Het rijke roomse leven in brabant 1900-1970

De Hoefstraatkerk in Tilburg

RK kerken

Kerk en glas, die twee passen bij elkaar! Denk aan de glas-in-loodramen die vrijwel elke kerk sieren. De Hoefstraatkerk in Tilburg heeft dan ook een passende herbestemming gekregen. Tegenwoordig vindt Glasatelier Hagemeier hier onderdak.

Foto: © Job van Nes, 1983. Bron: www.reliwiki.nl
Foto: © Job van Nes 1983, bron: Reliwiki

Officieel is de kerk gewijd aan de H. Antonius van Padua, maar in 2001 werd het gebouw aan de eredienst onttrokken.

Met de herbestemming is een belangrijk rijksmonument behoed voor verval. Want er zijn nogal wat argumenten om het te behouden:

  • cultuurhistorisch: het is een typische kerk voor een stadsuitbreiding aan het begin van de twintigste eeuw in een overwegend katholieke stad. De kerk vormde het centrum van de nieuwe wijk.
  • architectuurhistorisch: het is een belangrijk voorbeeld van het werk van architectenbureau Margry.
  • zowel de buitenkant als het interieur van de kerk is goed bewaard gebleven.

Op een van de foto's zien we pastoor A.W. Smits, samen met zijn kapelaans C.M.J. van Eerden en J.J.J. Verhoeven. Dit pastorale team had midden jaren vijftig zo'n 7000 katholieken onder hun hoede, blijkt uit de Piusalmanak.

Ook zien we nog een andere pastoor van de Hoefstraatse kerk, de heer Van Vugt, die de parochie in 1964 toegewezen kreeg.

Reageer hieronder, deel je herinneringen aan de kerk, de parochie en de geestelijken van vroeger en vul deze pagina aan!

Pastoor Van Vugt
Pastoor Jan van Vugt (helemaal links) tijdens de opening van de Boerenleenbank in Herpen, 1962/63 (bron: collectie Heemkundekring Land van Ravenstein, nr. 01380)
Pastoor Van Vugt
Pastoor Jan van Vugt (bron: collectie Nederlands Bidprentjes Archief)
23

Reacties (23)

Frans van Gulik zei op 26 september 2018 om 10:38 uur

Kapelaan Verhoeven deed veel voor de jeugd. Wij gingen met het patronaat op vakantie in Duitsland. Pastoor Smits zorgde voor geld, de nonnen , maakten de tenten , een boer uit de groeseindstr. deed het vervoer van alle spullen , en wij met een luxe touringcar naar omgeving Monschau . Mooie tijd !

Mariët Bruggeman zei op 26 september 2018 om 16:07 uur

Wat leuk Frans, dat je deze leuke herinnering hier op schrijft. Hebben jullie veel gezien en gedaan in Monschau en hoe lang bleven jullie weg?

Piet Hoofs zei op 10 oktober 2018 om 13:10 uur

Mijn opa en vader waren beide koster in de hoefstraat. Als kind heb ik veel geholpen, maar ook veel gespeeld in die kerk. Teveel verhalen, zoals leuke en droevige. Ik zou er een boek over kunnen schrijven.

Marilou Nillesen zei op 11 oktober 2018 om 09:16 uur

Dat kan ik me voorstellen, Piet. Kunnen we je toch niet overhalen om in ieder geval één leuk en één droevig verhaal met ons te delen? Dat zouden we écht waarderen!

