De pastoor had de bouw van het klooster en de scholen uit eigen zak bekostigd. Het gebouw stond toen aan de Lensheuvelse Kerkweg. In 1889 werden de twee vleugels tot aan de straat doorgetrokken en kwam er een middenvleugel. In 1907 werd de nieuwe school van architect C.F. van Hoof uit Tilburg in gebruik genomen, die in 1967 in lekenhanden overging.
Van 1907 tot 1979 verzorgden de zusters er bejaarden. In 1930 begon architectenbureau Schrakamp uit Hengelo met de bouw van de Mariaschool, terwijl de oude dorpsschool werd omgebouwd tot ulo- en huishoudschool. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het oorspronkelijke gebouw bijna geheel door brand verwoest.
Pas in 1959 bouwde architect J. van Halteren ter vervanging een nieuw klooster aan de Wilhelminalaan. Het bestond uit twee vleugels, verbonden met de kapel. Aan de achterzijde lag een grote tuin met een boerderijtje, dat later als woonhuis in gebruik was.
In het voormalige internaat op nummer 38 werd in 1963 huize Clara gesticht. Ook huize Alverna maakte deel uit van het kloostercomplex. Ingenieursbureau Van Halteren, Roggen en Broere voerde in 1977 een uitbreiding uit en bouwde een verdieping op de Clara-vleugel. In 1979 is het huis ingericht voor de opvang van bejaarde zusters van de congregatie. In november 1992 verlieten de zusters na 113 jaar het klooster.
In 1993 kocht de gemeente alle gebouwen en kwamen er asielzoekers wonen. Het hele complex is omstreeks 1999 afgebroken voor het nieuwe gemeentehuis. Het torentje van het klooster kreeg een plaats in de Mariahof. In de voormalige kloostertuin realiseerden de architecten Doomen en Van Asten in 2003 patiowoningen rond een gemeenschappelijk binnengebied.
Het oude neogotische klooster bestond uit een hoofdbouw met twee lagere vleugels. Op een sokkel boven de ingang stond een heiligenbeeld. Het dak werd bekroond door een open klokkentorentje.
Het huis van Sint Franciscus uit 1959 was in traditionalistische stijl opgetrokken. Haaks op het hogere bouwdeel stond een lange, lage vleugel waarin de kapel was ondergebracht. Een open dakruitertje op de laagbouw en een liftkoker waren de enige verticale accenten.
Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Reactie toevoegen