De plannen voor de bouw van een sanatorium voor tuberculosepatiëntjes in de bossen bij Helmond dateren van vóór 1940. In een brief van 20 januari 1949 verklaarde de congregatie van de Weense Zusters bereid te zijn de zorg en verpleging in Sint-Jozefheil op zich te nemen, in eerste instantie met twintig zusters.
Er werd een werkcomité gevormd, dat gelden voor de bouw van het sanatorium verwierf. De gemeente Bakel en Milheeze stelde een perceel bos van veertig hectare ter beschikking en in 1950 kon de bouw beginnen. De zusters kwamen pas in augustus 1951 en werden voorlopig in Helmond ondergebracht. Vanaf oktober woonden ze op de eerste verdieping van een paviljoen. Koningin Juliana opende het sanatorium op 5 september 1951.
In 1960 was TBC vrijwel overwonnen in Nederland en nam de bezetting van het senatorium flink af. Er werden veel minder mensen opgenomen en meer mensen ontslagen dan het jaar ervoor. Zo kwam er plek voor andere afdelingen en er werden plannen gemaakt om een van de kinderpaviljoens om te bouwen tot buitenkliniek.
Eind 1964 namen de zusters een nieuw klooster met kapel in gebruik, gebouwd door de architecten M. Maas en T. van Ekeren.
In 1974 staakten de zusters hun werkzaamheden: hun aantal werd te klein en hun leeftijd te hoog. De communiteit werd opgeheven, al bleven enkele zusters nog lange tijd op Sint Jozefheil wonen. Men richtte een afdeling voor gehandicapte kinderen in, de Buitenkliniek. Sint-Jozefheil werd Zorgcentrum Bakel.
Het sobere bakstenen klooster tegenover het hoofdgebouw telt twee bouwlagen en heeft een traditioneel uiterlijk. Het L-vormige gebouw eindigt in de lagere kapel op het eind van de zijvleugel.
Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen aan de Maas, 2010
Reactie toevoegen