn imposante buks. Hij bestreed ook de mollen op de sportvelden. Pater Peter Nuyens inspireerde velen met zijn jeugdige enthousiasme evenals de al genoemde pater Gerritsen. een klassenfoto met hem zal ik naar het BHIC trachten te zenden. Wim Hofman reageerde al uitgebreid, maar schreef een geweldig verhaal ('De Koffer') in het leesboek met als titel 10 x Opnieuw.

Marilou NillesenBHIC zei op 26 februari 2020 om 20:30 uur

Hallo Herman, ja we zijn heel benieuwd naar die klassenfoto! Je kunt hem mailen naar info@bhic.nl ovv internaat Sterksel

Ik kan me voorstellen dat je kleinkinderen aan je lippen hangen bij dergelijke verhalen! 6.15 uur buiten gymmen, brrr. Ook de de pater met buks spreekt erg tot de verbeelding. Proef ik vooral warme herinneringen aan die tijd, of vergis ik me dan?

Herman Peters zei op 27 februari 2020 om 11:42 uur

Dag Marilou,

Louter en alleen warme, mooie, spannende en fantastische herinneringen inderdaad. De lessen werden er boeiend gegeven, met heel veel verhalen er omheen. Het religieuze kreeg de nodige aandacht met name door reflectie en zelfreflectie. De zusters die met name de zorg en de maaltijden verzorgden waren merendeels toegankelijk en hartelijk. De paters veelal vol enthousiasme en avontuur. Ik noem nog pater van Gurp met zijn woeste baard en pater Harding die ter verzachting van onze killere en onpersoonlijkere toekomst meekwam naar Beekvliet. Studie, spel, sport, met een flink touw over de Aa slingeren, soms tv in de refter, feestdagen, kameraadschap etc.
Geweldige herinneringen dus en veel opgestoken wat in latere leven doorwerkte.

Ik zond de klassenfoto.

Dick De Vos zei op 27 februari 2020 om 12:30 uur

Is het boekje dat is uitgegeven bij het jubileum in2011 nog ergens te verkrijgen, ik hoor het graag. Jammer dat ik het niet wist van het Jubileum. Dick de Vos

Thijs de LeeuwBHIC zei op 27 februari 2020 om 13:49 uur

@Herman: bedankt voor het opsturen van de foto, deze heb ik inmiddels toegevoegd. Mocht je nog dingen toe willen voegen aan het bijschrift dan hoor ik het graag en pas ik e.e.a. aan.
Klik op de foto voor groot formaat.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 27 februari 2020 om 14:04 uur

@Dick: vervelend is dat, kan me voorstellen dat je dan al helemáál graag dat boekje wilt bemachtigen. Helaas kan ik zo snel ook niets vinden... maar ik zoek nog even verder dus wie weet.

Hopelijk reageert hier nog iemand die je aan een exemplaar kan helpen.

Dick de Vos zei op 27 februari 2020 om 17:38 uur

@Thijs: Heb jij dat boekje soms is het dan mogelijk om een scan ervan te maken ik hoor van je.
De Klassenfoto met Pater Gerritsen ( Tippie omdat hij altijd heel stilletje de langs de Chambrettes liep) De foto moet op een Zaterdag of Zondag genomen zijn dan liep iedereen in het pak. Ikzelf zat in een klas met Pater van Gurp. Kan me herinneren dat iemand een foto had geretoucheerd van hem zonder baard.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 2 maart 2020 om 13:04 uur

@Dick: helaas heb ik dat boekje niet anders had ik je meteen een scan bezorgd.

Ik neem trouwens aan dat je refereert aan het jubileum dat in de eerste reactie door Frits Sanders wordt genoemd, voor de priesters uit '61. Ik zal hem eens mailen, misschien dat dat nog wat oplevert!

Dank ook voor je toelichting bij de klassenfoto, mooi om zo via de kledij de dag te kunnen bepalen. Trouwens je maakt me wel nieuwsgierig met dat verhaal over pater Van Gurp. Hoe zat dat dan met die geretoucheerde baard?

Dick de Vos zei op 2 maart 2020 om 16:21 uur

@Thijs: Dat van Pater van Gurp is gekomen omdat de ouderen hem altijd vroegen om zijn baard af te scheren, hij gaf altijd consequent het antwoord dat alle paters die in missie waren of geweest waren hun baard hebben laten staan ( klopt wel want op alle foto's zie zie je ze met baarden, ga maar eens googlen} dus hebben we als klas besloten toch zijn baard eraf te scheren op zijn verjaardag . Een van die jongens was reuze handig in de doka dus werd een foto geretoucheerd, het was echt een klapper die zondagavond bij de wekelijkse klasse bijeenkomst. Je had hem eens zien kijken, niet te geloven. De foto retoucheren zon photoshop dat vond ik knap werk, tegenwoordig gaat alles digitaal.
Vergeet ook niet de jaarlijkse Fancy Fair waar de detailhandel allerlei spulletjes ter beschikking stelde. En zo kunnen we uren doorgaan. met oude herinneringen.

Dick de Vos zei op 3 maart 2020 om 10:23 uur

Naar aanleiding van mijn melding dat Pater Gerritsen dodelijk was verongelukt, het artikel staat vermeld in de Volkskrant van 12 juli 1974. Deze Krant kun je vinden op Delpher.nl

Thijs de LeeuwBHIC zei op 4 maart 2020 om 08:43 uur

@Dick: dank nog voor je toelichting en de link! Dat moet wel een gebeurtenis zijn geweest om zo'n echte bebaarde missiepater ineens zonder die beharing te zien : ) Inderdaad een knappe kop zo te lezen, die leerling, om zpiets zonder digitale hulpmiddelen klaar te spelen.

Dan over het jubileumboek: een papieren versie gaat niet meer lukken helaas. Maar... Frits Sanders is zo vriendelijk geweest om een digitale versie te sturen! Je krijgt het boek dus over enkele minuten in je mailbox!

Alvast heel veel leesplezier en graag tot ziens op deze pagina.

Dick de Vos zei op 4 maart 2020 om 12:10 uur

Na al deze verhalen gelezen te hebben, krijg ik steeds meer het idee deze te bundelen in een exclusieve uitgave van het krantje dat werd uitgegeven op het St Paulus College. Graag jullie mening en nog meer verhalen. Aangevuld met foto's. Wie kent de naam nog van dit krantje?

Herman Peters zei op 4 maart 2020 om 12:25 uur

Prisma.

Dick De Vos zei op 4 maart 2020 om 12:35 uur

@Herman: jouw naam komt me bekend voor, heb ik jouw fiets gebruikt toen mijn fiets in de poeier lag om naar Geldrop te fietsen?

Herman Peters zei op 6 maart 2020 om 09:33 uur

@Dick: kan ik mij dit herinneren? Wil ik het mij graag herinneren om een positieve reactie te kunnen geven? Het is ruim 55 jaar geleden, en toch ringelt er ergens een belletje van herinnering. Als je Thijs toestemming geeft mij jouw e-mailadres te verstrekken stuur ik een foto van mij op een fiets op de coeur, maar of het mijn eigen fiets was???

Dick De Vos zei op 6 maart 2020 om 10:43 uur

@Herman: ik heb geen probleem als Thijs mijn E-mail adres doorstuurt. Zie de foto graag tegemoet.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 9 maart 2020 om 15:41 uur

@Dick en Herman: ik heb het mailadres zojuist doorgestuurd : ) En als je wilt mag je die foto ook naar ons sturen, naar info@bhic.nl we zijn altijd op zoek naar nieuwe internaatfoto's.

Dick de Vos zei op 9 maart 2020 om 15:50 uur

@Thijs: Ik heb 27 febr al eens een foto doorgestuurd alsmede naar jou persoonlijk op 4 maart.

Jan van der Linden zei op 28 april 2020 om 09:55 uur

Toen ik in Sterksel kwam was dat na twee jaar Beekvliet. Van de hel in de hemel! Van gevangenschap naar volledige vrijheid! Fantastische leraren, geweldige medestudenten, een prachtige omgeving....je kreeg daar alle gelegenheid om gewoon mens te zijn! Klinkt dramatisch, maar ik voelde het precies zo!

Thijs de LeeuwBHIC zei op 4 mei 2020 om 17:13 uur

@Jan: dank voor je reactie en goed om je terug te zien op de site. Ik zag dat je ook in je eerdere reactie de mate van vrijheid benadrukt en ik vroeg me af waar dat 'm dan bijvoorbeeld in zat - ook in vergelijking met Beekvliet. Interessant dat verschil in sfeer/klimaat tussen deze twee internaten.

wim hofman zei op 10 mei 2020 om 14:54 uur

Ik kwam in september 1953 op het St paulus College en verbleef er een aantal jaren. Ik heb er veel aan gehad.. Het bestaan was er sober en streng. Maar ik leerde er veel, ook buiten de lessen. De opleiding was een soort gymnasium.. Ouders betaalden 10 procent van hun i komen. Toen ik er kwam waren er ongeveer 100 studenten, maar vanaf de 4e g8ing men naar Santpoort ( Lavigerie College. Ik heb veel herinneringen aan het college.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 11 mei 2020 om 08:48 uur

@Wim: bedankt voor het reageren en welkom terug. Als ik het zo teruglees dan gingen jullie dus naar het Lavigerie College (jij dus op de brommer!) voor een erkend gymnasiumdiploma. Maar waren dat ook echt heel verschillende scholen qua sfeer en buitenschoolse activiteiten? Hoe was die overgang voor jou?