Piet Hoofs zei op 25 oktober 2018 om 13:38 uur

Het onderstaande komt uit een verhaal dat ik heb geschreven over mijn jeugd. Het is wat ik meemaakte in de Hoefstraatse kerk. " Hier over een paar vriendjes en het met mijn vader meegaan naar de Hoefstraatse kerk, waar hij koster was. Toen ik ouder was en foto’s maakte vanuit de toren, zag ik in de zachte kalk op de muren de namen van mijn oude vrienden staan ingekrast. Jan de Beer, zoon van een schilder tegenover de kerk, Charles Spijkers, zoon van een elektromonteur met ook een winkel tegenover de kerk, Toontje Reijnen, wiens vader kolenboer was, en die nu zelf een grote brandstoffen handel in Tilburg heeft. En Tinus Jansen die in de straat achter ons woonde, en waarvan onze tuinen alleen door een schutting werden gescheiden. Op zaterdag moest de klok opgedraaid worden en dan mocht ik vaak mee de toren in, en meehelpen. Soms kroop ik tot in de tweede galmgaten. Het zat daar helemaal onder de duivenpoep, maar het uitzicht was geweldig. Ook de ruimte waar de grote klokken hingen was erg indrukwekkend. Een van die klokken had geen klepel maar er was op de buitenkant een grote hamer die de uren sloeg. Twee andere werden met een dik touw (waar ik soms aan mocht hangen, tijdens het luiden) op en neer getrokken. Beneden in de kerk was ook het hoofdaltaar, met het tabernakel. Wat veel mensen niet weten is dat er aan de achterkant ook nog een deurtje, waar de priester tijdens de mis als er een overlijden was, de ciborie uit kon halen waar een hostie in zat, voor de stervende. Op een keer was ik in de kerk aan het spelen. We speelde bank, en de andere jongens moesten centen die we tussen de banken hadden gevonden, bij mij inleveren en ik legde ze dan in de zogenaamde kluis, de achterdeur van het tabernakel dus. Toen ik op een keer het deurtje opendeed, keek ik plotseling in het gezicht van de pastoor (Smits) dat erg boos keek. We wisten niet hoe vlug we de kerk uit moesten komen. Naderhand werd het me wel ingepeperd door mijn vader. Tot zover het relaas over de kerk van de hoefstraat.

Marilou Nillesen zei op 25 oktober 2018 om 16:29 uur

Prachtig beschreven, Piet! Het geeft een heel mooi beeld hoe bijzonder het moet zijn geweest om als jongen zo in de kerk te verblijven en te spelen.

Veel dank voor het delen van deze herinneringen! Mogelijk zien je oude jeugdvrienden het ook nog terug, dat zou leuk zijn.

Piet Hoofs zei op 28 november 2018 om 13:04 uur

Zo rond mijn 10e jaar (1958) waren er deze pastoor en kapelaans in de hoefstraat: pastoor Smits, kapelaans: Verhoeven (die tevens aalmoezenier in het leger was, dus soms tijdelijk in de hoefstraat inviel), van den Eerden, van de Werft, van den Heuvel (die van de herenliefde was). Soms kwam er ook nog een pater, op blote voeten, die een donderpreek hield en altijd op het einde een schooipraatje hield.

Lisette Kuijper zei op 28 november 2018 om 16:05 uur

Hartelijk dank voor deze aanvulling, Piet! Mooi dat je je al die namen (en de personen erachter) nog zo goed kunt herinneren! Die pater op zijn blote voeten spreekt natuurlijk enorm tot de verbeelding. Weet je misschien nog waar die donderpreken over gingen? We zijn heel benieuwd of anderen zich deze man ook nog kunnen herinneren...

Piet Hoofs zei op 4 september 2019 om 18:41 uur

De donderpreken gingen natuurlijk over hel en verdoemenis, als je slechte dingen deed. Maar echt de juiste woorden kan ik me niet zo meer voor de geest halen. Wel heb het volgende eens genoteerd over die tijd. . Als zoon van de koster kon je er natuurlijk niet onderuit om misdienaar te worden. De pastoor was gelukkig een beetje doof, en ik kende het confiteor, niet echt helemaal van buiten. Dus toen ik dat op moest zeggen tijdens de mis, begon ik altijd heel hard met: Confiteor omni potente beata……..en dan veel zachter een gemurmel op dezelfde toon wat op de rest leek. In het begin trapte ze er nog in maar bij een mis, viel het teveel op en werd ik na de mis even de les gelezen, met als waarschuwing, dat ik op die manier geen misdienaar meer zou mogen wezen. Prima dus. Wel moest ik met kerst als kruipengeltje blijven dienen. Daar hoefde je alleen maar op de treden van het altaar als een soort van decor mooi te zitten wezen. (je zat heel de mis lang op de trappen van het altaar, alleen als de priester of de misdienaar er langs moest mocht je even opzij kruipen, dus kruipengeltje)





