Toen ook kreeg de huiskapel een priesterkoor. In 1916 kocht men de nabij gelegen boerderij van J.H. Hoogewoud en legde een kerkhof aan. Het aantal studenten nam toe, ook het missiehuis in Nijmegen werd te klein.
In 1930 bouwde architect ir. Orie uit Vught een nieuw kloostercomplex. In de voorbouw woonden de paters. Hier waren twee refters en de keuken ondergebracht. In de achterbouw waren klaslokalen, de studie-, recreatie- en slaapzalen te vinden. De kapel, die in december 1931 werd geconsacreerd, verbond deze gebouwen. Het juvenaat groeide uit tot missiecollege Sint Franciscus Xaverius. (Over het Xaveriuscollege in Vught schreef Egbert ter Heine dit artikel, met bijzondere aandacht voor de buitenschoolse activiteiten van de externe leerlingen in de periode 1958-1966.)
Vanuit de missie in China waren er contacten met de Zusters van de Choorstraat. Deze verzorgden vanaf 1930 de huishouding van het klooster en het internaat.
Rechts van het college van de scheutisten had ir. Orie in dezelfde traditionalistische stijl een apart zusterhuis gebouwd. Het is in 1970 gesloten, daarna nam het werk geleidelijk af en op 5 oktober 1992 namen de zusters afscheid.
Op 1 augustus 1969 nam het Maurick College het onderwijs over. Sparrendaal werd overleghuis voor de zeven missiecongregaties. Het klooster Sparrendaal was sinds 1976 in gebruik als bejaardenhuis voor mannelijke religieuzen. Dat maakte verbouwingen noodzakelijk, die in 1993 gereed kwamen volgens plannen van architect Van Noorden. De kapel werd verkleind en de serre maakte plaats voor een zaal met terras. In 1997 betrokken negen Trappisten hier hun nieuwe klooster Klein Koningshoeven.
Oud-Sparrendaal werd verkocht aan het Brabants Landschap. Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant vestigde er haar kantoor.
Eind 2007 zijn het klooster en het kloosterbejaardenoord opgeheven en verhuisden de bewoners naar Teteringen. Het klooster is in 2009 afgebroken.
De villa deelt het park met het klooster Sparrendaal. Het ruime park is bewaard gebleven. In dit park bevindt zich een eilandje met een merkwaardige, kunstmatige ruïne. Deze is in 1902-1903 gebouwd door de scheutisten. Hier ligt ook een merkwaardig kapelletje met trapgevel. In beide zijn natuurstenen fragmenten van de Bossche Sint Jan gebruikt.
Bron: J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen a/d Maas, 2010
Reactie toevoegen