Pieter Jan Stallen zei op 26 augustus 2020 om 18:20 uur

Op de A2 bij afslag Maarheeze besluit ik ineens nog eens langs Sterksel te rijden. Te zien wat er nog is, mijn vrouw er iets over te vertellen ook. Het seminarie-terrein is zo goed als verdwenen, alleen zie ik nog het seniorengebouw staan. Ik rijd over de vroegere ‘zwarte weg’ naar het spoor waarover we vroeger ooit eens liepen met onze koffers, de Kerstvakantie heel vroeg en nog in het donker beginnend met een seinhuiswachter die met een zwaaiende rode lamp de trein daar liet stoppen, no-where, niks perron of zo! Herinneringen komen op. Mijn vrouw gaat onderweg op het web op zoek. “Had het seminarie ook een naam?” “Ja, maar wat was die nou… nee, niet St Charles …” en zo kwamen we ook op deze site.
De foto van Henk van Tilborg van een wandelgroep is meteen raak. Midden achter ben ik. Ik herken iedereen, niet met naam natuurlijk. Wel Marinus Engelbarts uit ’s Heerenberg en Ad Vlaar uit Didam. Frans Pahlplatz, Frenske Jespers, Anton Bevers, Wim Borremans, ze lopen er niet bij maar hoorden ook in mijn jaar. We waren vast aan het oefenen voor de Mbaga-Boys, de wandelclub met onze rode fez en okergele bloes. Ik herinner me een keer dat we met de Mbaga Boys aan zo'n wandeltocht buiten het terrein meededen, we rustten even uit ergens onderweg in een Brabants café waar ik alsmaar op de jukebox J8 (Elvis’ “you’re a devil in disguise”) wilde draaien. Totdat de cafébaas me kwam stoppen met “Dat mag niet, zo wordt de plaat te heet” en ik me doodschaamde.
Sterksel was voor mij vooral een mooie tijd van jongens-competitie, lichamelijk en intellectueel. Les-Studiegroep-Sport, dat was het vooral. Elke ochtend tenzij het vroor buiten in je hemd 10 minuten met je eigen studiegroep ochtendgymen, om de beurt deed iemand de oefeningen voor, soms mocht je een rondje door het bos rennen. Dan naar de waszaal. Dan de kapel. Daarna bed opmaken en naar de refter. Stichtelijke regelmaat, hoe kon het ook anders. Alleen in het weekeinde ging het winkeltje open (ik herinner me: Vincent ten Plate) en dan kon je bij hem snoep kopen, maar ook shag om ‘sigaretten te bollen’. Als je dat van thuis mocht. En je zei dat je dat mocht, natuurlijk. Het waren de enige paar jaren dat ik heb gerookt. Flink wat trouwens. Andere tijd! Hier past een anekdote bij die aansluit op wat Henk al schreef over onze fietstocht door de Ardennen. Ik zal 13 zijn geweest. In Vielsalm was het regenen. Dus werd er een rikconcours georganiseerd, in de grote tent. Niet dat ik er goed in was, maar ik won. En de prijs? Een slof Belga sigaretten. Een SLOF!!! Prachtige tocht trouwens, heerlijk het ronde Belgische brood waarvan pater Harding of Brand dan die grote plakken sneden en waarbij er altijd haring in tomatensaus‘ was. Had ik thuis nooit van gehoord, maar super!
Mijn tijd begon met rector Sars. Hij liet me een keer 3 dagen eerder van vakantie terugkomen, voor straf. Want ik was met een paar anderen tijdens een van de studie-uren door een luik onder de vloer verdwenen, spannend op verkenning onder de vloer van het hele college, ons door allerlei écht nauwe buizen persend, zaklampje… We hadden zo misschien ook wel onder de vloer van de kamer van Sars zelf gezeten, duidelijk dat hij daar ontstemd over was. Achteraf best wel linke soep allemaal. Na een klein uur of zo konden we ergens weer een luik uit, we stonden bleek buiten het gebouw. Gingen de tijd tot het goûter wat doden op het voetbalveld bij de tennisbaan maar … dat bleek in het verlengde te liggen van de gang langs de lokalen waar pater Harding liep op te passen en te brevieren. Dus die zag daar toen wel iets vreemds in de verte!
Andere herinneringen aan rector Sars nog. Hij gaf (wekelijks?) de “geestelijke lezing”, we zaten dan in de kapel te luisteren naar wat behoorlijk en onbehoorlijk was, al betrof dat meen ik meestal iets huishoudelijks. Nu had ik al een paar keer gedacht slim te zijn door de postzegel op de brief-naar-huis links onder in de hoek te plakken zodat die niet gestempeld zou worden. Maar dat kreeg ik toch héél fijntjes te horen in een van die lezingen, niet bij naam maar ik werd tijdens de reprimande wel érg lang indringend door de goede man aangekeken. Ik heb het niet meer gewaagd. Brieven trouwens die je toen nog geopend moest inleveren. Ik zie nog de brievenbus hangen, links naast de ingang naar de refter.
Maar het waren natuurlijk best wel aardige mannen (herinner me de paters Koevoets, Huygens, Fransen, Van Gurp, Harding en pater prefect Brand) die we het niet moeilijk maakten. Of het moet zijn op 4 oktober, Werelddierendag. Dan was het de grap om iemand zover te krijgen dat hij pater van Waesberghe (bijnaam “De Wasbeer”) bij binnenkomst ging feliciteren. Oei, dat lukte één keer, dat werd geen vrolijke les! Voor opzeggen van het rijtje “Spatz, Fink, Ochs, Bär” wilde je zéker niet de beurt krijgen.
Bijzonder was ook het begin van de vakanties, we gingen dan kort de avond ervóór naar Providentia om daar een film te zien. Ik herinner me er een met Audrey Hepburn, ze leek sprekend op het vriendinnetje van mijn lagere school. In zulke gedachten verzonken liep je dan na de film terug, in de volle duisternis, over de dan wel écht zwarte weg. Gingen we dan altijd eerst nog bidden/zingen vóór de Mariagrot voordat we gingen slapen. Om na zo’n profane film toch eerst weer in de juiste geestelijke stemming te komen? Ik in ieder geval stond daar altijd aan een ander meisje dan aan Maria te denken. Maar je hield dat soort belevingen voor je, alle jongens denk ik wel. Net zoals je wel uitkeek met masturberen wanneer de slaapzaal-pater nog niet langs je chambrette was gestoven en je gordijntje opzij had getrokken om even te kijken of je wel goed in je bed lag.
Er zijn nog veel herinneringen opgekomen. De Fancy Fair en dan vooral die keer dat Ad van Asselt toen op de muziek in de recreatiezaal met een meisje uit het dorp durfde te dansen, wát een lef … De Missa Luba die een Afrikaanse groep een keer in de kapel kwam spelen… Ik hoop dat mijn herinneringen weer veel herinneringen bij anderen oproepen. Ik zal ze met plezier lezen.
Pieter Jan Stallen (nu: www.publicpasses.com of www.fyftjin.nl )

Mick van Gerwen zei op 27 augustus 2020 om 09:28 uur

Hallo Pieter, Welkom op deze site en dank je voor het mooie en openhartige verhaal. Ik heb het met plezier zitten lezen. Ongelofelijk dat je in die tijd een slof sigaretten kon winnen als dertienjarige. In welke jaren zat je op het internaat?

Pieter Jan Stallen zei op 28 augustus 2020 om 10:15 uur

Ik kwam er in 1959, nog nét geen 12 jaar.

Pieter Jan Stallen zei op 28 augustus 2020 om 10:23 uur

En nog even dit: ik las nog eens eerdere berichten op deze site door en las bij Frits (Sanders) dat de wandelfoto in de Ardennen gemaakt werd, dus niets te maken heeft met oefenen-Mbaga Boys wat ik opperde. Frits heeft zeker gelijk! Het groepje is ook precies het groepje fietsers van toen. De foto zal dan vast door pater Harding zijn gemaakt.

Frits Sanders zei op 28 augustus 2020 om 15:07 uur

Ik herinner mij , dat Pater Cor van de Brand met ons de prachtige fietstocht door de Ardennen maakte. Hij staat ook op de foto. We overnachtten o.a. in het Missiehuis in Cadier en Keer en in een weiland bij een boer. Of Pater Joop Harding daar ook bij was herinner ik mij niet. Wel dat we met hem een zeilkamp hebben gehad in de Kaag op de Kagerplassen, waar hij vandaan kwam.
Hij had zijn theologiestudie in Canada gedaan en liet ons in de winter van 1963 zien , dat hij erg goed kon ijshockyen. Met Cor van de Brand bezochten we de motorcros wedstrijden in zijn oorspronkelijke woonplaats Handel.
Werelddierendag zal nooit meer uit mijn herinnering verdwijnen. Ik zie de feliciatie op het bord nog staan "Vive l'ours". Het miste zijn uitwerking niet Pater van Waesberghe , door ons de beer genoemd, ontstak in woede. Geweldig !!

Jaap Bloemen zei op 9 oktober 2020 om 11:38 uur

Mijn vader (Jan Jozef Bloemen, overleden in 1980) heeft op het
St Pauluscollege gezeten in de periode okt 1937- ?? 1939. Ik ben op zoek naar meer informatie over die periode (klassenlijsten, foto's, cijferlijsten etc).
Bestaat er nog ergens een archief?

Mick van Gerwen zei op 9 oktober 2020 om 12:29 uur

Hallo Jaap, Ik heb er even naar gezocht, maar kan geen archief vinden dat specifieke stukken van dit internaat heeft. Het archief van de Witte Paters wordt in ieder geval beheerd door het Erfgoed Nederlands Kloosterleven. Misschien kan je daar meer vinden.
https://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast…

Jaap Bloemen zei op 9 oktober 2020 om 12:38 uur

Hallo Mick, veel dank voor je reactie! Ik ga via de link verder zoeken! Mocht ik iets vinden dan laat ik het je weten.

Jaap Bloemen zei op 11 oktober 2020 om 12:29 uur

Hallo Mick,

Er is inderdaad heel veel bewaard van het St. Pauluscollege te Sterksel in het archief van Erfgoed Nederlands Kloosterleven. Ik ga ze komende week benaderen.

Eugene Huveneers zei op 24 december 2020 om 13:37 uur

Hallo
Ben uit nostalgie weer eens teruggegaan naar vroeger.Ik heb op St Paulus gezeten in de haren 1957 tot Pasen 1961.Pater Harding mijn favoriet, heeft me zwemles gegeven in de vijver naast de vaart.Pater Simons, van Gorp rector Sars en pater vd Br andt
Veel contact destijds gehad met een onafscheidelijke vriend en mede studiegenoot John v.Haandel, zodanig dat wij door onze mede leerlingen Helma en Selma werden genoemd
Graag zou ik wat foto's in mijn tijd daar willen zien, is dat mogelijk?
Eugene

Thijs de LeeuwBHIC zei op 6 januari 2021 om 13:24 uur

@Eugene: bedankt voor je reactie, zo te lezen heb je een goede tijd op dit internaat gehad.

Foto's van het St.-Pauluscollege in de jaren '50 en '60 worden o.a. bewaard door het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven. Helaas staan ze (nog) niet in hun online fotocollectie. Maar het door hen bewaarde archief van de Witte Paters bevat wel diverse fotoalbums: https://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast…

Je zou voor inzag dus contact op kunnen nemen met het erfgoedcentrum. Contactgegevens vind je hier: https://www.erfgoedkloosterleven.nl/contact/contact.html Zij kunnen je ook vast vertellen of in dat archief nog meer foto's zitten.

Overigens hebben ze nog veel meer stukken in huis m.b.t. het college in Sterksel (rapportcijfers, statistiek, namenlijsten, tijdschrift Prisma, jaarverslagen, notulen huisvergaderingen...), misschien interessant om ook die lijst eens door te nemen. Klik dan hier: https://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast…

F. Ohlenbusch zei op 9 maart 2021 om 14:23 uur

Deel uit autobiografie "Billy, zijn educatie" (1956-1958)

Het Nicolaas Lyceum in Amsterdam werd voordat er aan een internaat werd gedacht op uitdrukkelijk verzoek van zijn vader Jo gekozen. Zijn moeder Anni stemde daar met tegenzin mee in.
Aan het einde van het schooljaar was doubleren niet eens een optie, nee, hij mocht niet eens meer terugkomen.
Hoe moest dat nou met zijn aspiraties om missionaris te worden? De ouders wisten het ook niet meer en Billy dacht: “Ik wil dat niet meer. Maar hoe vertel ik dat mijn moeder?” Billy durfde niet. Over alternatieven had hij al helemaal niet nagedacht. Hij wachtte een strategisch moment af om het gesprek aan te gaan. Tenslotte waren er nog zes weken te gaan voordat hij weer met een school zou moeten beginnen.
Op een mooie dag in de grote vakantie fietste Billy eens naar zijn peetouders tante Bets en oom Cor in Haarlem. Bets en Cor hadden een broodbakkerij in Haarlem.
Hij kreeg al spijt van zijn bezoekje toen hem door zijn tante de vraag werd gesteld, die altijd aan kinderen wordt gesteld: “En, hoe gaat het op school?” Hij moest wel antwoorden dat het niet te best ging en met een akelig gevoel bekende hij zijn mislukking. Bets was al eens eerder geïnformeerd over de aspiraties van Billy en zij vroeg dan ook: “Jij wilt toch missionaris worden?” Dit was hét moment geweest voor Billy om te zeggen dat hij dat niet meer wilde. Zijn tante zou dat dan mooi kunnen doorvertellen aan Anni en Jo, dan hoefde hij niet zelf met de boodschap aan te komen. Maar Billy durfde weer niet en bang dat de teleurstelling groot zou zijn antwoordde hij schoorvoetend: “Ja”.
“Nou,”, ging Bets verder, “wij leveren brood aan het Lavigerie college, een seminarie van de Witte Paters in Santpoort, misschien is die opleiding wat voor jou en kan je daar terecht”.
Billy had er natuurlijk voor kunnen kiezen niet te gaan en over enige weken thuis opbiechten, dat hij toch maar geen missionaris wilde worden, maar hij ging toch, gedreven door de gedachte met dit initiatief enige tijd van het gezeur af te zijn.
Hij werd ontvangen door een pater in een witte pij en verwezen naar een spreekkamertje. Daar vertelde hij zijn verhaal. Dat hij missionaris wilde worden, dat hij mislukt was op het Nicolaas Lyceum en dat zijn tante hem op dit college had gewezen. De pater luisterde geduldig toe en zei, toen Billy klaar was met zijn verhaal, dat Billy bij hen zijn studie kon doen. Twee dingen moest Billy goed begrijpen. Op de eerste plaats moesten de ouders van Billy natuurlijk instemmen en op de tweede plaats moest hij weten, dat de opleiding begon in het Paulus college in Sterksel, waar de eerste drie klassen waren, de volgende drie klassen waren hier in Santpoort.
Billy werd ingeschreven bij de Witte Paters. Tevens werd Pastoor Dorbeck van de plaatselijke parochie daarover geïnformeerd, waarmee Billy officieel priesterstudent werd. Zo werd financieel bijgedragen in de studiekosten uit het studiefonds van de parochie.