(Rechts: pastoor A.W. Smits van de Hoefstraatse kerk)




Bij ons in de hoefstraat, hadden we een hele grote kerststal. De beelden waren levensgroot, …..dacht ik als kind. Toen ik ze later eens terug zag, bleken het helemaal niet zo een grote beelden te zijn, maar als kleuter had ik die indruk. Er was ook een knikengeltje bij dat voor de kerststal stond. Het stond juist op een verwarmingsrooster van ijzer. Met daaronder een schuin oplopende wand. Beneden in de ruimte van de cokesoven, kon je door een klein deurtje in die ruimte komen en het engeltje zien staan op het rooster. Als kind van ongeveer zes jaar, klommen wij daar in, samen met vriendjes en zodra er iemand op het rooster stond en een muntje in het knikengeltje wou duwen, maakte we een geluid waar ze van schrokken. Ze lieten dan vaak het muntje vallen dat, dan in het rooster viel. Van dat geld gingen we bij een snoepwinkeltje iets lekkers halen. Ook was er nog het geld dat we tussen de banken vonden. Vaak stuivers (in de houten vloer zaten ook veel noesten, die op een stuiver leken, waardoor je goed moest zoeken) maar ook veel centen. Zo had het ook zijn voordelen als je vader koster was.
Tot zover weer mijn "memoires".

Marilou Nillesen zei op 9 september 2019 om 09:43 uur

Prachtige herinneringen, Piet, en wat levendig verwoord! Als lezer zie je het zo voor je ;)

Wat voor snoepgoed leverde de actie met de knikengel op? Weet je nog wat jullie het liefste, of het meeste kochten?

Piet Hoofs zei op 9 september 2019 om 11:34 uur

Er was in een van de straten rondom het Paduaplein, een particulier die via zijn erkerraam snoep verkocht. Aan de voorzijde was de etalage, waar je veel tijd voor stond te dubben, wat zal ik nemen. Dan was er een druk bel, en na even deed een oude mevrouw het zijraam open. Deze mevrouw had een tic waardoor ze steeds met haar hoofd een felle beweging maakte. Je moest opletten want anders ging je haar onbewust imiteren. Je moest eerst je centjes neer leggen, en dan mocht je aanwijzen wat je wou hebben, er waren er natuurlijk geweest die eerst hun dingen bestelde en dan hard weg liepen. Achter je aan komen kon die mevrouw niet omdat ze slecht ter been was, maar ook eerst achter die raam uit, via de voordeur naar buiten moest. Zo lag daar verleidelijk te wezen: zoethout, Belga kauwgom met plaatjes, duimdrop, trekdrop, jodenvet, snoeppapier, toverballen, stroopsoldaatjes, bakkesvol, spekjes, centendrop, rietjes met salmanak, rollen met pepermunt, fruitella, en drop. En zo lag er nog veel meer, maar dat waren meestal dingen die duurder dan een cent of stuiver kostte. Als dan je zakken waren gevuld met al die heerlijkheden, gingen we naar het veldje naast de kerk en peuzelde dan lekker alles op in een van de kuilen die we daar altijd graafden. Soms waren deze dan ook afgedekt met oude matten of oude dekens. Heerlijk veilig zitten en genieten.

Thijs de Leeuw zei op 9 september 2019 om 13:02 uur

@Piet: de foto van pastoor Smits is aan je bijdrage van 4 september toegevoegd, nog bedankt voor het doorsturen!

Fred de Sevren Jacquet zei op 15 mei 2023 om 16:40 uur

Kan iemand hier mij aub melden hoe ik een foto kan toevoegen?

Marilou Nillesen zei op 16 mei 2023 om 08:36 uur

Dag Fred, als je de foto mailt naar info@bhic.nl ovv Hoefstraatkerk, dan plaatsen we die er graag bij. Alvast dank voor de moeite!

