Op initiatief van de vrouwen werd de vereniging al snel omgezet in een religieuze congregatie, die op 15 juni 1917 werd erkend. Marie Berntsen (zij werd later als Moeder Agatha de eerste algemeen overste) geldt als medestichtster van de congregatie.
De vrouwen kozen voor zowel de vereniging als de congregatie Juliana Falconieri als patrones. Deze Juliana had in 1304 in Florence een communiteit van zusters tertiaressen gesticht die uitblonk in dienstbaarheid aan de samenleving. Naar deze patrones staan de zusters ook wel bekend als Julianazusters of Juliaantjes.
Het duurde lang voordat de Haagse congregatie ook pauselijke goedkeuring kreeg. Die kwam pas in 1935, nadat de term ‘apostolaat in arme gezinnen’ aan de constitutietekst was toegevoegd. De oorspronkelijke bedoeling van de congregatie was dan ook vooral hulp te bieden als kraam- en gezinsverzorging in arme gezinnen. Vanaf 1972 zetten de zusters zich echter ook in voor pastoraal werk en de verzorging van de eigen bejaarde zusters.
Het moederhuis werd in 1932 in Heiloo gevestigd, er waren ook kloosters in Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Hilversum en Maastricht. Noord-Brabant kende twee vestigingen: een in Eindhoven, Kloosterdreef 41 en een in Tilburg, Bisschop Zwijsenstraat 66.
Foto’s
De stichter pater Jorna met de gehele congregatie, novicen en geprofeste zusters: 38 zusters en 12 postulanten, 1936. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 1A20841.
Eindhoven, Zusters van de H. Juliana van Falconieri bij de opening van het klooster aan de Kloosterdreef, 1942. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 1A30495.
Een Julianazuster aan het werk in de kraamzorg, z.j. Bron: Katholiek Documentatie Centrum, fotonr. 1A20839.
Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Reactie toevoegen