Bij de opvoeding behoort goede seksuele voorlichting, zo vonden Anni en Jo.
Het was een wat heikel onderwerp om daar plompverloren over te beginnen. Het was natuurlijk gemakkelijker om daarvoor een mooie aanleiding te hebben.
Nu Billy gedurende langere tijd van huis zou zijn en hij in die tijd meer volwassen zou worden, zou zich hiervoor geen natuurlijk moment voordoen.
Jo had zich daarom voorgenomen om Billy nog vóór het vertrek naar het seminarie voor te lichten en in te wijden in de romance van de bloemetjes en de bijtjes. Bovendien, zo redeneerde Jo, zou Billy niet onaangenaam kunnen worden verrast door een ongewenste toenadering, want dat benauwde hem nog steeds. Nu het geschikte moment nog! Op een zekere zondag ging hij met Billy uit rijden op de Solex. Het uitje ging naar de waterleidingduinen bij Vogelenzang. Het was een goede keuze, want Billy hield van de natuur argwaan had hij niet. Bovendien was het een vertrouwde omgeving, want in het verleden hadden ze vaak met het hele gezin op zondag een fietstochtje naar die plek gemaakt.
In een duinpannetje gezeten vertelde Jo het hele gebeuren. Van de bloemetjes en de bijtjes, de kippen en de haan, de hondjes en uiteindelijk de mensen. Billy luisterde gespannen toe. Hij wist al van de hoed en de rand, maar liet dat niet merken, zoals eerder bij de onderwijzer in de zesde klas. Jo had gehoord over wat er zoal gebeurde binnen de mannengemeenschap van een seminarie. Hij was bezorgd dat Billy daarmee geconfronteerd zou kunnen worden. Daarom vertelde hij ook iets over homoseksualiteit, maar over dat onderwerp wist Billy echter ook al het zijne. Nieuw voor hem was -en dat was toch een zeer waardevolle aanvulling- dat er bij de mensen liefde en genegenheid aan te pas kwam en de seks niet slechts diende voor de voortplanting.
Dat was iets om nooit te vergeten!

Sterksel

Sterksel, een gehucht in Brabant onder de rook van Eindhoven en waar de wereld is dichtgeplakt met kranten. In het midden staat een grote kerk en eromheen wat huisjes. Was de kerk ook bedoeld voor de boerderijen in de omgeving of was hij gebouwd in de verwachting van een snelle groei van de katholieke gemeenschap? In die jaren werden immers door de clerus kinderrijke gezinnen gepropageerd.
Even buiten het dorp bevond zich het Sint Paulus College. Een gebouw met het typische uiterlijk van een internaat. Het gebouw werd gebruikt door de Witte Paters van Afrika, een orde, gesticht door de Charles Lavigerie, aartsbisschop van Tunesië. Ze hadden hun klein seminarie daar gevestigd. Eerst alle zes de klassen, later -in de tijd dat Billy daar kwam- waren er alleen nog de eerste drie klassen en in de nieuwe vestiging in Santpoort waren de drie laatste klassen gehuisvest. De Witte Paters richtten zich met hun missiewerk uitsluitend op Afrika. Hun kleding was dan ook een kopie van de kleding, die in Noord Afrika door mannen gedragen werd.
Wit habijt, de burnous en het Tunesisch hoofdtooi, de chechia.
In plaats van het Islamitisch gebedssnoer, de tasbih, droegen de paters een rozenkrans om hun nek. In het gebouw bevonden zich de klaslokalen, een kapel, een eetzaal (refter), een recreatiezaal met biljart- en pingpongtafels, een theater, een slaapzaal met afzonderlijke slaapkamertjes, de couchettes en een verblijf voor de paters.
Buiten het gebouw waren een aantal voetbalvelden, een tennisbaan, een natuurzwembad, een kleine dierentuin en een moestuin. Natuurlijk was er ook een cour met daarbij een lange rij urinoirs met halve deurtjes. In de school pauzes werd daarvan druk gebruik gemaakt, zodat een wachtrijtje vaak onvermijdelijk was. De wachtende werd geacht afgewend zijn beurt af te wachten.
Het was een gewone school in het internaat. Ook was er een studiezaal waar het “huiswerk” moest worden gemaakt. Verder waren er natuurlijk vrij strakke regels en tijdsindelingen. ’s Morgens vroeg uit de veren, dagelijks de kapel bezoeken voor het bijwonen van de Heilige Mis, studie, ontbijt, school, recreatietijden, warme lunch, school, studie, avondeten, recreatie.
Op vrije woensdagmiddag en andere vrije dagen kon sport worden beoefend of in kleine groepjes wandelingen in de omgeving worden gemaakt.

De eerste klas

Toen de dag was aangebroken dat Billy zich in Sterksel moest melden, kwam de broer van Jo die een auto van de zaak had om Jo en Billy naar Utrecht te brengen.
Daags tevoren had Billy nog buiten over de straat uitgekeken. Tranen welden op in zijn ogen bij de gedachte dat hij voor langere tijd zijn vertrouwde omgeving zou moeten verlaten. “Was dit allemaal nu eigenlijk wel de bedoeling geweest? Had hij niet beter toch kunnen zeggen, dat hij er helemaal van afzag”? Hij kon niet meer terug. De volgende dag zou het gebeuren.
In Utrecht namen Jo en Billy de trein naar Eindhoven, waar een pater de jonge studenten verzamelde en vervolgens met hen op een trein stapte die in Sterksel zou stoppen. Normaal gesproken stopte er nooit een trein op het stationnetje van Sterksel, maar voor deze gelegenheid was dit speciaal zo geregeld.
De kennismaking met al die vreemde paters en jongens verliep snel. Tijdens de rondleiding door het gebouw en over het terrein werd ook de vrij omvangrijke moestuin bezocht. Met in herinnering het volkstuintje, dat Jo in de oorlog had, vertelde Jo vol trots van Billy’s kennis en kunde van het tuinieren. Billy zou een nuttige hulp kunnen zijn voor de tuinbroeder. Billy is slechts een keer de hulp geweest, maar het was niet wat hij ervan verwachtte en ging er verder niet meer naar toe.
Met de studie begon hij natuurlijk met een voorsprong op de andere jongens, tenslotte deed hij een eerste klas voor de tweede keer. Hij hoefde zich dan ook niet zo druk te maken met huiswerk, dacht hij. Gedurende de eerste maanden waren de schoolresultaten goed. Dus toen Anni en Jo op de ouderdag op bezoek kwamen waren de gesprekken met de paters positief over Billy. Anni liep in de laatste dagen van haar zwangerschap van hun zesde kind. Ze had natuurlijk zwangerschapskleding aan, waarover ze een kleurig vest droeg. Met enige trots vertelde ze Billy, dat ze dat vest had gekregen van tante Eus, haar schoonzus, zonder te vermoeden wat Billy daarover zou denken: “Gôh, is mijn verblijf hier dan zo duur en hebben ze daardoor zo weinig geld over, dat ze het afdankertjes moeten hebben?”, terwijl hij in zijn herinnering Jo hoorde zeggen dat het een rib uit zijn lijf was. Maar Billy liet niet merken, dat hij zich bezorgd, zo niet schuldig voelde.
Nog een kleine twee maanden dan zou het Kerstmis zijn, en met de Kerstvakantie mocht Billy naar huis. Met de studie freewheelde hij nog steeds, vertrouwend op zijn oude kennis. Van studeren in de studiezaal kwam nauwelijks iets terecht en de resultaten werden hoe langer hoe minder. Het Kerstrapport was dan ook niet fantastisch maar kon er nog net meer door, zodat de Kerstviering thuis gezellig en feestelijk verliep. Billy genoot van de vakantie thuis en voelde zich ook ontheven van de “plicht” dagelijks de kerk te bezoeken, zoals dat op het seminarie gebruikelijk was. Dat verzuim viel pastoor Dorbeck op en hij deed zijn beklag hierover bij Anni: “Priesterstudenten behoren dagelijks de kerk te bezoeken”. En dagelijks ging Billy met tegenzin, maar gedwee naar de kerk.
Terug in Sterksel ging alles weer op dezelfde voet verder. Billy studeerde matig, behaalde matige resultaten en verder kon hij het best vinden met zijn medestudenten. Zo nu en dan overdacht hij wat hij hier eigenlijk zocht. Missionaris worden? Nou, nee, maar hij had wel de intentie zich in te zetten als hij groot zou zijn. Daar bleef het bij en hij liet zich daar verder tegen niemand over uit.

Er was ook een muziekbandje, dat bij allerlei gebeurtenissen “optrad” en muziekstukjes te gehore bracht. Terugdenkend aan de hoorn, waaruit hij indertijd een paar noten had weten te persen had Billy gevraagd of hij trompettist mocht zijn. Speciaal voor hem werd een tweede hands kornet aangeschaft, waarop Billy zich bekwaamde in het bespelen daarvan. Zo blies hij soms zijn deuntje mee in de band.

De zomer naderde en het was een gebruik bij de Witte Paters dat er in het voorjaar een “grote wandeling” werd gemaakt. Per klas werd er dan onder leiding van de klassenleraar een wandeling door het Brabantse landschap gemaakt. Op de geplande dag was het prachtig weer en gepakt en gezakt gingen ze op weg met voorop Pater S……... De bepakking bestond eigenlijk alleen maar uit een lunchpakketje en een zwembroek met handdoek. Vanwege het mooie weer was er alle aanleiding om onderweg in een vennetje verkoeling te zoeken. Na een lange wandeling en een picknick bereikten ze het vennetje.
De jongens vonden het heerlijk om in het kraakheldere water een duik te nemen. Na afloop bij het afdrogen en kleden stonden de jongens omslachtig te rommelen met hun handdoek om het zwembroekje te verwisselen voor de onderbroek. Daar wist Pater S…... wel raad op en bood ongevraagd hulp door de handdoek weg te nemen en ervoor te houden. “Zo gaat het een stuk makkelijker, hè”, zei hij dan en keek terloops stiekem over de handdoek naar het onvolwassen piemeltje.
Later hoorde Billy van jongens die de Pater al langer kenden, dat hij dit wel meer deed. Hij stond erom bekend en de jongens verkneukelden zich heimelijk daarover. Billy zweeg erover, ook thuis. Later realiseerde hij zich dat dit een wel zeer onschuldige vorm was van waarover Jo zich bezorgd had gemaakt. Verdere ervaringen of belevenissen op dit gebied had Billy niet. Wat dat betreft bleef het, voor zover hem bekend, altijd netjes bij de Witte Paters.

Terloops werd nog een zwemvaardigheidsdiploma behaald in het natuurzwembadje. Ja, waar het ging om lenigheid, behendigheid of andere fysieke vaardigheden, liep Billy wel voorop. Toen hij eens buiten de selectie van het klasse voetbalelftal viel, was hij dan ook zwaar beledigd, terwijl hij een onvoldoende in de klas allerminst gênant vond.
Het jaar werd afgesloten met een voorwaardelijke overgang. Hij moest een herexamen Frans en een taak Latijn doen, daarna kon hij naar de tweede klas. Het was wel niet volgens de verwachting van Anni en Jo, maar goed, als aan de voorwaarden werd voldaan zou Billy in ieder geval naar het tweede leerjaar mogen. Er moesten bijlessen in het college te Santpoort worden gevolgd en tijdens de grote vakantie fietste Billy dan ook regelmatig naar Santpoort, waar Pater Sanders bijles gaf en de overhoringen afnam van het huiswerk. En zo kwam Billy in de tweede klas terecht.

De tweede klas

Inmiddels was de organisatie bij de Witte Paters veranderd. Op beide colleges, zowel in Santpoort als in Sterksel was een compleet klein seminarie gevestigd. In Santpoort werden de jongens uit het Noorden van het land geplaatst en in Sterksel de jongens uit het zuiden. Billy kwam dus in de tweede klas van het Lavigerie-College in Santpoort.
Het leerjaar begon slecht. Rond de datum dat de school weer zou beginnen, heerste er een pandemie in Nederland, de zogenaamde Aziatische griep, ook wel A-griep genoemd. Thuis werd het bericht van de paters ontvangen dat het schooljaar tenminste twee weken later zou aanvangen. Voor Billy betekende dat een buitenkansje, tenslotte had hij hierdoor extra vakantie. Nou, dat beviel hem wel. Na enige tijd moest hij er echter wel weer aan geloven en werd hij naar Santpoort gebracht.
De Paters hadden natuurlijk willen voorkomen, dat ze met een door A-griep getroffen studentenkorps zouden zitten, maar helaas. Op een gegeven moment werd Billy, dizzy van de griep, van de trap geplukt door de pater, die verantwoordelijk was voor de ziekenzorg en linea recta naar de ziekenzaal gebracht. Daar moest hij blijven tot de koorts zou zijn weggetrokken. Inmiddels waren de lessen begonnen en zodoende liep Billy een achterstand op van een week. Hij zou het nooit meer inhalen. De rapporten werden hoe langer hoe slechter. Een pater, die persoonlijke begeleiding verzorgde, had over de situatie een gesprek met Billy waarin hij voorstelde dat als het dan zo slecht met studeren wilde, hij altijd kon kiezen om Broeder te worden. Dan kon hij ook goed werk verrichten, later. De Witte Paters hadden ook een broederafdeling. De broeders hadden dezelfde kleding als de paters, met dit verschil, dat zij geen rozenkrans om hun nek droegen. Nou, dat vond Billy toch een schofferend voorstel. Dat was hem toch echt te min. Er was hem immers ingepeperd dat hij een hoog IQ had, wat dacht die pater wel!
Na verloop van enige tijd zag Billy ook wel in dat het zo niet langer kon schreef tegen het einde van het schooljaar een brief naar huis, waarin hij vertelde dat hij het niet meer zag zitten op het seminarie en dat hij geen missionaris meer wilde worden. Van enige emotie gaf hij geen blijk. Hoe het verder zou moeten evenmin.
Hoe die mededeling thuis werd ontvangen is niet bekend, maar Billy stelde zich voor, dat zijn moeder Anni wel zeer teleurgesteld zou zijn, terwijl hij voor zich zag, dat Jo stiekem een gat in de lucht sprong.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 10 maart 2021 om 16:39 uur

Hartelijk dank voor deze prachtige bijdrage, F. Ohlenbusch, zo ontvangen wij ze niet vaak. Die beschrijving van het vertrek, de eerste dagen en de twijfels, wel of geen broeder worden... De grote wandeling, het natuurzwembad, de moestuin en die eerste kennismaking met de missiepaters, dat zal bij andere oud-leerlingen weer veel herinneringen oproepen. Goed dat dit zo bewarad blijft. En benieuwd naar het vervolg!

