Omdat dit kleine groepje gelovigen geen geld had om de kerk te onderhouden was het gebouw zo bouwvallig geworden dat de katholieken van Aarle liever in de schuurkerk bleven die ze samen met hun geloofsgenoten uit Rixtel gebruikten.
De schuurkerk bleef in gebruik tot 1846 toen de nieuwe parochiekerk van Aarle en Rixtel gereed kwam. Het is niet helemaal duidelijk wie de architect was. Arnoldus van Veggel wordt genoemd. Hij was een ingenieur van Rijkswaterstaat die ook de nieuwe protestantse kerk in Aarle-Rixtel had ontworpen. Die kerk kwam rond dezelfde tijd gereed, maar werd in 1873 alweer gesloopt nadat de voorgevel was ingestort. Blijkbaar had Van Veggel, die later meer kerken zou ontwerpen, het vak toen nog niet helemaal onder de knie.
De katholieke kerk is dan misschien ook wel door iemand anders ontworpen: de naam van E.C.B. Ridder van Rappard wordt in dit verband wel genoemd. Maar het is goed mogelijk dat hij alleen toezicht hield op de uitvoering van het ontwerp van Van Veggel. Hoe dan ook: Van Rappard heeft zijn werk goed gedaan: de rooms-katholieke kerk van Aarle-Rixtel bleef overeind en zo heeft het dorp nu een van de mooiste waterstaatskerken van ons land.
De kerk was het middelpunt van de parochie, maar als parochiaan had je natuurlijk in de eerste plaats te maken met meneer pastoor. Deze herder droeg zorg voor het zieleheil van zijn kudde. De doop, de biecht, de eerste heilige communie, het huwelijk... In de jaren vijftig en zestig werden ze in goede banen geleid door pastoor F.C. van den Berk en zijn kapelaan H.G. Roelofs.
Op de foto links zien we Van den Berk in zijn jongere jaren, als rector en omringd door dienstboden. Op de foto hieronder zien we hem op latere leeftijd. Deel hieronder je herinneringen aan de kerk en de geestelijken van vroeger.
Reactie toevoegen