Zo’n plundering, hoe erg ook, was op zich niet zo uitzonderlijk in het oorlogsgebied dat Noord-Brabant toen was. Wél uitzonderlijk was wat er in 1621 gebeurde. De Staten-Generaal wilden toen namelijk in Ravenstein een garnizoen legeren en het stadje tot een echte vesting uitbouwen.
Daarvoor vond men het nodig bjna het hele dorp (29 huizen) én de kerk van Huisseling af te breken, omdat ze in de weg zouden staan. Van die hele operatie is een uitgebreid verslag door de kerkmeesters bewaard gebleven, onder de bijna klassiek klinkende titel “De verwoesting van Huusseling”. Een boeiend verhaal, want de bewoners van Huisseling lieten zich hun kerk niet zomaar afnemen.
Vijf jaar later, in 1626, verrees een nieuwe kerk (deels van de oude materialen) op de huidige locatie aan de Hamstraat. Om de kerk heen werden ook nieuwe woonhuizen gebouwd, zodat het dorp eigenlijk van plaats verschoven was. In 1852 werd deze kerk hersteld en vergroot.
Omdat rond 1900 de bevolking groeide, moest de kerk opnieuw worden vergroot en dat kon volgens het kerkbestuur prima. Architect C.Franssen uit Roermond echter meende van niet. In 1910-1911 mocht hij nieuwbouw plegen. De huidige driebeukige neogotische kerk nam de plaats in van het oude kerkje.
In de kerk bevinden zich nog herinneringen aan het verre verleden: een doopvont uit de 15e eeuw en een houten Sint Eligiusbeeld uit de 16e eeuw. Naast het kerkplein staat een knekelhuisje uit de 19e eeuw. Vaag zijn er nog de contouren van een schildering van Jeruzalem te zien. Het gebeeldhouwde front van engeltjes en doodskopjes dateert uit de 17e eeuw.
Reactie toevoegen