Dick de Vos zei op 10 maart 2021 om 16:58 uur

Ik zit iedere keer vol enthousiasme de reacties te lezen. Jammer dat het college is afgebroken, maar goed we hebben niet het eeuwige leven zo ook het college.

Ook probeer ik op de site https://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast… iets te vinden. Je krijgt alleen de index te zien dacht eerst je kunt on-line iets inhoudelijk vinden, jammer dat is niet het geval.

Een opmerking bij het stuk van F. Ohlenbusch Hij schrijft dat de broeders geen rozenkrans droegen, dat was volgens mij wel het geval. Het verschil zat hem in het kruis. De paters hadden een kruis met aan het einde witte kralen en de broeders hadden een kruis met zwarte kralen.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 11 maart 2021 om 15:42 uur

Hallo Dick, inderdaad is er geen online archiefmateriaal via die weg te vinden, helaas. Het blijft dan bij online foto's, voor Sterksel: https://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast… Dank voor je aanvulling wat betreft de rozenkans van de broeders en paters. Nu valt het me ook pas op, op foto's zoals hier: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-missionarissen-van-afrika-mafr Een subtiel maar niet te missen onderscheid.

Eugene Huveneers zei op 11 maart 2021 om 17:03 uur

L.S
Graag zou ik ook digitaal jubileumbirk 2911 willen ontvangen
Ik heb op Paulus gexeten 1059- 1963.
B.vD

Dick de Vos zei op 11 maart 2021 om 22:41 uur

Was weer eens aan het google, bij het intoetsen van st Paulus College Sterksel kwam ik op de volgende site terecht : https://www.heemkundekring-hlz.nl/
Met veel foto's van het college. Bij het zien van de refter was er behoorlijk wat veranderd, geen lange tafels en banken maar gewoon een tafel voor 6 personen. De gang waar iedereen een menige keer de rozenkrans liep te bidden. Bij het zien van de foto's komen steeds meer herinneringen naar boven.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 15 maart 2021 om 13:52 uur

@Eugene: dank voor je reactie. Ik heb met Frits contact opgenomen en het jubileumboek is naar je verstuurd. Het zou leuk zijn als je hier nog eens wat over je verblijf zou willen vertellen, hoe je dat hebt ervaren. Graag tot ziens!

@Dick: mooie vondst en bedankt voor het delen van de link! Helaas niet overal een jaartal erbij, maar bij eentje zie ik 1949. Misschien de rest óók uit de jaren veertig? Of vooroorlogs? Moeilijk te zeggen! Geeft wel een mooie indruk van hoe de oudere generaties internen gehuisvest waren.

Karin Olsthoorn zei op 30 augustus 2021 om 23:00 uur

Hallo,
Mijn vader Gijs Olsthoorn zat op het seminarie in Sterksel van 1955 - 1957 en in Santpoort van 1957 - 1959 en dan weer in Sterksel in 1959-1960. Hij is in 2018 overleden. Hij heeft nooit zo heel veel verteld over die tijd maar het heeft hem erg beïnvloed en dat intrigeert mij wel. “Wilskracht , doorzettingsvermogen en karaktervorming” dat riep hij als hij eraan terug dacht. Ook vertelde hij wat goede herinneringen zoals over het eikels zoeken voor de varkens, om geld te verdienen voor het seminarie. Dat vond hij leuk, hij was dan ook graag boer later…. Ook vertelde hij over de kinderen op blote voeten op zandwegen in Sterksel en over de epilepsie patiënten van Providentia. Dat maakte veel indruk, zo’n aanval, dat vond hij zo erg voor ze. Ook weet ik dat hij bij het houthakkersgilde in Santpoort zat. Daaraan had hij goede herinneringen. Lekker buiten…Daarvan heb ik ook foto’s gevonden bij het erfgoedcentrum. “Hakt hout, word oud”, was het motto en keizer Wilhelm beschermheer. Pater Sanders was de begeleider. Van de opbrengst van het hout werd oa kauwgom gekocht. Ik begreep ook dat in 1959 de verdeling Sterksel - Santpoort via de bisdommen ging. Vandaar zijn terugkeer naar Sterksel. In 1960 ging men vanaf de derde klas opeens weer anders verdeeld: voor diploma’s; HBS van Sterksel in Eindhoven en gymnasium in de buurt van Santpoort.

Zijn er mensen die zich Gijs Olsthoorn nog kunnen herinneren? Ik zou graag in contact komen. Hr Van Ohlenbusch u zat zo te lezen 1 jaar na mijn vader. Uw biografie is voor mij heel erg interessant, dank daarvoor! Komt er een vervolg? Kunt u zich Gijs misschien herinneren? Ik hoor het graag.
Alvast bedankt.

Lisette KuijperBHIC zei op 2 september 2021 om 09:25 uur

Hartelijk dank voor je reactie, Karin! Wat mooi dat je vader toch enkele goede herinneringen met je heeft gedeeld over zijn tijd in Sterksel en Santpoort. Ik kan me goed voorstellen dat het hem de rest van zijn leven heeft beïnvloed.

Eventueel kunnen wij achter de schermen e-mailadressen met elkaar uitwisselen, zodat jullie ook buiten het forum contact met elkaar op kunnen nemen. We horen het graag als we hierin iets kunnen betekenen.

Karin Olsthoorn zei op 4 september 2021 om 18:04 uur

Hoi Lisette,
Dankjewel voor je reactie en je aanbod om eventueel achter de schermen e-mailadressen uit te wisselen, wat mij betreft graag!
Ik heb nog wat foto's gevonden, waarvan ik er 3 heb gestuurd.
- Eentje is van enkele witte paters in 1955, voorbereidingsjaar
- Een andere van het carnaval voorbereidingsjaar 1955
- En eentje van een groep jongens waar ik mijn vader als middelste herken, staand met geblokt shirt. Ik durf alleen niet te zeggen of dat in Sterksel was of Santpoort.. Misschien herkennen anderen zichzelf (en/of Gijs Olsthoorn)? Hartelijke groeten, Karin

Thijs de LeeuwBHIC zei op 8 september 2021 om 09:41 uur

Hallo Karin, zojuist heb ik je gemaild over het achter de schermen contact leggen. Gaan we regelen! En nog bedankt voor je bericht en de foto's, die worden hier nog toegevoegd.

Piet van Dam zei op 29 oktober 2021 om 22:16 uur

Hallo,
Ik heb vanaf 1964 op St Paulus in Sterksel gezeten. Wij gingen met een groep iedere dag naar Valkenswaard waar we op de MULO zaten. Er was geen busverbinding. Als we geen zin hadden in school zorgden we er voor dat we drijfnat aankwamen en dan mochten we weer terug naar Sterksel.
We konden heerlijk sporten . Alles was er. Vroeg in de morgen ochtend gymnastiek buiten en in de zomer konden we ook vroeg zwemmen als we dat wilden. Rudie Gerritsen of broeder v.d. Pol riepen ons dan wat vroeger. Het was een heerlijke tijd. Toen Sterksel werd opgeheven verhuisden we met een groep van een man of 25 naar Oudenbosch. Daar was niet zo veel, zelfs geen douches. Eens in de week gingen we naar St. Louis om te douchen. Nadat we het mulodiploma hadden gehaald is iedereen weer naar huis gegaan en werd ook Oudenbosch opgeheven. Pater Gerritsen kon eindelijk worden uitgezonden naar Afrika (dat was wat hij al lang graag wilde). Helaas heeft hij daar niet lang van kunnen genieten. Hij is er bij een auto ongeluk samen met zijn zus om het leven gekomen. Ik heb ook nog wel wat foto's uit de jaren in Sterksel. Ik zal ze via de mail van bhic versturen.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 8 november 2021 om 16:56 uur

Bedankt Piet voor je bijdrage, goed om te lezen dat je er zo'n fijne tijd hebt gehad. Opvallend dat het kostschoolleven in Oudenbosch, vergeleken met dat in Sterksel, zo sober was. De foto's zijn in goede orde ontvangen. Ik zal er enkele toevoegen aan deze pagina. Alle foto's tezamen zullen dan t.z.t. te vinden zijn in onze BHIC-fotocollectie, deelcollectie Internaten (zie: https://www.bhic.nl/memorix/images/search/?mode=gallery&view=horizontal…)

Theo Veltmans zei op 12 juni 2022 om 16:42 uur

Hierboven vraagt Karin Olsthoorn of er mensen zijn die haar vader hebben gekend. Ik heb hem inderdaad gekend. Ik heb van 1956-1959 in Sterksel gezeten en ben daarna naar Santpoort gegaan. In de 5e klas ben ik afgehaakt en heb elders het gymnasium afgemaakt.
De eerste jaren in Sterksel waren inderdaad fijne jaren.
Het nadeel was dat Pater Sanders een heeroom van mij was, dus iedere misstap werd doorgebriefd. Klasgenoten waren Frits Staals, Willen Kerkhof, Piet de Bekker.

Karin Olsthoorn zei op 14 juni 2022 om 19:08 uur

Hartelijk dank voor uw reactie en wat bijzonder dat u Gijs Olsthoorn kende. Ik ben wel heel benieuwd of u hem uit Sterksel kende, of ook uit Santpoort? Misschien hebben jullie elkaar net gekruist want Gijs Olsthoorn ging het schooljaar 1959-1960 weer terug van Santpoort naar Sterksel. Ook bijzonder dat Pater Sanders uw heeroom was. Ik kwam zijn naam best vaak tegen; Kan het kloppen dat Pater Sanders de Pater Overste was in Santpoort, en ook "geestelijk verzorger" van het houthakkersgilde in Santpoort? Misschien was u daar ook bij?

Theo Veltmans zei op 14 juni 2022 om 19:32 uur

Ik heb Gijs in Sterksel gekend. Ik heb nog wel ergens foto’s van Sterksel en zal eens kijken of hij daar ergens op staat.
Pater Theo Sanders (mijn heeroom) was inderdaad overste. Het houthakkersgilde zegt mij niets en heb daar dus ook geen herinnering aan. Een broer van Theo Sanders (Piet Sanders) was ook Witte Pater maar hij is altijd in Afrika geweest. Verder was een zus van beide broers nog Witte Zuster. Kortom, het kon niet anders of ik moest op 11 jarige leeftijd naar Sterksel.

