Op 13 maart 1849 vestigden de broeders zich in de Hoogstraat naast de panden, die door het vertrek van de zusters Franciscanessen van Etten vrijgekomen waren. Deze huizen waren in de achttiende eeuw gebouwd op het puin van de in 1747 kapot geschoten huizen. In nummer 19 huisden de rector en later ook het onderwijsbureau van de broeders. Het pand op nummer 21 met kapel op de eerste verdieping, werd gesloopt om een doorgang te maken. De hoofdingang van het klooster was nummer 23, waarbij later het weeshuis nummer 25 en de nummers 27 en 29 werden betrokken. Het schoolbestuur verbrak de samenwerking met de broeders op 19 juli 1852. Een van de woningen kwam in handen van de heer Wolters, directeur van de Rijks-HBS.
Na het vertrek van de Broeders van Saint Louis zette vooral deken Ph. Muskens zich in om nieuwe broeders aan te trekken voor het jongensonderwijs. Zo konden de Broeders van Huijbergen de woning van de heer Wolters aankopen en verbouwen tot enkele klaslokalen, een eetzaal, een recreatiezaal en een kapel.
Op 23 september 1901 begonnen ze met een school voor kleuters van ‘minvermogenden’. De broeders breidden in 1902 uit in aangrenzende straten, zodat ze in 1908 beschikten over een kweekschool, de leerschool Sint Franciscus, het weeshuis, een kaarsenmakerij, een kleermakerij en het klooster.
De kweekschool werd in 1917 overgeplaatst naar Breda. Vanuit de Hoogstraat bedienden ze de Aloysiusschool in de Boxhornstraat (later gesloopt om plaats te maken voor appartementen), de Sint Jozefschool en de school aan het Lourdesplein.
In 1977 is de communiteit opgeheven en verhuisden de broeders en het onderwijsbureau naar een nieuw broederhuis aan de Pegasuslaan. Het complex in de Hoogstraat werd verkocht. In 1978 begon de sloop van de gebouwen en op het terrein verrees het appartementengebouw van de Franciscusberg. De panden 19-29 zijn rijksmonument en worden nog altijd bewoond.
Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen aan de Maas, 2010
Reactie toevoegen