Jan Kieboom zei op 26 juni 2023 om 14:38 uur

In de Facebook groep "Je bent een echte Tilburger als Groep" heb ik, ondanks dat ik geen believer meer ben, een stukje geschreven over de klokkenroof in Nederland en in het bijzonder in Tilburg gedurende de Tweede Wereldoorlog. In het stuk heb ik ook wat persoonlijke ontboezemingen geplaatst waarbij de Hoefstraatse kerk belangrijk was. Dit stukje zal ik hier plaatsen:
"Ik ben van 1952, dus van na de oorlog, maar toch hier nog enige persoonlijke ontboezemingen.
Uit de Hoefstraatse kerk werden twee klokken gehaald, deze werden omgesmolten en in 1949 plaatsten men drie nieuwe klokken. Toen ik 9/10-jaar was werd ik misdienaar. Het klinkt misschien raar maar begrafenissen vond ik prachtig, de Gregoriaanse mis geheel in het Latijn, met drie heren en een groot koor, altijd herkende ik de stem van mijn moeder (Riet Kieboom-Van Ierland). Alles en iedereen in het zwart, er werd met wijwater en wierook gestrooid. De uitvaartkist werd met een begrafeniskoets naar het kerkhof gebracht. Met de priester voorop en alle mensen lopend achter begrafeniskoets, deze stoet ging door de Jacob van Oudenhovenstraat, over de Heikantsebaan (later Jac. van Vollenhovenstraat) en de brug naar het Kerkhof. Tijdens deze laatste rit voor overledene beierden de klokken en mochten wij de misdienaars dit samen met de koster doen. Als je bij het stoppen het touw vasthield dat werd je door de klok wel 4 á 5 meter omhooggetrokken, dat was schitterend ervaring.

Op 100 meter onder de galmgaten van de kerk woonde mijn opa en oma Van Ierland – van Deurzen aan de Hoefstraat 212, tegenover bakker Thal en aannemer Remmers. Met de pronkkamer aan de achterzijde en woonkamer aan de straatzijde. De tweede wereldoorlog heeft een zware wissel op hun leven getrokken. In februari 1939 overleed hun dertienjarige dochter Nelly aan de gevolgen van een longontsteking en hartzwakte. Dat jaar werd ook hun 20-jarige zoon Piet gemobiliseerd bij het Grensbataljon Jagers.
Na de capitulatie proberen Nederlandse militairen naar Engeland te evacueren met het vrachtschip de S.S. Pavon. In de avond van 20 mei 1940 verlaat de Pavon de haven van Duinkerke, de Luftwaffe krijgt het schip in zicht en een Junker-toestel neemt de Pavon onder vuur; een granaat is een voltreffer met veel slachtoffers tot gevolg. Tegen de ochtend wordt het schip, met nog honderd gewonden aan boord, teruggevoerd. De scheepsramp van de Pavon kostte aan zeker vijftig jongens het leven. Een van hen is Piet die op 21 mei tijdens de evacuatie naar het strand bezwijkt aan zijn verwondingen. Hij is 20 jaar geworden en ligt begraven op het Militair ereveld Grebbeberg in Rhenen (hij heeft ook nog 40 jaar op de begraafplaats Gerswinstraat gelegen).
Van mijn grootouders was met name mijn oma erg gelovig, dat bleek ook uit de aankleding van de woonkamer. Naast een eenvoudig kruis was er een Mariebeeldje uit Lourdes met wijwater, een schilderijtje van “Het Angelus”, met een biddende man en vrouw op de akker. Ook lag een rozenkrans altijd binnen handbereik om regelmatig het Weesgegroet op de ‘Angelus-tijden” te bidden. Maar ook na het verlies van haar zoon door een granaat (is dit een klok geweest?) bleven daar na de oorlog nog twee bloemenvazen en een asbak die van hulzen van granaten waren gemaakt.
Dit teruglezend hoop ik in gedachten dat tijdens de oorlog in Oekraïne de nog resterende klokken in Tilburg op zondag om 12.00 uur als zogenaamde “Angelus-klokken” gedurende vijf minuten gaan beieren als protest tegen de oorlog en als een oproep voor vrijheid en vrede. Ik mijmer dat dit gebruik zich uitbreid over Brabant, Nederland, Europa en de rest van de wereld en dat het door alle tijdzones over de wereld zal lopen tot en met in Oekraïne en Rusland.
Eind jaren '50 begin jaren '60 was ik misdienaar. Toen ik een jaar of twaalf was kreeg ik het verzoek (ik denk via mijn zus Nelly) of ik op zondag met aalmoezenier Verhoeven in de twee kazernes in Tilburg (Willen II en Kromhout) de mis zou willen opdragen voor militairen die in het weekend daar moesten overblijven. We reden dan met zijn licht blauwe Affodille naar deze kazernes en hielden daar in een kamer de mis. De hoofdgebouwen die daar voor gebruikt werden staan er nog steeds. Ik melde me altijd bij de pastorie, die in die tijd ook schitterend werd gerenoveerd, en wachtte altijd in de grote keuken. Ik was vrij technisch aangelegd en onderzocht alles graag. In de keuken stond een vleessnijmachine en dat probeerde ik. Door de beweging van de snijmachine sneed ik aan de buitenkant van mijn linker arm door mijn jas en diep in mijn arm, dit moest gehecht worden. In deze roomse omgeving had ik toch een leugentje nodig, ik was in de tuin gaan wandelen en was gevallen en met mijn arm in een stuk glas gevallen. Ik kijk nu nog naar het litteken dat nooit bruin wordt en waar de vier hechtingen nog goed te zien zijn.