Herman Scholtens zei op 2 juli 2023 om 21:49 uur

Hoi Karin, ik zit ook ineens op deze site en leuk om dan ineens die foto van jouw vader Gijs O tegen te komen. Ik sta rechts naast hem. Met anderen, met wie ik toen in klas 2 zat.(groot figuur heette dat, geloof ik. Klein figuur was klas 1). Dat was in Santpoort.
Ik heb daar het gymnasium afgemaakt, dwz op het Paulinum in Driehuis, waar we de nwe school deelden met de paters MSC.
Ik herinner me Gijs als een heel gedreven man, altijd enthousiast en energiek. Ik heb nog een tijd met hem samen gewerkt in het houthakkersgilde. Zwetend, hout kloven en zagen etc.
Na de 2de klas ben ik hem uit het oog verloren, want wij gingen toen vanuit het internaat elke dag naar Driehuis naar school.
Eigenlijk was ik hier op zoek naar het lied dat we als wandelclub in Sterksel zongen.
Ik zat daar in 1956 en 1957
Het begin van het lied herinner ik me zo:
"Wij zijn St Paulus opgewekte jeugd,
Van Sterksels Heerlijkheid...
Wij leven in een land van vreugd
Geen zweem van somberheid...."
Als dat niet klinkt!!!
Dan loop je toch vanzelf warm voor Afrika?
De melodie weet ik nog precies, maar kent iemand van de boven genoemde
wandelgroepen nog het vervolg,.???
Ik ben overigens na 2 jaar St Charles (de filosofiejaren bij de W.P.) afgehaakt. Dat was in de roaring sixties...
Groetjes van Herman

Karin Cnossen-Olsthoorn zei op 5 juli 2023 om 21:21 uur

Beste Herman,
Wat bijzonder dat u Gijs herkent en naast hem stond! Mooi toch! Dankzij deze website! Gijs zat overigens bij mijn weten diezelfde jaren 55-56 en 56-57 in Sterksel. Hij zou dat lied herkend hebben, dat weet ik zeker, omdat hij zoveel liederen helemaal uit zijn hoofd kende.. (hij was nogal dol op zingen ook) maar ja... helaas.. hopelijk kent iemand anders het vervolg nog!
groetjes en bedankt voor uw bericht, dat is geweldig!
Karin

Henk van Tilborg zei op 13 november 2023 om 07:56 uur

Ik wil graag enige aanvullingen geven op wat nu toe geschreven is over het seminarie van de Witte Paters in Sterksel.

Jos van de Ven vermeldt in zijn “Herinneringen” ( https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/herinneringen-aan-het-sint-paulu… ) het groepssysteem dat in Sterksel bestond. Ik wil daar een beetje meer over schrijven. Ook ik werd in 1959 in een van die groepen ingedeeld. Toen ik met kerstmis de diverse klasgenoten van mijn lagere school ontmoette, die ook naar een seminarie waren gegaan, bleek dat zoiets als een groepssysteem daar niet bestond. Het systeem in Sterksel was duidelijk heel modern voor die tijd.

Alle jongens van klas 1 tot en met 3 werden verdeeld over deze groepen. Iedere groep had een zgn. groepsleider, die uit klas 3 kwam. De dagelijks verplichte studie-uren van alle leerlingen vonden in groepsverband plaats. Er was dus geen pater die toezicht hield in zo’n studiezaal, maar de groep zelf droeg de verantwoording daarvoor. Als er teveel kabaal naar buiten kwam, verscheen meestal vrij snel een pater die even door het raampje keek of er ingegrepen moest worden, maar dat was uitzonderlijk.

Één keer in de week was er een groepsvergadering, waarin de afgelopen week besproken werd en ook afspraken gemaakt voor de nieuwe week, zoals de corveetaken. Bij die wekelijkse vergadering was wel een vaste pater aanwezig. Mijn herinnering is dat de groepsgrootte ongeveer 25-30 was.

Diverse paters gingen soms een stapje verder om onze tijd in Sterksel aangenaam te maken. Op hele mooie zomerdagen werden sommige van ons soms vroeg wakker gemaakt om alvast een duikje te nemen in de vijver, dus voordat de officiële dag begon. Een ander voorval was ook apart. Ik herinner me een avond laat in het jaar dat ik in bed lag te wachten tot het licht uitging. Ineens ging het gordijntje van mijn chambrette open en kwam een pater naar binnen met de vraag of ik wel eens rookte. Dat was een vreemde vraag, want ik zat in klas 2 en tweedeklassers mochten nog niet roken en derdeklassers alleen op zondag. Toen toverde hij ineens een zak snoepsigaretten tevoorschijn. Het was vlak voor Sinterklaas en hij ging met deze zak de hele slaapzaal af. Er kwam geen advies om opnieuw je tanden te gaan poetsen

Op het einde van mijn derde klas werden de jongens, waarvan vermoed werd dat ze een erkend gymnasium diploma konden halen, aangeraden om voor klassen 4 tot 6 verder te gaan in Santpoort. Het gymnasium Paulinum (nu Felisenum) in Velsen was een samenwerking van de Witte Paters in Santpoort met de orde van Mill Hill en was wel erkend. De opleiding in Sterksel was niet erkend en veel paters die lesgaven hadden geen officiële docentenopleiding genoten.
Later in Santpoort hoorde ik dat een aantal leerlingen van klas 6 in Sterksel zich aan het voorbereidden waren op een H.B.S. staatsexamen. De reden was een zorg bij hun ouders: teveel jongens gaven in deze tijd namelijk hun ideaal om missionaris te worden op (er veranderde veel in de jaren zestig) en dan is een echt diploma wel hard nodig. Van mijn eerste klas in Sterksel is uiteindelijk niemand doorgegaan naar het groot seminarie.

Op de woensdagmiddagen en in het weekend hadden we de vrijheid om te gaan wandelen en fietsen; dus zonder begeleiding. Ook dat was niet standaard op de andere seminaria in Brabant. We moesten dan wel met tenminste zijn drieën op pad. Ik vond dat merkwaardig omdat je niet met zijn drieën naast elkaar mag fietsen. Pas jaren later begreep ik dat deze regel ingegeven was door angst bij de paters voor “bijzondere” vriendschappen tussen twee jongens onderling.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 13 november 2023 om 08:09 uur

Dag Henk, we hadden via de mail al contact. Ook via deze weg wil ik je nog hartelijk danken voor deze bijdrage aan de geschiedenis van het internaat in Sterksel, in het bijzonder dus wat betreft het groepssysteem van de paters.

Jos van de Ven zei op 11 december 2023 om 12:12 uur

Een fragment uit mijn boek: ‘Op een draf naar het graf’!

Mijn omgeving heeft zich door de jaren vaak afgevraagd wat mij bezielde om toen voor priester te gaan studeren en of dat misschien door de druk van mijn ouders kwam. Het was in de vijftiger jaren namelijk nog de gewoonte dat de oudste zoon uit een katholiek gezin naar het seminarie zou gaan. Maar…nee.
De inspiratie daarvoor kreeg ik van een missionaris die kwam vertellen over hun ‘missie’. Als er op school zo’n pater over het vruchtbare werk dat zij deden kwam orakelen, werd onze normale les verschoven. Vaak bracht zo’n kerel een projector mee met filmpjes waar wij dan heel geboeid naar keken. We vergaapten ons aan tropische plekken waar de zon scheen en bruine mensen en half blote meisjes in rieten rokjes ronddartelden op witte stranden aan een azuurblauwe zee. Af en toe kwam er een blanke in een witte pij in beeld en met een rozenkrans om zijn hals. Getinte gasten met blanke paters. Was dat het leven in de missie? We luisterden aandachtig naar alle informatie en de vraag voor jongelui van onze leeftijd was: Lag daar geen opdracht voor jou? Maar wat betekende de ‘missie’ eigenlijk? Die missie lag ver weg! Maar de filmpjes van die mensen in zo’n exotische omgeving spraken mij wel aan. Wie wilde daar nu niet naartoe?
Ook pater Van Dalen van de Witte Paters uit Sterksel bracht zo’n filmprojector en veel mooie praatjes mee. In feite wilde hij alleen maar jongeren ronselen voor het klein seminarie voor hun imperialistische geloofsverbreiding.
Maar als je álles van tevoren weet…als elf of twaalfjarige.

Afgezien daarvan was ik wel enthousiast geworden en zette, een beetje impulsief, vast een 'missie clubje' op en organiseerde op school kleurwedstrijden voor geld.
Alsof dat nog niet genoeg was, haalde ik oud papier op en droeg al het geld keurig af aan de pastoor. Voor de missie. Onze pastoor heeft daar, naar ik vermoed, een goede fles wijn van gekocht. Dat was al een goed begin ter voorbereiding van het priesterschap volgens pater Van Dalen. Ik vertelde hem ook dat ik wel misdienaar wilde worden. Ik ben niet veel later bij pastoor Geurts begonnen in zijn noodkerk en ben daar gebleven tot ik acoliet was en naar het seminarie ging….

Uiteindelijk heb ik dus aan mijn ‘priesterroeping’ gehoor gegeven en heb, uit vrije wil en zonder de druk van mijn ouders, voor de Paters van Lavigerie gekozen. Heb nog even getwijfeld tussen een priesteropleiding in Vught bij de Paters van Schut op ‘Sparrendaal’ óf het ‘St. Paulus’ van de Witte Paters in Sterksel. Van Dalen had me aan de haak geslagen. ‘What the f...k was I thinking?’

Om op zo’n priesteropleiding te komen was nog geen sinecure. Om een bezoek te brengen om daar rond te kijken was best eenvoudig. Als de mogelijkheid bestond dat je ervoor zou kiezen, waren de paters geneigd enthousiaster met jou, en zeker met jouw ouders om te gaan. Hun mallemolen ging pas draaien als principieel voor die keuze om priester te willen worden was besloten. Het toelatingsexamen ging gepaard met twee testen en wat onderzoeken vooraf. Ook financieel moesten de zaken worden geregeld en daar was ik niet bij. Men ging niet over ijs van één nacht. Eerst werd het onderzoek en de rapporten van de psychologen afgewacht
Dat waren drs. J.M. Wasser en drs. F.M.Th.A. Molenaars.
Ik heb er de verslagen nog eens bijgehaald en we kunnen zien wat Drs. Molenaar in zijn rapport van 2 febr. 1963 over mij schreef:
Rapport betreffende Jos v.d. Ven, geb. 13-12-1950

Jos bezit goede kwaliteiten, die liggen op het niveau van de gemiddelde leerling van de HBS. Toch mag men van de HBS-opleiding geen resultaten verwachten.
Zijn belangstelling is daarvoor te praktisch gericht en zijn aard in te hoge mate gesteld op actie, waarna hij niet tot voldoende rust en concentratie kan komen, welke nodig is voor een studie op HBS-niveau.
Met een ULO-opleiding zal Jos de handen wel vol hebben waardoor, gezien zijn technische aanleg, een technische opleiding van middelbaar niveau binnen zijn bereik ligt.
Indien men Jos een kans wil geven op een seminarie-opleiding, verdient het de aanbeveling om hem allereerst een Mulo-diploma te laten halen.
Het is raadzaam een en ander te bespreken met het hoofd van de school.
Dit verslag is niet bestemd om door Jos te worden gelezen.

F.G.P. van Loon Drs. F.M.Th.A. Molenaar

Het lijkt verstandig om het rapport van drs. J.M. Wasser hier eens weer te geven. De man had het wél bij het rechte eind, kan ik je zeggen, na zoveel jaren…
Dit verslag van drs. Wasser geeft hier niet aan waar dit onderzoek is gedaan.
Hij tekent daarvoor in juni 1963:
Betreft: Jos van de Ven. Geboren 13-12-1950

Jos is een levendige, drukke en actieve jongen met een sterke streefzaamheid. Hij leeft graag in een situatie, waar hij met concrete dingen bezig kan zijn en waar hij resultaten bereikt. Een echte denker is hij niet en men bemerkt dat hij weinig op redeneren is ingesteld. Als hij niet direct een oplossing ziet bij een denkprobleem dan geeft hij gemakkelijk op en heeft soms zelfs de neiging het de ander kwalijk te nemen dat hij het hem lastig maakt.
Daarbij valt ook op, dat hij zich minder gemakkelijk inleeft in anderen en geen rekening houdt met wensen en gevoelens van medemensen. Hij neigt ertoe om het heft in handen te nemen en hij kan moeilijk afwachten.
De verstandelijke prestaties van Jos zijn op zich niet zo slecht en bereiken een niveau dat voor U.L.O. vrij goed en voor een H.B.S. A voldoende is te achten.
Een uitgesproken sterke taalkundige begaafdheid is niet aanwezig; deze is met name voor een gymnasium enigszins zwak te achten. De rekeningkundige-wiskundige begaafdheid is ongeveer op gelijk niveau, doch hij is geen kritische of zorgvuldige denker. Het abstracte denken is, in aanleg, niet slecht- maar niet goed ontwikkeld, wat begrijpelijk is omdat Jos te weinig rust heeft om over de dingen door te denken. Hij is op dit moment nog te ongeduldig en benut zijn capaciteiten te weinig bewust. Wij verwachten niet dat Jos in staat zal zijn een officiële gymnasiale opleiding met succes te doorlopen. Hij is weinig studieus. Ook betwijfelen wij ernstig of hij voldoende volharding bij de studie zal hebben om drie klassen van een gymnasiale opleiding te volgen.
Mocht dit niet goed gaan dan kan men hem het beste spoedig op een ULO laten overschakelen. Wel zou hij karakterologisch tot meer aanpassingen aan begrip voor anderen moeten worden gebracht, wil er uit hem een priester groeien...

