“Ik heb daar een hekel gekregen aan studeren”
Peter verbleef twee jaar lang intern op het gymnasium. Het interne verblijf op dit internaat was echter niet goedkoop. Zijn vader werkte in de Tilburgse AaBe fabriek en het gezin woonde in de arbeidersbuurt Broekhoven. Hij nam zelfs een tweede baantje bij een sloperij en maakte dagen van 12 uur om rond te kunnen komen. Over de kosten van het internaat zegt Peter: "Daar heeft ons vader voor kromgelegen". Toch maakten zijn ouders er geen probleem van dat hij er in 1967 voor koos om het gymnasium achter zich te laten en extern de mavo in Uden te doen.
Het terug gaan naar de mavo had in de eerste plaats te maken met de werkdruk op het gymnasium. “Ik heb daar een hekel gekregen aan studeren”, zegt Peter. Na schooltijd werd iedereen geacht een uur lang te studeren en huiswerk te maken. Als je punten niet goed waren moest je er nog langer blijven zitten. Op het laatst werd hij verplicht om na school nog eens vier en een half uur per dag te studeren en dit werd hem te veel.
Omdat Peter zoveel verplichtingen had in zijn naschoolse tijd, had hij verder weinig tijd om sociaal bezig te zijn met zijn medeleerlingen, terwijl hij hier wel van kon genieten. De enige tijd die hij met hen kon doorbrengen was in de weekeindes, maar dan mocht iedereen naar huis. Er was genoeg met elkaar te doen op het internaat. Zo was er een biljardtafel, tafeltennis tafel en op een bepaald moment werd zelfs een miniatuur racebaan aangeschaft met vier auto’s en banen. Ook kon je er elke sport doen die je maar kon verzinnen. Door dit alles wilde hij na een tijd liever in Uden blijven tijdens de weekeindes dan terug naar huis.
“Voor veel jongens werd toen duidelijk dat ze eigenlijk geen priester wilden worden”
Een andere reden om met het gymnasium te stoppen was dat Peter totaal geen roeping meer voelde om priester te worden. Dit was al nooit echt aanwezig bij hem, maar in 1966 werden ook meisjes toegelaten als externe studenten op het internaat. “Dit was eigenlijk wel goed”, zo stelt hij, “Voor veel jongens werd toen duidelijk dat ze eigenlijk geen priester wilden worden”. Met de komst van meisjes op school werd een celibatair leven wel erg moeilijk.
“Er mocht nog al veel hoor”, zegt Peter als hem gevraagd wordt naar wat voor streken hij zoal uithaalde op het internaat. Zo hebben ze een tijd een hond gehouden. “Er kwam een zwerfhondje aanlopen en dat beestje bleef bij ons. Naast het gebouw was een afgesloten ruimte en daar zetten we dat hondje in. Overdag speelden we met dat beest. Het werd heel lang goedgekeurd. Maar een broeder van de keuken, die ook ziekenbroeder was, had een hekel aan de hond. Hij was een keer gebeten of zo en heeft er toen voor gezorgd dat die hond verdween." Behalve het zo nu en dan stiekem roken in de klaslokalen en naar de kroeg gaan, kan hij zich weinig dingen herinneren die eigenlijk niet mochten.
In 1969 verliet Peter ook de mavo en keerde hij zonder diploma terug naar Tilburg, waar hij voor een leven koos als verzorger van mensen met een verstandelijke beperking bij Piusoord (later Amarant). Hij heeft ook nooit meer contact gehad met vrienden van het internaat. Het enige dat nog blijft aan zijn tijd bij de Kruisheren van Uden, zijn de herinneringen aan deze korte, maar toch wel heel bijzondere tijd in zijn leven.
Dit artikel is gebaseerd op een interview met Peter van Gerwen (leerling College van het H. Kruis 1965-1967). Hij stuurde ons ook de foto's voor in dit artikel, waarvoor dank. Redactie.
Reactie toevoegen