Zonder hun oogappel naar huis
Hij vond het jammer dat de verse groenten, uit eigen tuin nota bene, geen gretige aftrek vond bij de peuter. Dat baarde hem zorgen. Ma maakte zich daar minder druk om. Ze had ook nog de zorg voor haar zoontje van nog geen jaar en de aanstaande bevalling van kind nummer drie. De huisarts werd ingeroepen en stelde voor om de peuter van drie naar het Medisch kleuterhuis De Krabbebossen te sturen.
Oma van moeders kant vond dat maar niks, “daar krijg je spijt van Anneke” waren haar woorden. Ze had wel grond van spreken want ook zij had een kind (een van de acht) op aanraden van de dokter naar een medische instelling in Eersel laten gaan. In die tijd, we spreken van de jaren dertig, was er geen tussentijds bezoek mogelijk. Daar waren de middelen niet toereikend voor. Wel kwam haar kind blozend van gezondheid en met een jas die veel te klein was voor het opbollende manneke terug.
Het waren andere tijden, de ouders ontvingen een mooi voorlichtingsboekje en vader zette door. Pa nam een snipperdag en de kleine Angela werd op woensdag 16 augustus 1965 ingeschreven in De Krabbebossen te Rijsbergen. Aan het lijstje van benodigdheden was voldaan. Pa en ma konden daarna zonder hun oogappel naar huis. De tranen vloeiden al rijkelijk, op de terugweg.
Vanuit de instelling werd er driftig gecorrespondeerd. Wekelijks kwam er een kaart met algemene bevindingen van wat het kindje zoal had meegemaakt. Het ging allemaal goed. Af en toe ook een persoonlijke noot erbij. Van de buurkinderen van ‘thuis’ kwam er ook een leuke ansichtkaart voor Angela.
Er werd bijna om de verrekijker gevochten
Voor het ouderpaar viel het niet mee. Het was ook stiller in huis, zonder de kletskous die thuis genoeg aandacht vroeg. Iedere zaterdag of zondag probeerde het paar naar Rijsbergen te gaan. Gelukkig beschikten ze zelf over een auto, een Volkswagen Kever. Maar van een bezoekje aan het kind zelf was geen sprake, dat zou niet goed zijn voor de kinderen volgens de instelling. Van een afstand mocht het kind in kwestie even gevolgd worden. Cor en Annie hadden er wat op gevonden: via bekenden werd een verrekijker geleend. Dat zou hun kind dichterbij kunnen halen. Ze togen naar Rijsbergen, best een hele rit vanuit Zevenbergen, en liepen door weilanden en over slootjes om een goed plekje te zoeken. Met de naderende bevalling was het voor Annie niet al te gemakkelijk maar de 'vaart' (lees heimwee) naar haar kind was zo groot dat geen sloot te breed of te diep zou zijn. Vanaf een dijkje werd met de verrekijker geloerd of ze hun kind konden zien. Er werd bijna om de verrekijker gevochten. Zodra Angela dan in het vizier kwam was er blijdschap maar tevens veel tranen. En verontwaardiging want de peuter had eens een onderbroekje met slap elastiek aan, dat broekje werd meermaals opgetrokken. Ook de mooie strikken van thuis hadden plaatsgemaakt voor afgescheurde reepjes stof! En oh, wat was ze nog ver weg, en je kon ze niet horen of aanraken. Eenmaal ging ook oma mee en met z’n drieën lagen ze op het dijkje te loeren naar een glimp van Angela. Niet twee maar ditmaal drie personen reden jankend terug naar huis. Na de voorgeschreven zes weken vonden de ouders het dan ook wel genoeg en moest ze worden opgehaald. Daar dacht de instelling echter anders over. Voor het welzijn van het kind zou het beter zijn om het verblijf te verlengen.
De maat vol
Dat was een domper. Nog langer was bijna niet op te brengen voor de ouders. En zeker niet de voorgestelde acht weken! Ze waren na een paar weken verlenging naar het kantoor van de instelling gegaan en met klem werd gevraagd of er een einde aan het verblijf van hun dochter kon komen. 'Ze moet mee naar huis', eerder ging moeder niet naar huis. Toch kwamen er nog zes weken bij, toen was de maat vol bij de zwangere moeder. Een zuinig antwoord op het verzoek werd naar Zevenbergen verstuurd dat hun dochter op acht september opgehaald mocht worden. Mits ze de andere dag naar school zou gaan. Angela ging mee naar huis maar is toch een poosje thuisgehouden. Bij het afscheid werd door de instelling een mooie foto gemaakt die besteld kon worden. Het kindje zag er goed uit. Ze had er wel een leuke tijd gehad. Veel buiten zijn met veel kindjes is voor de driejarige Angela heel fijn geweest. Alleen het moeten leegeten van je bordje, met eten dat je niet bliefde, was wel lastig geweest. Het buitenslapen met alle kindjes is ook een leuke ervaring geweest die is bijgebleven.
Ze zou het nooit meer doen, maar dat is achteraf
Eenmaal thuis noemde de jongedame haar moeder in het begin steeds 'juffrouw', wat de moeder begrijpelijk moeilijk vond. De correspondentie werd voortgezet, een soort nazorg-trajectje. Angela kreeg van haar ouders een nieuwe poppenwagen en op 28 september een zusje. Als oudste van de twee kleintjes voelde ze zich al echt groot. Ook met het eten is het steeds beter gegaan.
Volgens mij heb ik geen trauma overgehouden aan het avontuur in Rijsbergen. Al vanaf jonge leeftijd kan ik goed van huis, uit logeren was geen probleem. Ook kan ik, nu nog, eten als een bouwvakker, al ben ik nooit echt voller geworden. Het zal de lichaamsbouw wel zijn (ik lijk op mijn vader). Mijn ouders vonden het wel een traumatische ervaring. Mijn moeder krijgt nog steeds de bibbers als je over deze periode praat. Ze zou het nooit meer doen, maar dat is achteraf. Dokters wil was wet in die tijd.
De tijden zijn wederom veranderd. Gelukkig heb ik nooit voor de keuze gestaan. Tegenwoordig zijn er de Ronald McDonald Huizen waardoor ouders veel bij hun kind kunnen verblijven. Dat is dan een mooie vooruitgang.
Angela Rindt-Wevers (1961)
Zevenbergen
Reactie toevoegen