Drs. J.M. Wasser, Psycholoog
Omdat het al zo lang geleden is, kan ik daar nu mijn eigen commentaar op geven. Na vijftig jaar is het wel veel makkelijker om naar die persoon in verleden tijd te kijken dan naar het nerveuze jochie dat in 1963 tegenover die psychologen zat.
Verbazingwekkend is dat er punten zijn waar ik me direct in herken. Er zijn wel dingen waar deze heren de plank aardig hebben misgeslagen. Toch twijfel ik geen moment dat zij hun rapport ‘waarheidsgetrouw’ hebben opgesteld en dat zij het werk integer hebben gedaan. Wat wél apart is, is dat beiden uit Tilburg kwamen.

Laten we eens wat punten onder de loep nemen:
Allereerst ben ik blij dat is gebleken dat ik over een redelijk stel hersens beschik. Waar ik me ook in kan vinden is dat ik niet studieus ben. Een leuk woord! Dat ik heel levendig en geen studiehoofd ben is correct. Een interessante manier om uit te drukken dat Jos geen trek had om te studeren. Zoals in de rapporten duidelijk is, was er onvoldoende concentratie en toewijding. Dat was toen zonder enige twijfel zo. Geleidelijk is dat wel beter geworden.
Dat ik geen type was voor het gymnasium heb ik (eerlijk gezegd) altijd al geweten. Zoals met sporten, ik wilde er nooit écht voor gaan. Ben er gewoon niet fanatiek genoeg voor. Mijn geldingsdrang heeft zich pas later ontwikkeld.

Wat men beweert over mijn technische aanleg, is een juiste vaststelling. Het is al vaker bij me opgekomen dat ik het jammer vind dat ik niet voor een technische richting heb gekozen. Misschien een gemiste kans. Maar dan was dit boek saaier geweest. Het is opmerkelijk dat ik veel technische principes en stellingen begrijp zonder me erin te verdiepen. Door mijn werkzaamheden als ‘Jack of all trades’ is me dat inzicht verschillende malen goed van pas gekomen. Ik vind het namelijk leuk om dingen te onderzoeken en te leren kennen, zodat een bepaalde opdracht goed ten einde kan worden gebracht.
Naar mijn mening heeft de Nederlandse overheid flink geblunderd om de LTS- en UTS-scholen te ‘moderniseren’. Ik verwijt al de ministeries van onderwijs een gebrek aan visie en verdenk hen van incompetentie. Niet iedereen vindt het werk achter een beeldscherm leuk, en sommige zaken kunnen alleen maar handmatig.

Over talen. Hmm, daar hadden de psychologen het mis. Geeft niet, fouten maken moet kunnen; ...taalkundige begaafdheid is niet aanwezig... schreven die heren. Toch spreek ik intussen wel vijf talen, waarvan vier vloeiend en met enige moeite, kan ik me in nog twee anderen talen verstaanbaar maken.
Een reden dat ik bepaalde projecten heb mogen en kunnen doen, kwam juist doordat ik ‘multilingual’ ben.
En dan deze twee regels:
… Dat hij zich minder gemakkelijk inleeft in anderen en niet zo sterk rekening houdt met de wensen en gevoelens van medemensen...
...Wel zou hij karakterologisch tot meer aanpassingen aan begrip voor anderen moeten worden gebracht, wil er uit hem een priester groeien...
Ja, dit is écht een precair onderwerp! Empathie voor de medemens. Gezien mijn 'bully-voorgeschiedenis' in ons dorp waar ik door mijn leeftijdsgenoten ben getreiterd en gepest, ben ik daar wat terughoudend in. Mijn respect voor homo sapiens als intelligent schepsel is tot onder het nulpunt gezakt. Voor mij is de moderne mens een soort coronavirus voor de wereld, waar géén vaccin voor is! Als een allesvernietigende schimmel dat de aarde sluipend verstikt en alles wat groeit en bloeit vernietigt.
De hedendaagse mens is narcistisch en egoïstisch. Er is geen respect voor andere levende schepsels die anders gevormd of gekleurd zijn. Deze slechte ontwikkeling is ook door de natuur voortgebracht! Zoiets noemen wij: evolutie.

Terug naar Sterksel. Begin van de twintigste eeuw hebben de Witte Paters van St. Charles uit Boxtel ‘Grand Hotel Sterksel’ overgenomen om in dit Brabantse dorp van een paar honderd inwoners een seminarie te vestigen. Het gebouw stond op de hoek van de Albertlaan en de Heezerweg. Toen ik daar arriveerde stond het al een poosje halfleeg en het moet betere tijden gekend hebben. Achter het pand lag een bos met vergeten sportfaciliteiten zoals een versleten tennisbaan, 'natuurzwembad', een atletiek- en crossbaan en naast het voetbalveld stond een Afrika museum. Een gebouw waar ik tijdens ‘Kennismakingsdagen’ besloten had om missionaris te worden, en daar kwam meer bij kijken dan ik dacht.
De voorwaarden om op dit internaat te worden toegelaten logen er niet om:
- Een ernstig verlangen om Missionaris te worden.
- Een bewijs van goed gedrag, ondertekend door een priester.
- De lagere school met goed gevolg te hebben afgelegd.
- Goede gezondheid; een attest van de huisdokter wordt verlangd.
Een ‘uitzet’ was voor iedereen hetzelfde; volgens voorgeschreven voorschrift:
-Nette stevige bovenkleding, 3 paar schoenen, minstens drie paar lakens en drie kussenslopen, 6 hemden, 4 onderbroeken, 3 pyjama’s, 6 paar sokken of kousen, 12 zakdoeken, 4 handdoeken, 3 servetten, zwembroek, sportbroek, gymschoenen, een kam, zeep én spiegeltje, een kleer- schoen- en een tandenborstel.
Toevoeging: de gehele uitzet moet gemerkt zijn met de eigen naam.

Drie keer per jaar gingen wij op verlof en voor een langere vakantie mochten we met Pasen, Kerstmis en voor het zomerreces naar huis. Op zaterdag-, zondag- en woensdagmiddag mochten we bezoek ontvangen.
De definitieve vaststelling voor kost en inwoning werd met ouders besproken en naargelang de financiële draagkracht aangepast. Eind augustus ’63 hebben pater Van Dalen en mijn vader het kostgeld afgemaakt op fl. 550,- verdeeld over de drie trimesters, maar zonder bijkomende lasten. Alle kosten voor studieboeken e.d. waren voor de student zelf. Voor mij dus.

Op 2 september 1963 meldde ik me in Sterksel bij de Witte Paters van Lavigerie om missionaris te worden. Bij aankomst was het een drukte van belang.
Hoopjes mensen met auto’s en koffers. Paters die iedereen met die bagage wilden helpen. Huilende moeders die hun zoon nog even vasthielden en vaders die daar schaapachtig bij stonden, niet wetende wat te doen.
Ik was al blij dat mijn moeder niet was meegegaan.
Door een smalle corridor werd men vanaf de voordeur naar een refter geloodst. Daar zaten paters achter lange tafels met stapels papieren om iedereen wegwijs te maken. Pater van Dalen was druk in de weer om zijn geronselde nieuwelingen te verwelkomen en hun ouders te woord te staan. De Witte Zusters slopen met hun dienbladen gluiperig tussen de gasten door: …Wilt u een kopje koffie of thee? Lust u daar misschien een plakje zelfgebakken cake bij?...
Elke seminarist werd bij een bepaalde groep ingedeeld en elke nieuweling kreeg een chambrette op de slaapzaal toegewezen: Josje van de Ven: Groep C 7.
Na het ‘inchecken’ liet ik mijn pa het gebouw zien. Vanuit de refter liepen we door een lange gang met klaslokalen over de granieten vloer naar een recreatieruimte. Daar stonden pingpongtafels en enkele biljarts. De deuren naar de court stonden open en van daaruit konden we in een sporthal kijken! Met mijn bruine koffertje en plunjezak, tevens mijn waszak, liepen we naast de kapel de trap op naar boven, naar een enorme slaapzaal met gangen, chambretten en een wasruimte met rijen witte wasbakken. De bovenkant was helemaal open zodat je de spanten van het gebouw goed kon zien. Mijn chambrette was zo groot als een tweepersoonsbed.
Een eenpersoonsbed tegen de wand met een kast ernaast tot aan de andere kant. Er was net genoeg ruimte genoeg om je aan te kleden. Elk ‘hokje’ kon worden afgesloten met een flodderig gordijntje. Het was zó overweldigend. Waar was ik aan begonnen! De moed zakte me meteen in de schoenen.
Dit was toch wel héél iets anders dan waar pater Van Dalen ons over had verteld… Over verre landen, palmbomen, meisjes in rieten rokjes, zon en stranden. Pfft..
Ik was verdwaasd en verdwaald. Ik was een grote familie gewend, maar zo’n groot huis! Wat ik nog wél weet is dat ik me na die ontvangst vreselijk belazerd voelde.
Ik was niet de enige want op de slaapzaal hoorde ik ‘s nachts behalve het gesnurk, ook jongens janken. Heimwee. Elke keer bij de start van een nieuw trimester!
Later begreep ik dat dit tijdelijk was. Voor deze jongen zou heimwee nog komen. Eenmaal ‘ingelijfd’ bij de Witte Paters schreef mijn pa me deze brief:

Beste Jos
Ons mama is net na het eten even gaan rusten, Marie-Anne en Henri zijn in de keuken aan het steggelen over de afwas, Ton en Stef zitten in de kinderkamer te kleuren, natuurlijk met de nodige herrie en ruzie, Peter is naar oma, en dus.... Heb ik even de tijd genomen voor het schrijven van deze brief. Hoe gaat het er mee na de eerste week? Alles is natuurlijk nog nieuw en alles is nog onwennig. Vooral voor jou zal dit een week van veel moeite zijn geweest, denk ik. Je weet zelf ook wel, denk ik, maar jij weet graag van tevoren alles wat er komt en wat er gaat gebeuren. Je bent wat ongeduldig en te benieuwd wat er nu weer moet of komt. En dat zal deze week wel vaak zo geweest zijn dat je toch af moest wachten hoe het moest gaan. Zowel in als buiten de lessen.
Bovendien komt er nog bij dat je nu zelfstandig bent.
Ook dit zul je moeten leren, en hoewel je er later om zult lachen, begrijp ik heel goed dat dit een gewaarwording is, en dat je hieraan zult moeten wennen.
En dat alles in een hele week. Een heleboel hè...
Maar je moet maar denken dat groot worden voor iedereen moeite kost. De een zal er misschien vlugger overheen zijn als de ander, maar allemaal hebben ze er moeite mee. Dit is voor iedereen zo. Toen ik zelf met m’n 14 jaar naar de fabriek moest, viel dat om de dooie dood niet mee. Ik heb je dat weleens verteld, meen ik.
Maar het leven gaat toch verder en je moet doorzetten.
Als het allemaal zo gemakkelijk ging was er geen kunst aan. We moeten daar allemaal moeite voor doen. Ik weet zeker dat het de volgende week al beter zal gaan. Je bent er nu al een beetje aan gewend, aan de orde van de dag. Vroeg op, wassen, H. Mis, enz. enz.
Ook in de lessen moet je je helemaal instellen op de studie Jos. Goed luisteren en goed opletten. Niet bang zijn dat je iets niet kunt. Je kunt alles als je maar wilt.
En als je eens iets niet begrijpt, vraag het dan even na, aan de paters, of aan een ander uit jouw klas, die het wel begrepen hebben. In de kerk ‘s morgens moet je altijd bidden om hulp bij de lessen.
Je weet wat mama daarover gezegd heeft. Die H. Jozef is er niet voor niets.
Ons mama zal er ook nog een briefje bij doen, zegt ze net. Ik zal er dus maar mee stoppen. Jos heel veel groeten van ons allemaal hier.
Heel veel succes deze week, en je weet: WILLEN IS KUNNEN.

Vader.

Nu ik dit teruglees, zie ik dat mijn vader tóch wel enigszins bezorgd was. Het lijkt er inderdaad op dat hij toen al wist dat ‘St. Paulus’ voor zijn oudste zoon wel eens een ‘mission impossible’ zou kunnen worden.