Jan Kieboom zei op 26 juni 2023 om 14:44 uur

Afodille = Dafodille (DAF)

Marilou Nillesen zei op 26 juni 2023 om 16:31 uur

Dag Jan, wat een indrukwekkende reactie; een verhaal op zich! Vind je het goed als we het ook als apart verhaal op onze site plaatsen? Dan komt het hier te staan:
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen

Jan Kieboom zei op 26 juni 2023 om 16:54 uur

Hallo Marilou, dat vindt ik prima, maar misschien moet je mijn document met foto’s uit de FB-groep "Je bent een echte Tilburger als Groep" ophalen. Het stuk heet ‘Van beierende klokken naar bulderende kanonnen’. Succes

Marilou Nillesen zei op 26 juni 2023 om 19:03 uur

Dag Jan, dat is een besloten groep (merk ik nu). Mijn lidmaatschap is 'in behandeling'; mocht dat niet lukken, dan kom ik er nog bij je op terug.

Wordt vervolgd!

Jan Kieboom zei op 26 juni 2023 om 19:57 uur

Dat is prima.

Gr. Jan

Marilou Nillesen zei op 27 juni 2023 om 09:10 uur

Dag Jan, je verhaal is inmiddels ook in onze verhalentrommel terug te vinden, je vindt het hier:
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/van-beierende-klokken-naar-bulde…

(Omdat ik niet goed kon zien hoe het met de rechten van de foto's zat, heb ik me beperkt tot foto's waarvan ik zeker weet dat ze mogen worden gebruikt. Vandaar deze keuze).

Rien van der Putten. zei op 8 februari 2024 om 13:11 uur

Ik en nog twee broers zijn in Tilburg geboren en gedoopt in de kerk 't Goirke. Onze zus de oudste van de kinderen is in 1934 geboren en gedoopt in de kerk aan de Hoefstraat op 11 juli en is gedoopt door Kapl. Verbunt. Mijn zus is helaas overleden.Wij zijn in 1938 met ons gezin verhuist naar Venlo.Later zijn wij verhuisd naar Deurne omdat mijn vader net voor de tweede oorlog overleed.Ik ben inmiddels 86 Jr.en woon nog in Deurne.

Marilou Nillesen zei op 9 februari 2024 om 17:04 uur

Bedankt voor je openhartige reactie, Rien; dat moet een zware tijd zijn geweest, om zo jong je vader te verliezen. Denk je vaak terug aan die tijd?

Reactie toevoegen

Je e-mailadres is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.