Foto: BHIC, Collectie Provincie Noord-Brabant
|
Na de reformatie werd de uitoefening van de katholieke eredienst in Zeeland niet getolereerd. Sinds 1654 stond in Nieuw-Vossemeer wel een protestants kerkje. Pas na de inval van de Fransen in 1795 kreeg het dorp, dat in overgrote meerderheid katholiek was, een eigen pastoor. Zijn missen droeg hij voorlopig op in een schuur, bij gebrek aan een kerkgebouw. Dat duurde tot 1843. Toen kregen de katholieken een echte kerk, maar zij waren er blijkbaar niet zo tevreden mee. Al in 1868 besloot het kerkbestuur dat er een ‘groots, ruim en rank bouwwerk’ voor in de plaats moest komen. De nieuwe kerk werd in 1876 ingewijd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Nieuw-Vossemeer gespaard, maar de watersnood van 1953 verliep rampzalig: er vielen 50 doden en veel gebouwen, waaronder de kerk, waren aangetast door zout water en modder. Enkele jaren later trof de ‘beeldenstorm’ van de jaren ’60 de kerk. Er kwam een zeer vooruitstrevende pastoor in het dorp en die liet de meeste heiligenbeelden verwijderen.
Foto: BHIC, Collectie Provincie Noord-Brabant |
Op de site van de parochie klinkt hierover nog steeds verontwaardiging door. Beelden, betaald door de voorvaderen van de huidige parochianen, werden zonder meer in een put gedumpt. Verder werd het interieur van de kerk van zijn schilderingen ontdaan. Toch bleven de meest waardevolle stukken over. Het gaat om een biechtstoel, ontworpen door de architect van de kerk, en verscheidene andere objecten vervaardigd door leden van zijn familie: allemaal fraaie voorbeelden van neogotische kunst.
De naam Van Genk is trouwens bekend in het bisdom Breda. P.J. van Genk bouwde er een twintigtal kerken. Maar de kerk van Nieuw-Vossemeer is de enige van C.P van Genk, zijn oudere broer.
Reactie toevoegen