Het seminarie aan de Albertlaan bestond uit een ouder gedeelte dat vroeger deel was van het hotel en een nieuwe vleugel die door de paters was aangebouwd.
Daarin waren de keuken met refter, klaslokalen, kapel en alle recreatiefaciliteiten en de aula ondergebracht. Tussen de refter en recreatiezaal liep een brede gang met granieten trappen naar de slaapzaal, leslokalen, ingang van de kapel en kantoor van de rector met zijn ‘winkeltje’. Op de bovenverdieping zijn twee slaapzalen waar er slechts één van in gebruikt was. Tussen de twee zalen was het waslokaal met de toiletgroepen.
Al snel raakte ik gewend aan het rooster dat van minuut tot minuut was gepland. Om zes uur in de ochtend kwam een pater de slaapzaal op om ons te wekken met een koperen bel. Een kwartiertje later werd iedereen op de court verwacht voor de ochtendgymnastiek. Fris wakker worden door lichte oefeningen te doen onder leiding van onze assistent-leider Henk Oude Nijhuis. Daarna vlogen we naar de slaapzaal om ons te wassen en aan te kleden. Om zeven uur moest je in de kapel zijn voor de ochtendmis van zo’n half uur en terug naar boven om je chambrette op te ruimen. Gordijntjes bleven open voor de controle. Vervolgens naar de refter waar vanaf half acht het ontbijt op tafel stond. Stel je daar niet te veel van voor want het was nooit meer dan een half broodje, een schaaltje ‘muisjes’ en sneetjes dun gesneden kaas of iets wat op vleeswaren leek. Alles precies afgepast.
Een glas melk of kopje thee en dat was het. Veel seminaristen brachten daarom van thuis extra beleg mee. Een andere mogelijkheid was om iets in ‘het winkeltje’ te kopen. Een oud washok dat tot winkeltje was omgebouwd. Men verkocht daar van alles: snoepgoed, tandpasta of ‘kogelvrije’ koeken en zelfs sardientjes in blik en potjes augurken. Ik kwam daar maar zelden, want ik had er het geld niet voor.

Na dat karige ontbijt ging ieder zijns weegs. Enkele senioren gingen naar de T.U. Eindhoven. Anderen gingen naar de Lage Technische School in Someren of op de fiets naar de U.L.O. in Geldrop. Het eerste jaar ging ik voor goud en probeerde ik het gymnasium.
Gecontroleerd door de groepsleiding begon onze ‘werkdag’ met een studie-uur.
Om negen uur vervoegde iedereen zich in het juiste lokaal voor de eerste les.
Die duurde 55 minuten met telkens vijf minuten pauze. Dat ging zo door tot de lunch om twaalf uur. Al net zo zielig als het ontbijt, maar soms met iets warms.
Ik weet nog goed hoe hard de gehaktballen waren die wij kregen voorgeschoteld. Daar had je wel een beiteltje voor nodig. Nee, bij de Witte Paters stonden geen chef-koks in de keuken! Na de lunch les tot drie uur. Dan een korte break tot half vijf. Tijd voor een biljartje in de recreatiezaal of een balletje trappen op de court.
Rond zes uur waren de ‘externen’ terug uit school en die voegden zich geruisloos in de dagelijkse routine door om zessen aan te schuiven voor een warme maaltijd. Simpele kost; aardappelen, wat groente en een stukje vlees. Ik heb er nooit lekker gegeten. Ook niet op de jaarlijkse ouderdag wanneer de ouders op visite kwamen en met ons meeaten. Van het goedkope te veel, en van de kwaliteit te weinig.
Daarna waren we vrijaf tot half zeven. Dan naar de kapel voor een lof en studeren tot kwart voor acht, vrij tot negen uur en als laatste horde opnieuw naar de kapel voor het avondgebed. Om tien uur ging het licht uit!
Véél tijd voor jezelf had je dus niet met zo’n wurgrooster.

Ik kwam bij groep C, waar Frans(ke) Franssen groepsleider was. Een jongen die in het studie-uur aan zijn haar zat te draaien en op zijn stoel op en neer ging als Joden aan de Klaagmuur. Franske was de eerste jongen in mijn leven waarvan ik dacht dat hij ‘anders’ was. Zijn assistent was Henk Oude Nijhuis, een wat oudere jongen en een heel ander type. Henk werd mijn ‘grote broer’ en mijn kameraad. Hij steunde me waar nodig en hielp me, toen ik last kreeg van heimwee. Een nare ziekte. De eerste twee weken ging alles goed. Dan is alles nog nieuw en spannend en denk je niet aan thuis. Maar dan dringt het besef ineens tot je door dat je nog maanden in dat gekkenhuis moet doorbrengen. De melancholie slaat keihard toe.
Er waren zoveel jongens die daar moeite mee hadden en die hoorden je ‘s nachts huilen op de slaapzaal. Je wilt alleen maar naar huis, naar je vertrouwde leven…
Ik trok toen veel op met Brabantse seminaristen zoals Harrie v.d. Eynden, Christ van Schijndel, Ton Weerepas en een stugge Wim van Gastel uit Zeeland.
Vrije middagen werden voornamelijk gevuld met sporten als wandelen, voet- en honkbal. Dat vond ik héél leuk. Ik leerde daar sporten die ik nog niet kende.
Bij goed weer mochten we in de bruine waterpoel, dat ‘zwembad’ genoemd werd, gaan zwemmen. In Sterksel kreeg ik snel het zwemmen onder de knie, wat in het Eindhovense Sportfondsenbad niet was gelukt. Door speciale aandacht van onze gymleraar. Hij was geduldig en hield me vast en liet me eerst aan water wennen, tot ik erin slaagde mijn vrees te overwinnen. Door zijn aanpak zwom ik meteen van zijn hand onder mijn lichaam van hem vandaan. Ik kon zwemmen! Een dag later dook ik al van de hoge duikplank in ons bruine natuurzwembad.
Als de nonnen in veel te grote ‘zwemoutfits’ het water ingingen, lagen wij bij het tennisveldje te wachten om hen, als pubers, van achter de bosjes te bespieden.
Geregeld fietste ik met een vriend naar zijn ouders in Someren-Eind, om de vuile was weg te brengen of gewoon om hen te bezoeken. Dat kon alleen op zaterdag- of zondagmiddag want dan waren we vrij tot zeven uur. In het dorp Sterksel zelf was heel weinig te doen en daarom kwamen we daar zelden.

Na er een jaar in toenemende mate gefrustreerd te hebben mee gehobbeld, bleek het gymnasium voor mij toch te hoog gegrepen. De psycholoog had het goed.
In het nieuwe schooljaar ging ik naar U.LO. Albertus Magnus in Geldrop waar ik terechtkwam in klas 1C. Dat was een goede keuze en ik zat snel beter in mijn vel. Om na het ontbijt op de fiets te moeten springen en in weer en wind naar Geldrop te moeten trappen vond ik heerlijk. Sportief en gezond. Het voelde veel beter dan volgens zo’n strak dag rooster te moeten leven. Het benauwde gevoel om knel te zitten tussen vier muren van het internaat was snel verdwenen. Bizar genoeg had ik ineens ook véél minder last van heimwee.

In het eerste jaar vond ik het nog fijn als pa en ma op visite kwamen maar in het tweede jaar liet ik hen weten dat ik het niet zo erg vond als ze niet zouden komen. Ik had wat anders aan mijn hoofd. Ik werd zelfstandiger en trok mijn eigen plan.
Het jaar op de U.L.O. in Geldrop werd een tijd van rebelleren en van puberen. We waren ondeugend als we in de middagpauzes snoepgoed gingen kopen, of gingen jatten, bij het sigarenwinkeltje in de Heggestraat. Ik schaam me dood!
Paul v.d. Meeren werd mijn vriendje en hij trakteerde me vaak omdat hij wist dat ik te weinig geld had. Hij kwam uit een gerespecteerde familie en woonde in een heel bijzondere Willem Dudok-villa aan de Kapelstraat in Meerveldhoven.
Waarom hij in die tijd bij ons op school zat heb ik ook nooit helemaal begrepen. Er waren genoeg U.L.O.’s in Veldhoven of in Eindhoven…maar toch had hij voor Albertus Magnus in Geldrop gekozen. Dat vond ik toch een beetje raar.

Daar heb ik eens zoveel straf gekregen, dat ik niet anders kon dan excuses maken. Dat kwam zo:
In onze muziekles zouden we voorbeelden gaan horen van hedendaagse muziek. Iedereen was enthousiast, tot de pater met ‘Les Compagnons de la Chanson’ op de proppen kwam! Dat was het jaar van de Engelse beat-invasie met The Beatles, Rolling Stones etc. ‘Oh, pretty woman’ was toen een grote hit. Toen ik riep dat ik Roy Orbison een véél beter voorbeeld vond van moderne muziek dan die slappe deuntjes van Franse koorknaapjes, ontstak het patertje in woede. Hij werd link en flikkerde me de klas uit. Een generatieconflict! Na de les moest ik op het matje komen en als straf moest ik het Oude- én het Nieuwe Testament, in één weekend, overschrijven. Dat was een beetje te veel van het goede en besloot, voor deze éne keer, om mijn ‘oprechte excuses’ aan te bieden. Onze leraar vond zelf ook wel dat zijn straf buitensporig was uitgevallen en besloot om mijn straf kwijt te schelden.
We waren weer vrienden. Nou ja….

Tijdens het tweede jaar in Sterksel kwamen er plots vreemde geruchten op gang.
Het St. Pauluscollege zou op het einde van het schooljaar waarschijnlijk gesloten worden. Studenten zouden overgeplaatst worden naar Santpoort en alle oudere paters zouden naar St. Charles in Boxtel gaan, om daar hun oude dag te slijten.
Naar Santpoort? Maar dat is in Noord-Holland! Wilde ik daar nog wel naartoe?
Wilde ik nog wel bij de Witte Paters blijven? Dat akkefietje met dat meisje zat me niet lekker. Ik had straf gekregen toen een pater me ‘betrapt’ had, toen ik met een grietje uit Sterksel naar school fietste, zoals veel kinderen dat deden!
...Dat kon niet voor een jongeman die voor het priesterschap ging...’ schreeuwde hij me ‘s avonds toe op zijn kamer. Wat een mafkees! Ik was een gewone teenager en deed niets bijzonders! Het vertrouwen in mijn roeping was dus flink tanende.
Was het niet verstandig om met Pasen afscheid te nemen, in plaats van opnieuw te beginnen in Santpoort? Ik had er geen zin meer in. Ik legde deze situatie eerst voor aan mijn ouders. Voor mij geen seminarie meer. Ik kapte ermee.
Dit jaar nog maar afmaken dan....
Eind van dat schooljaar heb ik de Witte Paters van Lavigerie in Sterksel verlaten. Het klooster en kleinseminarie werden gesloten. ‘Bij gebrek aan geld en nieuwe leerlingen’ werd als reden opgegeven. De seminaristen waren allang tot dezelfde conclusie gekomen. Dat idiote ‘celibaat’ had ook voor mij lang genoeg geduurd.

Toch deed het pijn om afscheid te nemen van vrienden en maatjes waar ik een leuke tijd mee had gehad. Hoe je er ook naar kijkt, in zo’n omgeving groei je naar elkaar toe, als een familie. Afscheid van Henk Oude Nijhuis, die mijn mentor was. Leon Beek uit Geleen die in de ochtend vaak een bloedneus kreeg, Ton Weerepas en Harry uit Someren-Eind. Hein Ros en Frans Plaggenburg die zo goed konden voetballen en groep 3 met groepsleider Franske. En mijn schoolmaatjes van klas 1C van Albertus Magnus ULO zou ik missen; Matt, Henk en Jantje; allen lichting 64/65. Geen tripjes meer met Paul v.d. Meeren. Geen lunches meer bij de familie Pückel op de hoek van de Heibeekstraat. In middagpauzes ging ik soms met Gert naar hun huis. Zijn moeder deed me denken aan de ibu van Eddy uit d’Ekker. Twee Indonesische dames die lekkere dingen konden maken. Als moeder Pückel over haar leventje in de kampong van Nederlands-Indië vertelde, keek ik in hun familiealbum uit de tijd dat zij daar woonden en hing aan haar lippen terwijl ik van haar ’spekkoek’ snoepte. Een lekkernij die veel Hollanders nog niet kenden.
De plaatjes leken op filmpjes die pater Van Dalen ons vroeger liet zien met altijd lachende getinte mensen onder wuivende palmbomen in verre zonnige oorden.
De Familie Pückel was als een warm bad voor me. Die pauzes bij hen thuis zou ik zeker missen. Een oogopener voor de toekomst misschien, maar dat kon ik me toen uiteraard nog niet realiseren.

Jos van de Ven, Sanur. Bali

Thijs de LeeuwBHIC zei op 11 december 2023 om 12:14 uur

Dag Jos, graag wil ik je ook via deze weg nog hartelijk danken, voor het delen van dit gedeelte uit jouw boek. Ik heb met grote interesse je verhaal over het kostschoolverblijf in Sterksel gelezen.

