Na 1920 breidde Breda flink uit ten noorden van het station. Daar hoorde toen een nieuwe parochie bij: Christus Koning. In 1932 kwam de kerk gereed, naar een ontwerp van architect J. Berben. Het was een kruisvormige kerk in expressionistische stijl, met kenmerken van de Amsterdamse School. De gelijkenis met de Martinuskerk in Rucphen, ook een schepping van Berben, was groot. Er was een breed middenschip, zodat het altaar van alle kanten goed kon worden gezien. De zijbeuken waren smal en dienden vooral als looppaden.
De toren, die een bakenfunctie voor de wijk Belcrum had moeten krijgen, werd wegens geldgebrek niet afgebouwd. Bovenop de onvoltooide torenromp kwamen wel drie klokken.
In 1983 vond een fusie plaats met de Goede Herderparochie, verderop in Breda-Noord. De Goede Herderkerk werd toen buiten gebruik gesteld. In 1999 gebeurde hetzelfde met de Christus-Koningkerk, die in de zomer van 2003 werd gesloopt.
Parochianen van toen zullen zich uit de jaren vijftig pastoor Louis Michielsen nog wel herinneren, de bouwpastoor van de parochie Christus-Koning. Hij kreeg destijds hulp van de kapelaans G. Rijsloo en H. Fassaert. In 1963 nam pastoor A.P.A. de Nijs het stokje van Michielsen over.
Reactie toevoegen