Jos van de Ven zei op 20 december 2023 om 06:13 uur

Mijne heren.

Ik denk dat Pieter Jan Stallen gelijk heeft door te beweren dat Frenske Jespers het groepshoofd was van groep 3. Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat het Franske Fransen was. Ik zal het ook in mijn boek moeten corrigeren. Dank je wel Pieter jan.

Grt. Jos van de Ven, Sanur Bali.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 20 december 2023 om 08:54 uur

Sint-Pauluscollege Sterksel: prospectus en 2 nieuwe foto's




Jos van de Ven stuurde ons dit prospectus van het Sint-Pauluscollege, waarvoor dank! Klik op de cover hieronder om het prospectus door te bladeren):









Ook ontvingen we deze foto’s:




1. Voetbalteam internaat Sint-Pauluscollege Sterksel in 1964.

2. ‘Kennismakingsbezoek’ aan de paters van Scheut in Vught (internaat Sparrendaal)

Henk Oude Nijhuis zei op 28 december 2023 om 10:54 uur

Gisteren zag ik op de tv. een uitzending over het verleden van de Witte Paters . Enkele paters kwamen aan het woord en ik voelde meteen een klik. Zij vertelden over hun tijd in de missie en laat ik dat nu vroeger ook mee willen maken !!! Het verhaal van die paters hebben mij in 1960 doen besluiten om naar Sterksel te gaan. Bij ons in de kerk in Deventer was een pater op bezoek en ik heb meteen contact gezocht. Ik was misdienaar dus contact leggen in de sacristie was eenvoudig. Van 1960 tot 1966 heb ik in Sterksel gezeten, daarna 1 jaar naar St Charles en 1 jaar naar Tilburg. Daarna terug naar Deventer en ben ik onderwijzer geworden. Mijn tijd in Sterksel was voor mij in 1 woord fantastisch. Veel van de voorgaande schrijvers heb ik gekend. Wat ik nooit heb kunnen denken is dat ik in een boek terecht zou komen. Bedankt Jos. Er zijn zeer veel herinneringen uit Sterksel die ik koester. Ook ik ben een keer met mijn gezin langs Sterksel gereden. Op de terugweg van vakantie in België wilde ik mijn gezin het Pauluscollege laten zien maar helaas ...... Ik heb toen een jong berkje uit de grond getrokken en heb die in mijn tuin gezet. Hij deed het prima, toch nog een tastbaar iets. Maar wat vooral belangrijk voor mij is geweest is mijn persoonlijke ontwikkeling. Het samen met elkaar dingen aanpakken , om elkaar geven en jezelf ontwikkelen probeer ik elke dag nog toe te passen. Een greep uit mijn dierbare herinneringen: Elk jaar starten met de grote wandeling om je groep te leren kennen, met Sacramentsdag figuren leggen op de route van de processie, uren voetballen, lijnen trekken op het voetbalveld bij voorkeur recht, in de eerste klas zitten en 5 van de 15 jongens Henk heten, bezoeken aan andere seminaries o.a. Santpoort en Heverlee, elke dag op de fiets naar Geldrop naar de ulo, toneelspelen ... de normandische haan / heer Halewijn voor het dorp, sinterklaas, veel zingen ( kom van het dak af ) spelen op de prairie, patat bakken met de fancy fair of wandelclubdag , elke week naar Leende om bij de plaatselijke bloemist bloemen te halen voor de kapel, in de gang zitten omdat pater N het nodig vond om de tv. uit te zetten voordat de voetbalwedstrijd was afgelopen en wij daarom niet naar de kapel wilden voor het avondgebed ..... Omdat ik ver weg woonde kreeg ik nooit bezoek. Daar zat ik ook niet op te wachten want ik had het prima naar mijn zin. Maar .... op een dag kwam mijn nicht uit Dongen alleen op bezoek en dat sloeg enorm in zowel bij mij als bij de anderen. Tot slot hoor ik ook wel dat er jongens waren die moeite hadden met wennen. Waar ik persoonlijk alleen aan moest wennen was de taal. Vanuit Deventer kwam ik in een ander soort Nederlands. En als ik dan in de vakanties naar huis ging moest ik weer schakelen. Ik kan nog wel even doorgaan maar ik vind het voorlopig genoeg. Groetjes, Henk Oude Nijhuis

Herman Peters zei op 28 december 2023 om 11:42 uur

Leuk verhaal Henk!! Zo positief en opgewekt herinner ik mij jou ook nog heel goed! Mijn opoe woonde vlak bij jou in Deventer in de Bierstraat. Als ik daar was bezocht ik je weleens, als jij bij je (gastvrije!) ouders was.
heel veel van wat je opschreef herken ik.

Hartelijke groet, Herman Peters

Frits Sanders zei op 28 december 2023 om 15:54 uur

Leuke reactie Henk !! ik herken de positieve beleving . We hebben veel met elkaar opgetrokken. Misschien een idee om nog eens een keer bij te buurten.

Henk Oude Nijhuis zei op 29 december 2023 om 13:18 uur

Lijkt me echt iets voor het voorjaar Frits. Ik weet je alleen niet te vinden maar dat zal wel eenvoudig op te lossen zijn.

Mariët BruggemanBHIC zei op 29 december 2023 om 14:23 uur

Beste Frits en Henk, als wij daar een rol in kunnen spelen, dan doen we dat graag. Wij kunnen jullie beider mailadressen dan via een mailtje uitwisselen. We horen het graag mocht dit gewenst zijn.

Henk Oude Nijhuis zei op 29 december 2023 om 14:41 uur

Goed plan. Ik verneem het mailadres van Frits graag

Mariët BruggemanBHIC zei op 29 december 2023 om 19:08 uur

Dat mag ik niet doen zonder toestemming van Frits, maar ik zal al wel vast jouw mailadres naar Frits toesturen.

Frits Sanders zei op 29 december 2023 om 20:14 uur

Prima om mijn emailadres naar Henk te sturen.

pieter jan stallen zei op 29 december 2023 om 20:18 uur

Frits en Henk O-N, en eigenlijk een verrassend aantal anderen die recent hier op deze site reageerden zoals Henk van Tilborg en Eugene H en misschien nog wel aardig wat anderen die het alleen lezen (en die jullie ook kennen net als ik, zoals Anton Bever, Frenske Jespers, Ad Vlaar, Frans Pahlplatz, Marinus Engelbarts, Jos vd Ven, enz. ): als jullie een datum kiezen én als enkele anderen jullie laten weten daar ook animo voor te hebben: ik kom graag mee naar een bescheiden maar toch reünie... Pieter Jan Stallen
PS Ik woon in Arnhem, tamelijk centraal, met creativiteit is er veel te regelen. Mijn e-mail adres mag naar ieder van deze oud-seminaristen uit mijn tijd (eind '50, begin '60)

Henk van Tilborg zei op 30 december 2023 om 17:05 uur

Een reünie lijkt me zeker leuk met zoveel bekende namen.

Frits Sanders zei op 23 januari 2024 om 13:32 uur

Ik vond in mijn digitaal archief nog wat interessante stukken m.b.t. de Witte Paters.
Het zijn speeches, die zijn uitgesproken op 20 okt. 2018 bij de laatste reünie bijeenkomst van de vereniging van oud studenten. Zij bevatten een mooi historisch overzicht.

Van deze reünie heb ik overigens ook nog wat foto’s, maar die ga ik nu niet meesturen.

Met vriendelijke groet,
Frits Sanders

De speeches:

Speech Peter van Kinderen: Openingswoord
https://www.bhic.nl/media/document/file/sterksel-st-pauluscollege-reuni…

Speech Paul Verhoeven, Burgemeester Heeze-Leende
https://www.bhic.nl/media/document/file/sterksel-st-pauluscollege-reuni…

Speech Albert de Jong: ‘Van Sterksel tot missionaris in Afrika: Witte Paters en missie’
https://www.bhic.nl/media/document/file/sterksel-st-pauluscollege-reuni…

Henk van Tilborg zei op 23 januari 2024 om 15:31 uur

Mijn email adres mag gedeeld worden voor het organiseren van een reünie.

Jos van de Ven zei op 24 januari 2024 om 08:29 uur

Hallo allemaal. Ik vind het idee van een reünie best wel okay maar ik zal daar helaas niet bij kunnen zijn. Ik kan mijn activiteiten hier op Bali moeten alleen laten! Het beste allemaal en ik hoop later op deze site te mogen lezen (en zien) dat e.e.a. goed is verlopen. en mijn e-mail is voor iedereen beschikbaar.
Jos van de Ven

Thijs de LeeuwBHIC zei op 25 januari 2024 om 13:21 uur

7 nieuwe foto’s van het Sint-Pauluscollege in Sterksel, ingezonden door Karin Olsthoorn. Waarvoor dank! De foto’s zijn van haar vader, uit de tijd dat hij op deze kostschool zat.




1. Klassenfoto van het voorbereidingsjaar 1955. Hij is waarschijnlijk aan de ouders gestuurd want deze foto vond ik later pas, in een hele andere stapel.

2. Voetballen tegen ’t Dorp (Sterksel). Voorbereidingsjaar 1955. Bijnaam van de pater-trainer was “de Tijger”.

3. Sneeuwruimen. Voorbereidingsjaar 1955 (waarschijnlijk februari 1956 want toen was er veel sneeuw en strenge vorst).

4. Carnaval 1955

5. Paters van wie de meest rechtse de rector van Sterksel, Pater Sars en daarnaast Pater Kersten. Deze pater Kersten heeft de opening van het seminarie in 1926 nog meegemaakt en is eind jaren ’50 overleden. Daarnaast zit een broeder en dan pater provinciaal overste met bijnaam Foetsie.

6. Pater van wie ik de naam niet weet. Maar hij zit daar, het ziet er dienstbaar uit, met een stapel boterhammen en een kan drinken.

7. Graven… In het najaar 1955 is het “zwembad” aangelegd (en in mei 1956 in gebruik genomen) en in voorjaar 1956 werd de nieuwe cour aangelegd…waarna ook nieuwe boompjes worden aangepland….misschien werkten de jongens daaraan mee? Dat weet ik niet zeker.





Ook stuurde Karin ons deze twee foto’s uit de missie, die haar vader als seminarist destijds uit Tanzania ontving van zijn ‘tante zuster’ Ploon alias zuster M. Lidwina (van de Witte Zusters).





herman scholtens zei op 25 januari 2024 om 18:41 uur

Met dank aan Karin, ja ik herken haar vader, Gijs Olsthoorn, op bovenstaande fotos:
Gijs in die stoel in Sterksel in 1955, en bezig met een zwembad uitgraven. Daar konden we een jaar later (ik kwam daar in 1956) met de ochtendgymnastiek in plonzen.
En ik zie hem op een andere foto ook nog voetballen op Siberie, zoals dat veld heette (met Pater Peters "de tijger"als coach.)
Ik heb Gijs vooral leren kennen in Santpoort 2de klas. Ook daar was hij al actief in het houthakkersgilde.
Ik had Gijs nog graag eens willen ontmoeten, helaas is hij overleden. Maar met zijn dochter hebben we de hele geschiedenis nog eens op kunnen rakelen..

En die pater met die mooie baard met een stapel brood op tafel voor hem, dat is van Gurp, ook aan Sterksel verbonden. Een bebaarde pater met zo'n echte missionaris uitstraling.
Naar mijn weten was hij dan ook vooral bezig met het werven van nieuwe roepingen.

pieter jan stallen zei op 25 januari 2024 om 18:43 uur

De pater op foto 6 lijkt me pater Van Gurp , of ik moet me sterk vergissen...

Henk van Tilborg zei op 25 januari 2024 om 18:50 uur

Mijn email adres is h.c.a.v.tilborg@tue.nl
Kan Pieter Jan mij een email sturen en eventuele andere namen uit die periode een groepsgesprek kunnen opzetten buiten BHIC om met als doel tot een reünie te komen?

Henk van Tilborg zei op 6 februari 2024 om 15:16 uur

Inmiddels hebben Pieter Jan Stallen en ik (Henk van Tilborg) buiten de site van BHIC contact gehad met elkaar. We willen in het najaar een reünie organiseren van onze tijdgenoten in Sterksel.
Iedere belangstellende kan ons dat laten weten op mijn email adres h.c.a.v.tilborg@tue.nl.

Thijs de LeeuwBHIC zei op 5 maart 2024 om 15:00 uur

Wat mooi Henk dat jullie dit initiatief tot een reünie nemen! Aanmelden kan dus via het genoemde mailadres. Met jullie hoop ik op veel bezoekers en gedeelde herinneringen.

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.